Historisch onderzoek helpt biodiversiteit in Leidse binnenstad
De gemeente Leiden wil de binnenstad klimaatbestendig maken: door te vergroenen, moet hittestress worden tegengegaan. Tegelijkertijd moet recht worden gedaan aan het erfgoed. Onderzoeksmedewerker Fenna IJtsma duikt in historisch groen om inspiratie te bieden.
‘De gemeente wil meer groen, maar ook het beschermd stadsgezicht behouden’, legt IJtsma uit. ‘Om ervoor te zorgen dat dit een geheel wordt dat vergroeit met de stad startte de gemeente in samenwerking met kennisinstellingen en stadspartners het project Erfgoed Deal Leiden. Onderdeel daarvan is historisch onderzoek naar het groen en de kades binnen de singels om op voort te borduren. Waar was groen, hoe werd de grond gebruikt?’
Interdisciplinaire aanpak
IJtsma werkt hiervoor, met Ariadne Schmidt, samen met erfgoeddeskundigen van Erfgoed Leiden en Omstreken en biologen van Naturalis. ‘Terwijl ik naar de geschiedenis kijk, starten de biologen en onderzoekers van Naturalis met een biodiversiteitsonderzoek’, vertelt ze. ‘Dat interdisciplinaire karakter maakt dit type onderzoek heel vernieuwend.’
Bij de eerste ontmoeting werd die verschillende blik al meteen duidelijk. ‘Op het beeldmateriaal dat ik voorlegde, zag ik alleen bomen en wat gras. Zij begonnen meteen over gradiënten in het landschap en het belang daarvan voor biodiversiteit.’
Vier eeuwen materiaal
In totaal heeft IJtsma vier eeuwen aan archiefmateriaal tot haar beschikking, vol keurboeken met regelgeving, de handelingen van de gemeenteraad, bijvoorbeeld over de aanleg van het Plantsoen of het archief van de Leidse gezondheidscommissie, Daarnaast kan ze gebruikmaken van later geconstrueerd materiaal, zoals statistieken over bevolkingsgroei. ‘Als het inwoneraantal van een stad krimpt, worden er misschien huizen afgebroken, wat dan weer meer ruimte voor groen kan opleveren.’
Het zal dan ook niet lukken om al het materiaal in kaart te brengen in het jaar dat voor dit onderzoek staat. ‘Voor de selectie wil ik echt afgaan op de stadsontwerpers van de gemeente’, licht IJtsma toe. ‘Waar slaan zij op aan? Waar denken zij iets mee te kunnen? Naar aanleiding van hun commentaar kan ik het onderzoek sturen in de richting die voor hen handig is.’
Geen 1:1 reconstructie
Daarbij is het nadrukkelijk niet de bedoeling om de historische situatie exact te herstellen. ‘Als ik ergens iepen vind, hoeven daar niet onmiddellijk iepen voor te worden teruggeplaatst’, zegt IJtsma. ‘Het kan wel een inspiratie zijn om te overwegen wat bomen of andere beplanting met die plek zouden doen.’
Daarnaast kunnen de historische documenten argumenten bieden. ‘Een groot deel van de binnenstad is historisch stadsgezicht. Dan zijn de mogelijkheden om te vergroenen wat kleiner: je mag niet altijd zomaar een boom voor een monument planten. In dat soort gevallen kan het helpen om te weten hoe de groene omgeving er ooit uitzag.’
Bewonerstoolkit
Het bijzondere is dat IJtsma met haar onderzoek uiteindelijk ook bewoners bereikt. ‘Behalve een toolkit voor de gemeente om openbare ruimte te vergroenen komt er ook een toolkit voor bewoners. Zij kunnen daarmee zelf aan de slag om hun tuin te verduurzamen.’