De dag van Jasper
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
Woensdag 16 oktober
‘Om acht uur fiets ik op mijn gemak naar Wijnhaven, het hoofdgebouw van Campus Den Haag van onze universiteit. Het wordt vandaag een warme dag, waarschijnlijk de laatste van het kalenderjaar. Ik zie ernaar uit, naar de zon en de afspraken van de dag. Aan mijn stuur hangen mijn werktas en een kledinghoes met een pak, een paar overhemden en dassen.
In Wijnhaven heb ik eerst een belafspraak met onze rector Hester Bijl om haar wat informatie mee te geven voor een bestuurlijk overleg dat ons College van Bestuur vanmiddag met de Raad van Bestuur van NWO heeft. Dat is snel gebeurd, waarna we de rest van de tijd besteden om te reflecteren op de gisteren verschenen Kamerbrief van Minister Bruins over de Wet Internationalisering in Balans, die de internationale instroom in onze opleidingen moet gaan beperken. Het is mij -en velen met mij- een doorn in het oog. Met name de toon van de brief valt me zwaar: alsof buitenlandse instroom en het gebruik van het Engels in onze opleidingen een enorme bedreiging vormen voor Nederland. Wat mij betreft is de universiteit een ontmoetings- en opleidingsplaats voor internationaal talent. Het internationale karakter is essentieel voor ons onderwijs en onderzoek en het is allang aangetoond dat buitenlandse studenten positief bijdragen aan de Nederlandse economie. Daarnaast geloof ik sterk in de “soft diplomacy” die uitgaat van internationale academische contacten en het belang daarvan voor de wereld. Het is dramatisch voor de toekomst van ons land dat de politieke wind zo nationalistisch waait op dit moment en helaas is Nederland niet het enige land waar dit het geval is.
Na het telefoontje met de rector, heb ik in Wijnhaven een afspraak met de Erwin Muller, sinds kort vice-rector voor organisatieontwikkeling. We praten over ons nieuwe facultaire bestuursmodel, met driehoofdige collegiale instituutsbesturen, en over het beter organiseren en het harmoniseren van ondersteuningsprocessen binnen de universiteit, iets waar we binnen FWN ook druk mee aan de slag zijn.
Hierna haast ik me naar Leiden, waar ik een paar e-mails en korte telefoontjes afhandel voor ik door Christi Waanders (Communicatie en Marketing) wordt opgehaald voor een uitgebreide fotoshoot voor diverse communicatie-uitingen. De foto’s worden gemaakt door Monique Shaw, die ik bij allerlei gelegenheden heb meegemaakt. Ik voel me bij haar dan ook prima op mijn gemak. Er worden honderden foto’s gemaakt van mij alleen, met verschillende collega’s, met een groepje studenten van de Leidsche Flesch en voor het gebouw met mijn onafscheidelijke vouwfiets. Halverwege vindt een kledingwissel plaats. Na anderhalf uur is het mooi geweest voor Monique en zeker ook voor mij. En we spreken af dat dit voor de komende drie jaar voldoende foto’s moeten zijn.
Na een aantal werkoverleggen in mijn kamer, ontvang ik aan het eind van de middag UNL-voorzitter Caspar van den Berg en twee medewerkers. Met Pieter Schipper geef ik een rondleiding langs een aantal van onze mooie onderzoeksfaciliteiten en we spreken intussen over de politieke verwikkelingen, met name over het taalbeleid en de buitenlandse instroom, evident een zeer lastig dossier voor Van den Berg.
Na dit bezoek geeft Pieter me een lift naar huis, zodat we als gezin voor het eerst in weken weer eens met zijn allen kunnen eten - Xuefei is sinds gisteren terug van een reis. Na de afwas lees ik stukken voor morgen en houd ik genoeg tijd over om nog even lekker te sporten. Vandaag een combinatie van vloeroefeningen en baantjes trekken, als altijd afgesloten met een kwartiertje in de sauna. Thuis help ik beide kinderen nog even met wiskunde en natuurkunde, waarna we tegen middernacht de bedden opzoeken. Morgen een volle agenda, met vergaderingen tot in de avond, dus een goede nachtrust is welkom. Na deze dag met veel beweging kan dat geen probleem zijn.’