
Stapsgewijs naar de toekomst: twee decanen in gesprek
Terwijl de één een eindsprint trekt, staat de ander klaar in de startblokken: over enkele weken draagt decaan Mark Rutgers het stokje over aan zijn opvolger Henk te Velde. Ondertussen werken beiden hard aan een soepele overgang naar een nieuw faculteitsbestuur. Henk neemt nu al regelmatig deel aan overleggen waar Mark bij aanwezig is, en binnenkort worden kennismakingsgesprekken gepland om hem een soepele start in zijn nieuwe rol te geven. Overigens zijn Mark en Henk zeker geen onbekenden van elkaar - ze hebben twee jaar samen onderwijs gegeven. In een tweegesprek bespreken de vertrekkende en toekomstige decaan hoe zij de komende periode zien en wat het nieuwe faculteitsbestuur staat te wachten.
Onlangs heeft het faculteitsbestuur een nieuw plan voorgelegd voor hervormingen in het onderwijs. Hoe kijken jullie terug op dit proces?
Mark: ‘In de afgelopen periode hebben we een enorme energie en inzet van opleidingen en opleidingsvoorzitters gezien om onderlinge samenwerking te vergroten en het aantal vakken sterk te verminderen. Met die inzet hebben wij als faculteitsbestuur ingeschat, in vergelijking met het najaar van 2024, minder vergaande voorstellen te kunnen doen voor aanpassingen in het onderwijsportfolio. We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het advies van de opleidingsvoorzitters. Enerzijds ben ik blij een minder vergaand voorgenomen besluit te nemen, anderzijds was de aankondiging van de herziene plannen voor een aantal opleidingen en collega’s natuurlijk nog steeds slecht nieuws. Dat vinden we als faculteitsbestuur oprecht heel erg.’
‘Let wel, helaas zijn we er hiermee nog niet. Aan de definitieve doorrekeningen wordt nog steeds hard gewerkt. Ook hangen de onzekere gevolgen van kabinetsbezuinigingen nog als een donkere wolk boven ons hoofd. Want, zoals bekend, staan de huidige voorgenomen plannen voor bezuinigingen los van de door de overheid aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs. Er staan ons nog de nodige uitdagingen te wachten.’
Henk: ‘De plannen voor het onderwijsportfolio die nu voorliggen, zijn een cruciale stap. Het liefst wil je natuurlijk alle informatie hebben: precies weten wat de effecten van iedere maatregel zijn en hoe groot het tekort de komende jaren zal zijn om dan één besluit te nemen waarmee we vol vertrouwen klaar zijn voor de toekomst. Dat is helaas niet de situatie waar we in zitten. Ondanks alle onzekerheden is het op een gegeven moment nodig om een stap te zetten. Hoe pijnlijk ook en naar voor de betrokkenen. Door inderdaad stap voor stap te werken, door steeds te kijken wat op basis van de actuele informatie nú nodig is, kunnen we de maatregelen aanpassen aan wat moet en kan. De keerzijde daarvan is wel dat er onduidelijkheid kan ontstaan over het totaalpakket en we langer in onzekerheid zitten of maatregelen voldoende zijn om het financiële tekort op te lossen. Ondertussen moeten we onze tijd goed benutten door met de opleidingen, het faculteitsbureau en CvB te blijven werken aan efficiëntie en kostenbesparing en vooral een toekomstbestendige faculteit.’

Wat is de grootste uitdaging voor de komende tijd?
Mark: ‘Het nemen van besluiten met zo veel mogelijk draagvlak van de gemeenschap is wat mij betreft de grootste uitdaging. Natuurlijk willen we iedereen horen en alle afwegingen meenemen. Tegelijkertijd hebben we tijdsdruk, omdat het doorvoeren van aanpassingen in met name het onderwijsportfolio tijd kost, terwijl het financiële tekort acuut is. Dit is ook zeker niet altijd vlekkeloos verlopen in de afgelopen maanden. Die lessons learned geef ik mijn opvolger graag mee.’
Henk: ‘Ik ben het eens met Mark dat inspraak van cruciaal belang is. Als hun mening gehoord wordt en er toe doet, blijven collega’s betrokken; zo bereik je samen meer. Ik ben voorstander van de ingezette lijn om zo transparant mogelijk informatie te delen. Ook als dat betekent dat we voornemens met de organisatie delen die nog niet definitief zijn. Uiteindelijk levert dit gesprekken en reacties op die we weer mee kunnen nemen in het vervolg. Je hebt soms ook onenigheid nodig om daarna verder te komen.’
‘We hebben formele organen voor inspraak. De opleidingscommissies worden gehoord en ook de Faculteitsraad speelt nu een grotere rol dan normaal. Toch denk ik dat het belangrijk is dat we naast deze formele structuren ook andere vormen van inspraak blijven stimuleren, zodat we continu feedback krijgen van alle betrokkenen. Hier zie ik een belangrijke opdracht voor het faculteitsbestuur. Als we een toekomstbestendige faculteit willen, is het essentieel dat alle professionals binnen onze faculteit gehoord worden.’

Hoe zien jullie de toekomst van de faculteit?
Henk: ‘Voor mij is het toekomstbeeld van de Faculteit Geesteswetenschappen vormgegeven rondom drie pijlers. Het begint wat mij betreft bij de studenten. Primair hebben we een taak als onderwijsinstelling. Bij het maken van toekomstplannen moeten we ons ervan bewust zijn dat we een leeromgeving blijven die aantrekkelijk is voor studenten, die hen uitdaagt en voorbereidt op de toekomst.’
‘Ten tweede is er het onderzoek. Bijna iedere docent is ook onderzoeker. Onze relevantie voor de wereld buiten deze muren én aantrekkingskracht voor toekomstige studenten, komt voort uit het belangrijke onderzoek dat wij doen. Onderzoek waarmee wij bekend staan buiten Leiden en in de wereld, bijvoorbeeld (maar niet alleen) op het gebied van de unica, moeten we behouden en versterken.’
‘Ten derde zijn we onderdeel van de maatschappij en hebben we hierin een rol te vervullen. We hebben een zekere verantwoordelijkheid om opleidingen aan te bieden die aansluiten bij de maatschappelijke behoeften. Dan denk ik aan talenstudies, zodat er aanwas is voor lerarenopleidingen in schooltalen als Frans en Duits.’
Mark: ‘Bij deze visie sluit ik me volledig aan. Tegelijkertijd weten we dat we dit in de toekomst helaas met minder mensen zullen moeten doen. De taakstelling voor onze faculteit is immers niet veranderd. Dat betekent dat we moeten besluiten wat we wel en niet meer doen. Hoe kom je daar? Dat is een ongelooflijk ingewikkelde puzzel, waarbij ik ook het faculteitsbestuur in nieuwe samenstelling veel wijsheid en vindingrijkheid toewens om de juiste balans te vinden tussen behoud van onze brede, mondiale expertise in onderwijs en onderzoek, met behoud van kwaliteit en binnen de beschikbare middelen. Daar zet ik me de komende weken als decaan nog voor in. Voor de periode daarna heb ik alle vertrouwen in mijn opvolger om het beste uit deze faculteit te halen en een sterke koers in te zetten richting de toekomst.’