Rapport over academische vrijheid: 'Kroonjuweel verdient betere zorg'
Wat houdt academische vrijheid in en hoe vullen we deze in Leiden in? Het Kernteam Academische Vrijheid boog zich over deze vragen en presenteerde op 17 juni zijn eindrapport. ‘Dit kroonjuweel van onze universiteit verdient betere zorg’, aldus rector magnificus Hester Bijl die het rapport in ontvangst nam.
In 2022 stelde de rector een Kernteam Academische Vrijheid in. In de periode daaraan voorafgaand waren er verschillende incidenten op de universiteit, variërend van sprekers of gastdocenten die door studenten werden geboycot tot een discussiebijeenkomst voor en door studenten over Palestina die de universiteit annuleerde.
Her en der klonk het geluid dat de academische vrijheid in Leiden onder druk was komen te staan. Anderen brachten hiertegen in dat de academische vrijheid niet moet worden verward met de vrijheid van meningsuiting en dat de universiteit geen debatcentrum is.
Kernteam Academische Vrijheid?
Het Kernteam Academische Vrijheid bestaat uit vijf hoogleraren van vijf verschillende faculteiten: Frits van der Meer (FGGA), Sense Jan van der Molen (FWN), Jannemieke Ouwerkerk (Rechten), Herman Paul (FGW) en Martine de Vries (LUMC). Het kernteam voerde de afgelopen periode een reeks gesprekken met medewerkers en studenten. Het rapport Academische vrijheid: een Leidse lijn is zijn eindproduct en is op 17 juni aangeboden aan rector Hester Bijl
Uitleggen wat Academische vrijheid is
In zijn rapport noemt het kernteam drie concrete aanbevelingen. Ten eerste moet (herhaaldelijk) worden uitgelegd – in het onderwijs en in cursussen – wat academische vrijheid inhoudt en wat deze van studenten, medewerkers en bestuurders vergt. Tijdens gesprekken en dialogen bleek volgens het Kernteam namelijk dat de betekenis van academische vrijheid vrij impliciet is. Medewerkers en studenten hebben er verschillende associaties bij, maar als hen om een definitie wordt gevraagd, moeten ze zoeken naar woorden.
Doorlopend gesprek
De tweede aanbeveling van het kernteam is om academische vrijheid ‘onderwerp te maken van een doorlopend gesprek’. Hierdoor kan de waarde die de universiteit aan deze vrijheid hecht concreet worden gemaakt voor actuele vraagstukken. Dit kan onder meer door structureel vervolg te geven aan de brede dialogen die het kernteam organiseerde om urgente thema’s te bespreken. Bijvoorbeeld over samenwerking met niet-democratische regimes, financiële bezuinigingen en strategische keuzes, sociale veiligheid, toenemende regeldruk en institutionele autonomie.
Vier de academische vrijheid en leef haar uit
De derde aanbeveling in het rapport is: vier de academische vrijheid en leef haar uit. Organiseer, telkens als de actualiteit daartoe aanleiding geeft, bijeenkomsten waar medewerkers en studenten de actualiteit kunnen duiden en elkaar over politieke grenzen heen de hand kunnen reiken.
Kernteamlid Herman Paul: ‘Op de universiteit vinden mensen van heel verschillende pluimage elkaar in een gemeenschappelijke fascinatie voor kennis en begrip van de wereld.’ De universiteit is volgens hem op zijn best als bijvoorbeeld studenten uit Israël en Gaza met elkaar in de collegezaal kunnen zitten. ‘De universiteit is niet primair een politieke arena waar andersdenkenden als tegenstanders worden geframed, maar een plek waar mensen proberen te begrijpen waar het Midden-Oostenconflict vandaan komt, wat er gebeurt en wat er op het spel staat. Hoe zit de wereld in elkaar? Dat is de universiteit, dat is de academische vrijheid.’
Samen verantwoordelijkheid nemen
Rector Hester Bijl is blij dat het rapport er is. ‘Hiermee is een thermometer in de organisatie gestoken en de diagnose is gesteld: we hebben de academische vrijheid de afgelopen jaren niet de aandacht en zorg gegeven die het verdient. Dat moet beter.’ En dat lukt volgens de rector alleen als zowel bestuurders als medewerkers en studenten hun verantwoordelijkheid nemen. Het rapport is dan ook een beginpunt. Er wordt de komende tijd gewerkt aan een plan van aanpak, waarin onder meer komt te staan hoe academische vrijheid en de rechten en plichten die daarbij horen onder de aandacht kunnen worden gebracht van medewerkers en studenten.
Bijl voegde hieraan toe: ‘Academische vrijheid is een groot concept waar we samen invulling aan geven. Dan kan op verschillende manieren. Zo is er het complexe vraagstuk met wie wij samenwerken en met wie niet. De tijdelijke commissie ‘Toetsing ethische aspecten in samenwerkingen’ gaat ons hiermee helpen, en komt met een voorstel hoe we dat op een verstandige en werkbare wijze kunnen doen, in gesprek met de gemeenschap. We komen er alleen uit als we samen onze verantwoordelijkheid nemen.’
Wat houdt academische vrijheid in?
In de Nederlandse wet staat academische vrijheid als volgt omschreven: de vrijheid van docenten, onderzoekers en studenten om bij het geven van onderwijs, het verrichten van onderzoek, respectievelijk bij het ontvangen van onderwijs hun eigen wetenschappelijke inzichten te volgen.
Concreet betekent dit: studenten mogen in hun werkstukken hun eigen vraagstelling en methoden kiezen, docenten hebben de vrijheid zelf te bepalen welke thema’s ze in hun onderwijs behandelen en welkeliteratuur ze aan hun studenten voorschrijven. En onderzoekers mogen zelf beslissen welke onderzoek ze willen verrichten, met wie ze samenwerken en waar ze publiceren.
Tegelijk is deze vrijheid niet onbegrensd. De academische vrijheid is een beginsel dat moet worden afgewogen tegen andere beginselen, normen en belangen. Zo mogen onderzoekers geen slordig, vooringenomen of frauduleus onderzoek doen. En de academische vrijheid van de één mag niet worden beperkt worden door de vrijheid van de ander. Daarnaast mag de universiteit grenzen stellen aan de academische vrijheid van studenten, docenten en onderzoekers. Daarbij luistert het nauw. Over methoden of conclusies van onderwijs en onderzoek mag een instelling zich niet uitspreken. Wel mag ze onderwijsprogramma’s en onderzoekagenda’s vaststellen waarbinnen het onderwijs en het onderzoek van individuele medewerkers moet passen.
Een volledige omschrijving van wat academische vrijheid is, staat in de bijlage van het rapport.
Foto: Marc de Haan