'Ik hoef die toeslag niet meer’: waarom mensen het geld waar ze recht op hebben niet aanvragen
Door angst voor terugvorderingen vragen mensen geen toeslagen en bijstand aan, ook als ze daar wel aanspraak op kunnen maken. Dat ontdekte Olaf Simonse in zijn promotieonderzoek naar financiële stress en niet-gebruik van voorzieningen. Zijn voorstel: ‘Laat de overheid het initiatief nemen.’
‘Vaak baseren ambtenaren financieel beleid op het idee dat mensen een soort computers zijn die altijd de meest rationele keuze maken,’ vertelt Olaf Simonse. ‘Terwijl uit psychologisch onderzoek blijkt dat vooral context, emoties en persoonlijkheid invloed hebben op welke geldkeuzes iemand maakt.’ Simonse was zelf jarenlang ambtenaar bij het Ministerie van Financiën, waar hij onder andere hoofd was van het educatieplatform Wijzer in geldzaken. ‘In mijn werk probeerde ik beleid altijd te baseren op wetenschappelijke inzichten, maar ik merkte dat dat niet de standaard was. Om een brug te bouwen tussen wetenschap en beleid, wilde ik me verdiepen in de context waarbinnen mensen financiële beslissingen nemen. Zo raakte ik in gesprek met Wilco van Dijk, hoogleraar in de economische psychologie. Die vroeg op een gegeven moment: waarom ga je niet op dit onderwerp promoveren?’ En zo geschiedde. Op 11 september verdedigt Simonse zijn proefschrift Financial Stress by Design.
Op een rijtje
Olaf Simonse studeerde af in de econometrie in Tilburg. Daarna werkte hij 25 jaar in het bedrijfsleven en bij de Rijksoverheid als project- en programmamanager. De laatste 15 jaar richtte hij zich op projecten op het terrein van armoede, schulden en financiële vaardigheden. In 2020 startte hij als buitenpromovendus bij het Instituut Psychologie en sinds 2022 werkt hij onderzoeker en adviseur bij het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag (KCPEG), waar hij diverse trainingen en workshops geeft over gedragsinzichten voor professionals. Op 16 oktober organiseert het KCPEG een herfstsymposium over bestaans(on)zekerheid.
Geldstress en mentale gezondheid
Mensen hebben financiële stress als ze ervaren dat ze te weinig geld hebben en te weinig controle over hun geldzaken. Die stress kan voor cognitieve klachten zorgen, zoals slechter concentreren of plannen, maar ook voor fysieke klachten als buikpijn. Simonse: ‘Uit eerder onderzoek blijkt dat financiële stress en mentaal welzijn sterk samenhangen, maar aantonen dat financiële stress leidt tot een slechtere mentale gezondheid blijft lastig. Het is immers niet ethisch om mensen met opzet in financiële problemen te brengen.’ Om die dynamiek beter te begrijpen zetten zijn collega’s van het Kenniscentrum tijdens het eerste halfjaar van de pandemie vragenlijsten uit onder ruim duizend Nederlandse huishoudens.
Verder kijken dan inkomen
Deelnemers beantwoordden vragen over hun financiële situatie, bijvoorbeeld hun inkomen en schulden, de mate waarin ze geldzorgen hadden en hoe ze zich mentaal voelden. ‘We zagen dat gedurende dat halfjaar het mentale welzijn over het algemeen redelijk stabiel bleef, maar dat de mensen die veel financiële stress ervaarden het ook mentaal slechter deden.’ Hierbij benadrukt Simonse dat financiële stress wordt beïnvloed door meer dan inkomen alleen. ‘Andere factoren, zoals hoeveel schulden iemand heeft of hoeveel spaargeld er op de bank staat, zijn ook belangrijk. Mensen die een lager inkomen hebben, maar wel een buffer, ervaren bijvoorbeeld ook minder financiële stress.’
Geen gebruik maken van sociale voorzieningen
Mensen die niet volledig in hun eigen inkomen kunnen voorzien, hebben recht op sociale voorzieningen als het toeslagenstelsel en de bijstand. ‘Die zijn bedoeld om mensen te beschermen tegen financiële stress, maar dan is het uitgangspunt wel dat mensen die voorzieningen gebruiken.’ Dat gebeurt niet optimaal: 10 tot 15 procent van de Nederlanders die recht hebben op toeslagen maakt daar geen aanspraak op, bij de bijstand is dat zelfs rond de 35 procent. Waarom? Om dat te onderzoeken gingen Simonse en zijn collega’s de Haagse markt en het centrum van Eindhoven in. ‘Daar vroegen we mensen of ze weleens moeite hebben om het einde van de maand te halen met hun geld. Daarna nodigden we ze uit voor een kop koffie in een café waar ze rustig konden vertellen over hun financiële situatie. In die setting bleken mensen verrassend open.’
Bang om te moeten betalen
Uit de interviews bleek dat mensen weinig vertrouwen hadden in de overheid in het algemeen, en de Belastingdienst in het bijzonder. ‘Een belangrijke reden waarom mensen geen toeslagen durfden aan te vragen was een angst voor terugvorderingen. Velen hadden in het verleden een terugvordering gehad en daar vervelende herinneringen aan overgehouden. Die zeiden: ‘Dan hoef ik die toeslag niet meer’. Andere obstakels waren administratieve rompslomp, bijvoorbeeld veel formulieren moeten aanleveren om in aanmerking te komen voor bijstand, en schaamte. ‘Je gaat niet zomaar aan je buurvrouw vragen: wil je me even helpen met het aanvragen van een uitkering? We zagen dan ook dat sociale steun, bijvoorbeeld een goed familielid of een professional die even mee kan kijken, positief werkte.’
Initiatief bij de overheid
Om ervoor te zorgen dat mensen de financiële steun krijgen die ze nodig hebben, is het volgens Simonse nodig dat de overheid zich minder wantrouwend opstelt naar de burger. ‘Een beetje wantrouwen is soms goed, maar we zijn doorgeslagen. Bovendien werkt die houding ook door op de burger, die de overheid steeds minder vertrouwt.’ Het zou volgens hem een goed begin zijn om het minder ingewikkeld te maken om steun aan te vragen. ‘Hoeveel bewijsstukken heb je nou echt nodig om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor bijstand? Je kunt het ook omdraaien. Het initiatief om toeslagen aan te vragen ligt nu bij de burger, maar de overheid zou ook zelf kunnen berekenen waar iemand recht op heeft en dat maandelijks op iemands rekening storten. Ik realiseer me dat dit complex is om uit te voeren, maar met zo’n systeem bevorder je wel het vertrouwen.’