Universiteit Leiden

nl en

Internationale studenten ontdekken de archeologie van Oss: ‘Ik vond 50% van de aardewerkscherven’

De gemeente Oss is een begrip in de wereld van de Nederlandse archeologie. Al vijftig jaar lang leggen Leidse archeologen, in samenwerking met inwoners van Oss, de geschiedenis van de gemeente bloot. 2024 is het archeologische jaar van Oss! In een reeks interviews blikken we terug op vijftig jaar samenwerking en kijken we naar de toekomst. Dit keer interviewen we twee eerstejaars archeologiestudenten, die deelnamen aan de Fieldschool van 2024.

Goede plek om te beginnen

In het eerste jaar van de Leidse bacheloropleiding Archeologie leren studenten opgraven in de zogenaamde Fieldschool. Hier ervaren ze de basis van de archeologische discipline in het veld. In 2024 vond, net als voorgaande jaren, de Fieldschool plaats in Oss. ‘Voor mij waren de verwachtingen hooggespannen’, zegt eerstejaarsstudent Wojtek Miastkowski. Wojtek, oorspronkelijk afkomstig uit Polen, had al deelgenomen aan een opgraving in de stad Gdansk. ‘Die site had goed bewaard gebleven resten van het einde van de middeleeuwen en het begin van de vroegmoderne tijd. De vindplaats in Oss is daarentegen veel ouder en slecht bewaard gebleven. Toch verbaasde het mij hoeveel informatie we eruit kunnen halen.’

Ook Frieda, oorspronkelijk uit Duitsland, had voordat ze naar Leiden kwam al enige opgravingservaring opgedaan. ‘Ik liep stage in het centrum van Leipzig op een site met kenmerken uit de late middeleeuwen en de Tweede Wereldoorlog.’ legt ze uit. ‘Oss was anders, vooral omdat we in het veld konden werken zonder dat mensen om je heen stonden en de hele tijd foto’s maakten, alsof we aapjes in de dierentuin waren. Ik vond het ook heerlijk om in het zand te graven, dat is veel makkelijker om in te graven dan in klei.’

Wojtek knikt. ‘De bodem maakt Oss tot een prima oefenterrein: je graaft in geel zand en archeologische resten zijn donker van kleur. Als je iets donkers tegenkomt, is dat een spoor, zo niet, dan is het dat niet. Goede plek om te beginnen en de basisbeginselen van de archeologie te leren.’

'Je graaft in geel zand en archeologische resten zijn donker van kleur.'

Bronstijdwaterput

Hoewel de archeologische vondsten in Oss van de Nederlandse bronstijd ongeëvenaard zijn, betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat je veel artefacten zult vinden. ‘In de tijd dat ik in Oss was, was ik verantwoordelijk voor het vinden van 50% van de aardewerkscherven!’ verkondigt Wojtek trots. ‘Het totale aantal opgegraven scherven was twee, dus één was van mij, gevonden op de bodem van een bronstijdput. Iedereen was verrast dat we zo weinig vonden.’

Frieda’s verhaal is net anders. ‘We kwamen sporen van huizen uit de bronstijd tegen, maar ook aardewerkscherven. Ik heb zelfs de rand van een pot gevonden en het voelde als mijn baby.’ Ze lacht. ‘In totaal heb ik drie scherven en verschillende sporen gevonden, net als de andere studenten. Zoals de overblijfselen van een geitenbok en daarbij goed bewaard gebleven hout.’ Dat is inderdaad een zeldzame vondst.

'Ik heb zelfs de rand van een pot gevonden en het voelde als mijn baby.'

‘Oss is iconisch’

Met deelname aan de Fieldschool in Oss maken de eerstejaarsstudenten nu deel uit van een project dat al een halve eeuw loopt. ‘Het is leuk om iets overeenkomstig te hebben met de meeste archeologen die aan de Universiteit Leiden afgestudeerd zijn’, merkt Wojtek op. ‘Ik merk nu al dat dit het ijs kan breken in een gesprek. Je kunt altijd vragen: ‘Hoe was jouw Oss?’’ Frieda lacht erom: ‘Precies dit overkwam me op het eindejaarsevenement van de faculteit! Veel mensen vroegen mij hoe het in Oss was geweest.’ Wojtek knikt: ‘Oss is iconisch.’

Opgravingsleider Arjan Louwen haalt het gevonden stuk hout naar boven.

Stank en hagel

Bij elk veldwerk horen grappige anekdotes, en bij de Fieldschool in Oss is dat niet anders. Wojtek deelt een weergerelateerde gebeurtenis. ‘De dag begon met redelijk mooi weer, maar op het moment dat we de opgraving bereikten, begonnen de wolken samen te trekken. Dr. Mark Driessen verkondigde richting de hemel dat hij geen regen zou accepteren. En inderdaad, tien minuten later was er geen regen. In plaats daarvan begon het te hagelen.’ Hij grijnst. ‘En daar was Mark Driessen, die riep: ‘Kijk, het regent niet!’ We lachten allemaal terwijl we aan het graven waren in de hagelbui.’

Frieda vertelt het verhaal van de vondst van de geitenbok. ‘Omdat de resten van het dier al tijden onder het grondwaterpeil lagen, was deze nog niet volledig vergaan, waardoor de stank die vrijkwam verschrikkelijk was. We moesten allemaal onze mond bedekken. Natuurlijk werd de geit gevonden op de dag dat alle ouders van de gravende studenten de site bezochten.’ Je kunt dit soort dingen gewoonweg niet plannen. Wojtek schudt zijn hoofd: ‘Het is het heerlijke leven van een archeoloog.’

'Het is maar hagel!'

Gemeentelijke identiteit

Naast de gezelligheid zijn de opgravingen in Oss een serieuze aangelegenheid. De resultaten en opmerkelijke vondsten hebben hun weg gevonden naar de gemeentelijke identiteit en de archeologische overblijfselen worden door de lokale bevolking zeer gewaardeerd. ‘Het is heel belangrijk om contact te houden met de mensen die rondom de site wonen. Wij graven hun geschiedenis op en zij voelen zich verbonden met het land’, merkt Wojtek op.

Frieda beaamt dit: ‘Als archeoloog is het heel belangrijk om de mensen die in de omgeving van een opgraving wonen erbij te betrekken. Ze hebben meestal veel informatie over het gebied, het terrein, de lokale gewassen of dieren. Natuurlijk is een deelname van slechts twee weken niet genoeg om verbindingen te leggen met de lokale bevolking.’ Gelukkig zetten de Leidse opgravingsleiders zich ieder jaar weer in om de verbindingen sterker te maken. De studenten van de jaarlijkse Field School zijn graag geziene gasten in Oss en omgeving.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.