Universiteit Leiden

nl en

Circulariteit nog geen prioriteit in energietransitie en woningbouw

Zijn we op de juiste weg naar een circulaire economie in 2050, met volledig hernieuwbare energietechnologie en circulaire woningbouw? Het CML onderzoekt samen met Planbureau voor de Leefomgeving, TNO, Universiteit Utrecht en RIVM wat er nodig is om deze doelstelling te halen. De belangrijkste boodschap? ‘Werk samen en houd bij de ontwikkeling van nieuwe innovaties ook rekening met circulariteit.’

‘Er is enorm veel winst te behalen als we kiezen voor een circulaire economie’, zegt René Kleijn, hoogleraar Industriële Ecologie. ‘Dat heeft effect op de hoeveelheid benodigde schaarse grondstoffen én het milieu.’ De politiek ondersteunt de klimaatmissie inmiddels, maar innovatiestrategieën op het gebied van recycling en hergebruik lijken hieraan ondergeschikt. De analyses waaraan CML heeft meegewerkt, onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om hernieuwbare energietechnologie en de woningbouw circulair te maken, en verkent hoe deze mogelijkheden resulteren in een duurzamere sector.

Impact van circulaire maatregelen op hernieuwbare energietechnologie

Hernieuwbare energietechnologie heeft de wind mee. Deze snelle uitbreiding vereist veel materialen, met milieurisico’s en materiaalschaarste tot gevolg. René Kleijn en Arjan de Koning van CML hebben samen met onderzoekers van RIVM, TU Delft en Universiteit Utrecht de impact van circulaire maatregelen op drie hernieuwbare energiesystemen onderzocht: zonnepanelen, windturbines en Li-ion batterijen in bijvoorbeeld elektrische auto’s. Daarvoor combineerden ze drie perspectieven: materiaalstromen, de technische opties en het innovatiesysteem (alles wat te maken heeft met het faciliteren van innovaties en transitie).

‘De energietransitie en de circulaire transitie hangen natuurlijk op meerdere manieren met elkaar samen en kunnen elkaar zowel tegenwerken als versterken.’

Uit analyse blijkt dat we de toename van materiaalgebruik met 19 tot 38 procent kunnen verminderen als we meer rekening houden met circulariteit bij het plaatsen van hernieuwbare energiesystemen tot aan 2050. Circulaire maatregelen zijn bijvoorbeeld productpaspoorten, ontwerp voor lange levensduur, efficiënter materiaalgebruik en inzet van geavanceerde recyclingmethoden om meer materialen terug te winnen uit Li-ion batterijen.

Een van de boodschappen uit het rapport is de noodzaak om circulariteitsinnovaties in samenhang met energie-innovaties te ontwikkelen, omdat deze laatste op dit moment zo sterk leidend is. ‘De energietransitie en de circulaire transitie hangen natuurlijk op meerdere manieren met elkaar samen en kunnen elkaar zowel tegenwerken als versterken’, zegt Kleijn.

Circulaire woningbouw vraagt om gecoördineerde actie

Om aan de vraag naar huisvesting te blijven voldoen, zullen we bestaande woningen moeten renoveren en ook nieuwe woningen moeten bouwen. Dit vraagt om veel materiaal. Ester van der Voet en Janneke van Oorschot van het CML keken daarom samen met onderzoekers van TNO, Universiteit Utrecht en PBL  naar de materiaalvoorraden en -stromen in de woningbouw. Ook onderzochten ze de effecten van de verschillende maatregelen (zoals recycling en hergebruik) op materiaalvoorraden tot 2050. ‘Met onze kennis kunnen we toetsen welke circulariteitsstrategieën het beste bijdragen aan het beleidsdoel van de overheid: vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw’, zegt Ester van der Voet, hoogleraar Duurzaam grondstofgebruik.

Uit hun analyse blijkt dat de juiste maatregelen zeker kunnen zorgen voor minder toename van materiaalgebruik. Wel is er een combinatie van maatregelen nodig om het verschil te maken. Denk bijvoorbeeld aan: optoppen (bouwen op bestaande bouw), prefab bouwen, levensduurverlenging en biobased bouwen. Effect zien we pas op lange termijn, zegt Van der Voet. ‘Woningen hebben een lange levensduur, veranderingen gaan langzaam.’  

‘Als we nu niets doen is er ook op lange termijn geen circulariteit en bijbehorende milieuwinst te verwachten.’

Hoewel circulariteit een gunstig effect heeft op het materiaalgebruik, blijven klimaat- en milieu-impact hoog, zo blijkt uit het rapport. Broeikasgasuitstoot halveert volgens de studie tegen 2050 vergeleken met 2020. Om de klimaatdoelen te bereiken is een verdere afname nodig.

In het rapport benadrukken de onderzoekers dat een gecoördineerde aanpak vereist is om de transitie naar circulaire woningbouw te faciliteren. Verandering in de woningbouw is complex, want het beleid is verspreid over verschillende partijen. Van der Voet: ‘Dat betekent niet dat we het hele idee maar moeten vergeten; als we nu niets doen is er ook op lange termijn geen circulariteit en bijbehorende milieuwinst te verwachten.’

Kennis gebruiken bij het ondersteunen van Nederlands milieubeleid

Kleijn vindt het belangrijk om mee te werken aan deze analyses naar materiaalvoorraden van belangrijke productgroepen in het kader van het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE). ‘Wij dragen al jaren bij aan het beleid rondom NCPE. We vinden het belangrijk om niet alleen te publiceren in de wetenschappelijke literatuur maar met onze kennis ook het Nederlands milieubeleid te ondersteunen.’

Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2023-2024

Deze productgroepanalyses hernieuwbare energietechnologie en woningbouw zijn twee van de drie analyses die zijn uitgevoerd binnen het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2023-2024. Naast hernieuwbare energietechnologie en woningbouw is ook kunststofverpakking onderzocht. Ze zijn uitgevoerd onder regie van het PBL door RIVM, TNO en CML in samenwerking met Universiteit Utrecht, RWS en TU Delft.

Daarnaast heeft het PBL een overkoepelende notitie gemaakt over de overeenkomsten en verschillen tussen de productgroepanalyses.

Tijdens het symposium op 9 september verkennen ze wat vervolgstappen kunnen zijn voor politiek & beleid, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Aanmelden voor dit symposium kan hier.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.