Politie moet botsende gevoelens de ruimte geven voor meer inclusie en diversiteit
Diversiteit en inclusie binnen de politie bieden kansen, maar stuiten ook op weerstand. Voormalig agent en bijzonder hoogleraar, Saniye Çelik, benadrukt dat ambivalente gevoelens over beide onderwerpen essentieel zijn voor het leerproces en kunnen leiden tot weloverwogen keuzes en echte verandering.
Hoewel de politie al meer dan veertig jaar diversiteitsbeleid voert is de weg naar volledige inclusie nog lang. Agenten met een migratieachtergond of met een andere genderidentiteit dan man of vrouw voelen zich vaak niet volledig geaccepteerd. ‘De politie wordt diverser, maar dat proces verloopt langzaam. Het aantrekken van mensen is niet genoeg; minstens zo belangrijk is dat ze blijven. En daar gaat het vaak mis. Een op de vijf politiemedewerkers die vertrekt, is niet langer dan drie jaar in dienst geweest,’ vertelt Çelik die zelf in de jaren 90 in een basispolitieteam begon als een van de weinige vrouwen.
Parkeerprobleem op een nudistenstrand
In haar oratie beschrijft ze hoe ze samen met een vrouwelijke collega naar een nudistenstrand werd gestuurd om een parkeerprobleem op te lossen. Het was een grap. ‘Op de weg terug spraken we af om er op het bureau niets van te zeggen, dan zouden onze mannelijke collega’s er ook geen plezier van hebben. Voor mij voelde dat toen als een plagerij, een beetje zuurzoet, wetend dat dit soort geestigheid erbij hoorde. Toen nog wel. Nu moet je wel tien keer nadenken voordat je zoiets doet; de context is veranderd, net als de urgentie van diversiteit en inclusie. En daar zit dus wel 35 jaar tussen.’
Ambivalente gevoelens als leerproces
Ondanks de stappen die de politieorganisatie gezet heeft op het gebied van diversiteit en inclusie, is lang niet iedereen even enthousiast met de aandacht daarvoor. ‘Er zijn genoeg politiemensen die vinden het onderwerp woke. Maar er zijn gelukkig ook veel mensen die de noodzaak wel inzien’, zegt Çelik. ‘Maak de mengeling van positieve en negatieve gevoelens, de ambivalentie dus, bespreekbaar. Onderzoek de weerstand, dan maak je als organisatie betere keuzes,’ stelt Çelik.
Hoewel langzaam, boekt de politie toch vorderingen en blijft ze een pioniersrol binnen het publieke domein vervullen, zo vindt Çelik. ‘De rest van de overheid gluurt heimelijk over de schutting om ervan te leren.’ De recente brandbrief van rijksambtenaren aan de minster van Binnenlandse Zaken benadrukt de ernst van dagelijkse ervaringen met racisme, discriminatie, en etnisch profileren. ‘Wat bij de politie al jaren op de agenda staat, komt nu bij andere publieke organisaties onstuitbaar aan de oppervlakte.’
Onderliggende mechanismen
‘Het gesprek over diversiteit en inclusie wordt gevoerd vanuit de emotie en niet op basis van onderzoek’, zegt de hoogleraar. En dat is meteen ook de grootste ambitie die zij heeft: de politie meer evidence based te laten werken aan haar beleid op het gebied van diversiteit en inclusie. ‘Tot nu toe heb ik vooral onderzocht: Is er sprake van exclusie bij de politie? Verlaten politiemensen de organisatie omdat ze zich niet thuisvoelen? De antwoorden daarop zijn ja en ja, en zo kunnen we nog wel honderd onderzoeken doen. Maar waar ik nu met mijn promovendi en onderzoeksteam achter wil komen is: wat zijn de onderliggende mechanismen en wat kan de politieorganisatie daaraan doen?’
Onderwijs
Uiteindelijk moeten de nieuwe wetenschappelijke inzichten leiden tot interventies die de politie helpen evolueren. ‘De samenleving roept steeds luider om rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid, ook onze studenten. Als hoogleraar heb je ook een belangrijke rol in het onderwijs. Het is wenselijk om onderzoeksinzichten te integreren in diverse opleidingen. Dan profiteert niet alleen de politie maar ook het academisch onderwijs.'
De oratie Van willen naar zijn. De ambivalentie over diversiteit en inclusie is op op 22 november om 16.15 uur te volgen via een livestream.