Eric Storm: ‘Nationalistische politici zijn internationaler georiënteerd dan traditionele partijen’
Nationalisme is zo aanwezig in onze samenleving dat we ons nauwelijks meer realiseren dat het er ooit niet was. In zijn nieuwe boek legt universitair hoofddocent Eric Storm de mondiale geschiedenis van het fenomeen bloot. ‘Nationalistische bewegingen hebben elkaar altijd beïnvloed.’
‘Een van de redenen dat populisten zoveel succes met nationalisme hebben, is dat het compleet ingebakken zit in de samenleving’, licht Storm toe. ‘We zijn volledig gewend aan de opdeling van de wereld in natiestaten, elk met een eigen, zogenaamd uniek karakter. Neem een etentje: we gaan naar de Chinees, naar de Italiaan of naar de oudhollandse pannenkoekenboot. Het wordt gezien als je vaderlandse plicht om je te identificeren met je natie. Alles wat daarvan afwijkt, is een anomalie. Migratie wordt op deze manier meteen een probleem: die mensen “horen” hier niet.’
In werkelijkheid is migratie van alle tijden, van de Germanen die met de volksverhuizingen naar het huidige Nederland kwamen, tot de huidige bootjes die aanleggen in Italië. Nationalisme en de natiestaat zijn daarentegen recenter van aard. Vaak wordt de Franse Revolutie uit 1789 gezien als startpunt, maar Storm bestrijdt ten zeerste het beeld dat nationalisme een Europese uitvinding is die zich slechts langzaam over de rest van de wereld zou hebben verspreid.
‘Die eurocentrische benadering gaat ervan uit dat het nationalisme eerst werd opgepikt in de Oost-Europa en de Balkan, waarna het pas in de jaren vijftig en zestig ook voet aan de grond kreeg in Afrika, honderdvijftig jaar na de Franse Revolutie. Inmiddels laten allerlei studies zien dat die Revolutie direct een enorme impact had, ook bijvoorbeeld in het gebied rond de Indische Oceaan. Dat wilde ik in mijn boek laten zien, dat mensen altijd goed op de hoogte zijn geweest van nationalistische ontwikkelingen in de rest van de wereld. Een koning in Madagaskar gaat bijvoorbeeld aan het begin van de negentiende eeuw een Frans uniform dragen en met mes en vork eten, omdat hij allerlei elementen van de Franse natiestaat wil overnemen. Die wist precies wat daar speelde.’
Sterk internationaal netwerk
Die uitwisseling is ook nu nog zichtbaar. Hoewel veel populisten pleiten voor een sterkere natiestaat, vormen ze paradoxaal genoeg een sterker internationaal netwerk dan traditionele politieke partijen. ‘Wilders heeft nauwe contacten met Orbán en Le Pen’, zegt Storm. ‘Als een van hen succes krijgt met ageren tegen woke, gaat de rest dat ook doen. Dat maakt het een heel geglobaliseerd netwerk, waartoe bijvoorbeeld ook de voormalige Braziliaanse president Bolsonaro en Narendra Modi, de premier van India behoren. Zij propageren allemaal ongeveer hetzelfde nationalisme.’
Efficiëntie en modernisme
Die terugkeer naar het nationalisme is opmerkelijk, omdat na de Tweede Wereldoorlog lange tijd het omgekeerde te zien was. Storm: ‘Onder het mom van modernisering en efficiëntie werden overal dezelfde betonnen kolossen gebouwd en aan ruilverkaveling gedaan. Landen gingen steeds meer op elkaar lijken en bijvoorbeeld een nieuwe modernistische hoofdstad bouwen, die dan heel sterk op elkaar leken.’
Eind jaren zeventig vindt daarin een omslag plaats. Storm somt op: ‘Je hebt dan de oliecrisis, de opkomst van het neoliberalisme met de verkiezing van Thatcher en de opkomst van de politieke islam in Iran. Tegelijkertijd proberen in de Verenigde Staten de evangelicals invloed te krijgen op de Republikeinse partij.’
De combinatie van religieuze identiteitspolitiek en neoliberalisme vormt een voedingsbodem voor het nationalisme. ‘Neoliberalisme staat eigenlijk voor globalisering, het openen van markten, één wereldhandel, maar dat werkt ook concurrentie in de hand’, legt Storm uit. ‘Om te concurreren op die wereldmarkt, moeten landen zich profileren. Als ze bijvoorbeeld toeristen willen trekken, moeten ze laten zien wat hen uniek maakt. Zo worden nationale verschillen bewust versterkt.’
Einde van een cyclus?
Denkt hij dat het nationalisme binnenkort weer afneemt? Storm: ‘Het is een pendulebeweging, met periodes van gemiddeld dertig, veertig jaar. Dat zou erop wijzen dat we nu aan het einde zitten van een cyclus. Tegelijkertijd zie je dat de AfD wint in Duitsland en dat identiteitspolitiek alleen maar belangrijker lijkt te worden, al is er in Groot-Brittannië wel een omslag gekomen, hebben in Frankrijk de populisten niet gewonnen en lijkt de verkiezingsrace in de VS toch nog niet gelopen voor Trump.’
De Nederlandse vertaling van Nationalisme. Een wereldgeschiedenis verschijnt in september bij uitgeverij Alfabet. Eind oktober volgt het Engelse origineel bij Princeton University Press.