Liever een verre vreemde dan een boze buur
Mensen werken niet alleen liever samen met leden van hun eigen ingroup, ze concurreren er ook liever mee, lieten Leidse onderzoekers in een sociaalpsychologische studie in 51 landen zien. Dit ‘nasty neighbor’- effect was een grote verrassing voor de onderzoekers, totdat ze in studies over dieren doken. Publicatie in Science Advances.
Uit de bulk van het sociaal-psychologisch onderzoek naar ingroup-outgroep-relaties blijkt dat leden van een groep veel liever samenwerken met hun eigen groepsgenoten, landgenoten of politieke vrienden dan met buitenstaanders. Dit bleek ook uit een eerdere studie van onderzoeker Angelo Romano.
Angelo Romano: ‘We hadden verwacht dat we de andere kant van dezelfde medaille zouden zien, en dat mensen vooral de strijd aan zouden gaan met een lid van de outgroup. Maar in géén van die 51 landen vonden we daar steun voor.’
De verrassing voor zijn collega’s en Romano zelf was dan ook groot toen uit zijn nieuwe experimentele studie in 51 landen - ditmaal naar competitie en conflict in plaats van samenwerking - bleek dat de deelnemers juist veel meer investeerden in competitie met hun eigen landgenoten dan met anderen. De competitiebereidheid nam zelfs af naarmate het land van de potentiële mededinger verder weg lag. Ook was er geen correlatie met de mate waarin mensen zich identificeerden met hun eigen land.
Het spel: concurreren om geld
Om in een gecontroleerd experiment sociaalpsychologische mechanismen bloot te leggen, laten onderzoekers hun proefpersonen vaak een spel spelen. Zo ook Romano. In een online experiment werden de deelnemers uit de 51 landen verdeeld in ‘aanvallers’en ‘verdedigers’. Beiden kregen een bedrag van 10 eenheden geld, waarvan de waarde overeenkwam met het gemiddelde loon voor één minuut werk in hun eigen land. Ze mochten zelf beslissen hoeveel daarvan ze wilden inzetten om van hun tegenstander te winnen of om zich te verdedigen tegen de hebzucht van de tegenstander. Hoeveel de ander zou inzetten wisten ze niet van elkaar.
Daarna moesten zowel de aanvallers als de verdedigers beslissen hoeveel geld ze bereid waren te investeren bij 1) een landgenoot als tegenstander, 2) 25 tegenspelers uit elk een ander land en 3) één volslagen onbekende. Zonder uitzondering zetten ze het meeste geld in als hun tegenspeler een landgenoot was.
Kenia: land van bloedige burgertwisten
De onderzoekers besloten hetzelfde experiment uit te voeren in Kenia. In plaats van landen deden er nu verschillende bevolkingsgroepen mee. ‘Kenia is heel interessant vanwege zijn geschiedenis van bloedige burgertwisten tussen verschillende bevolkingsgroepen, zoals de Luo en de Kikuyu,’ verklaart Romano. ‘We wilden weten of dit de keuzes van de deelnemers zou beïnvloeden. Maar we zagen precies hetzelfde patroon als in de landenstudie: de competitiebereidheid binnen de eigen groep was groter. We hebben het experiment herhaald in Groot-Brittannië, met hetzelfde resultaat.’
Het spel: vertrouwen
Er volgde nóg een experiment, maar ditmaal betrof het een vertrouwensspel. Dat wordt vaak gebruikt om de wens tot samenwerking te onderzoeken. Dit experiment leverde de oude vertrouwde uitkomst op, bekend uit de literatuur: mensen hadden meer vertrouwen in hun eigen landgenoten dan in anderen.
‘Opvallend was dat er geen enkele statistische samenhang was tussen de uitkomsten van beide onderzoeken,’ zegt Romano. ‘Het lijken twee volstrekt losstaande verschijnselen te zijn. En zeker niet twee kanten van één medaille.’
‘Nasty neighbors’
‘Bij de koffie hebben we er de nodige discussie over gehad,’ vervolgt hij. ‘En we zijn de literatuur ingedoken. Maar er bleek nauwelijks sociaalpsychologisch onderzoek te bestaan waarin iets vergelijkbaars was gevonden, misschien omdat het meeste onderzoek over samenwerking gaat.’
Het dierenrijk bood echter uitkomst. In de gedragsbiologie stuitten de onderzoekers op het zogenoemde ‘nasty neighbor’-effect: sommige sociaal levende insecten, vogels en zoogdieren, zoals de Euraziatische bever of de gibbon, gedragen zich onder sommige omstandigheden vijandiger tegen hun naaste buren dan tegen soortgenoten van buiten, bijvoorbeeld bij het afbakenen van hun territorium.
Status en schaarste
Op zoek naar een verklaring focusten de onderzoekers op de factoren status en schaarste. ‘Status in de groep speelt ook een belangrijke rol in de onderzoeken bij dieren,’ weet Romano. ‘En ook in ons onderzoek was het effect groter bij mensen die zichzelf een lage status toekenden.’
Voor schaarste lag het iets minder duidelijk, maar ook dat aspect verdient nader onderzoek. ‘We kennen de ‘valse buur’ natuurlijk allemaal uit bijvoorbeeld de vroege coronatijd, toen er geruchten gingen dat wc-papier of babyvoeding op zouden raken, en veel mensen begonnen te hamsteren. Het verschil met onze experimenten is dat de deelnemers expliciet voor de keuze werden gesteld: wedijver ik liever met mijn landgenoot of met een buitenlander.’
In Romano’s experiment bleken deelnemers uit minder welvarende landen inderdaad meer geld in de concurrentie met de eigen landgenoten te investeren dan deelnemers uit rijke landen deden. ‘Maar over de achterliggende motieven zijn er nog heel veel open vragen.’
Vluchtelingen
Hoe valt dit patroon te rijmen met recente ontwikkelingen in Nederland, waar bijvoorbeeld vluchtelingen vaak worden gezien als de belangrijkste concurrenten op de krappe woningmarkt? ‘In zo’n situatie van schaarste kan een zondebok worden aangewezen, die de aandacht afleidt,’ denkt Romano. ‘Maar uiteindelijk moeten we al dat soort factoren mee gaan nemen.’
De onderzoekers ontwikkelen nu een theoretisch model waarin ze al die elementen opnemen: de evolutiebiologie, de omstandigheden waaronder mensen of dieren samenwerken of elkaar juist beconcurreren. ‘Door al die aspecten mee te nemen proberen we meer inzicht te krijgen. We willen bijvoorbeeld ook gaan kijken naar politieke groeperingen.’
Tekst: Hilje Papma
Science Advances
The nasty neighbor effect in humans
Sociaalpsycholoog Angelo Romano, die in Leiden samenwerkte met Spinozalaureaat Carsten de Dreu, doet onderzoek naar ingroup-outgroup-processen waarbij hij heel veel verschillende landen betrekt. Voordat hij in 2020 naar Leiden kwam, had hij net een experimenteel onderzoek in 42 landen afgerond naar samenwerking en vertrouwen. Ook bij hem was een van de meest robuuste uitkomsten daarvan dat mensen bij voorkeur samenwerken met mensen uit hun eigen cultuur.