ERC startsubsidie voor onderzoek naar klimaatburgerschap
“Klimaatburgerschap” onderzoekt hoe het aanpassen van de omgeving aan klimaatverandering de manier kan veranderen waarop mensen met elkaar en met bestuur omgaan. Het richt zich op natuurgebaseerde of 'groene' klimaatinfrastructuurprojecten die gebruik maken van natuurlijke entiteiten of processen. Met de ERC-subsidie zal antropoloog Andrew Littlejohn onderzoeken hoe onze noties van burgerschap worden verstoord, gemaakt en geherdefinieerd in het proces van het aanpassen van lokale omgevingen aan wereldwijde klimaatverandering.
Wereldwijd experimenteren overheden en burgers hoe ze zich kunnen aanpassen aan klimaatverandering. Sommige van deze experimenten werken met bestaande infrastructuren zoals zeeweringen en dijken. Andere maken gebruik van natuurgebaseerde of 'groene' benaderingen die natuurlijke entiteiten en processen integreren in het milieubeheer. Zo creëren ingenieurs in Louisiana kanalen in dijken zodat sediment naar de delta kan stromen om steden te beschermen tegen de stijging van de zeespiegel. In Nederland breiden gemeenten hun 'groene infrastructuur' uit. Door het planten van bomen, het aanleggen van verticale tuinen en andere initiatieven voor het vergroenen van de openbare ruimte, hopen ze steden "klimaatbestendig" te maken tegen overstromingen en het risico op hitte.
Dit zijn slechts een paar voorbeelden van wat Andrew Littlejohn 'klimaatinfrastructuur' noemt, oftwel objecten of systemen die regelen hoe lokale omgevingen met translokale klimaatverandering omgaan. Nu de gevolgen van klimaatverandering zich steeds sneller ontwikkelen, experimenteren overheidsinstanties, burgerbewegingen en wetenschappers steeds meer met dergelijke infrastructuren: van planten tot bodems, sedimenten en nog veel meer. Naarmate dit zich uitbreidt, heeft het invloed op meer dan enkel de omgeving. Veel ontwerpers zien deze infrastructuren als mogelijkheden om burgers te inspireren en nieuwe bestuursstructuren te creëren. Tegelijkertijd zijn groene klimaatinfrastructuren voor hun implementatie vaak afhankelijk van de betrokkenheid van burgers.
Groene daken en verticale tuinen
“Climate Citizenship: Infrastructures, Environments, and Democracy in the Era of Climate Change” onderzoekt hoe het aanpassen van omgevingen aan klimaatverandering door middel van natuurgebaseerde projecten de relatie tussen mensen en hun relatie met de overheid opnieuw kan vormgeven. Voorbeelden variëren van groene daken en verticale tuinen tot stadsparken, uiterwaarden en ambitieuzere pogingen om kust- en randstedelijke gebieden te transformeren.
Andrew Littlejohn: “Het project benadert deze nieuwe infrastructuren vanuit sociaal en politiek oogpunt, maar ook als milieuexperimenten. Wanneer en hoe stimuleren ze gedragsverandering, trekken ze nieuw publiek aan of creëren ze nieuwe allianties tussen de belanghebbenden? Kunnen ze mensen aanzetten tot het herdefiniëren van het 'sociaal contract', of de verdeling van rechten en verantwoordelijkheden binnen een samenleving?”
De potentie van 'groene infrastructuren' in drie kustgebieden
Tijdens het schrijven van zijn aankomende boek over hoe mensen in het noordoosten van Japan tsunami's proberen te voorkomen, begon Littlejohn over deze kwesties na te denken. “Na de verwoestende ramp in 2011 stelde de Japanse regering een enorm nieuw systeem van zeeweringen en andere verdedigingswerken voor. Maar veel mensen die in de getroffen gebieden wonen, pleitten voor meer natuurgebaseerde vormen van bescherming, zoals het planten van bossen die de kust beschermen. Toen ik zag hoe mensen jonge boompjes plantten om tsunami's te voorkomen, raakte ik geïnteresseerd in de potentie van 'groene infrastructuur'”. Het onderzoeksproject zal een vergelijkende etnografische studie uitvoeren van groene infrastructuurexperimenten in drie kustgebieden die bedreigd worden door klimaatverandering: de Rijn-Maas-Scheldedelta in Nederland, de Louisiana Delta in de Verenigde Staten en de Baai van Tokio in Japan.
Burgerschap heroverwegen in een veranderend klimaat
Met dit project hoopt Littlejohn nieuwe inzichten te krijgen in hoe staten en burgers burgerschap opvatten, in praktijk brengen en interpreteren in een veranderend klimaat. “Ik hoop ook een conceptuele en methodologische manier te ontwikkelen dat elders nieuw onderzoek naar 'klimaatburgerschap' en 'klimaatinfrastructuur' mogelijk maakt. Dit kan ons helpen om een van de belangrijkste uitdagingen van adaptatie aan te pakken: de toenemende verstrengeling met kwesties van politieke rechten, relaties en verbondenheid”.
“Klimaatburgerschap: Infrastructures, Environments, and Democracy in the Era of Climate Change” zal worden uitgevoerd door Andrew Littlejohn en drie onderzoekers: een postdoc en twee promovendi. Littlejohn en de twee PhD-studenten zullen de etnografische casestudies uitvoeren. De postdoctorale onderzoeker zal helpen bij het ontwikkelen van een 'ecografische' benadering, die de gegevens die verzameld zijn met kwalitatieve methoden combineert met gegevens uit de ecologische wetenschappen om parallelle veranderingen in het sociale, politieke en ecologische leven te volgen.