Daar zit muziek in: hoe het spelen van een instrument het puberende brein beïnvloedt
Opgroeien in een muzikale omgeving of tijdens de coronapandemie, wat doet dat met de hersenontwikkeling van tieners? Dat onderzocht psycholoog Lina van Drunen bij honderden tweelingen tijdens haar promotieonderzoek. Ze ontdekte: muziek beoefenen vertraagt de hersenontwikkeling, en dat biedt kansen.
Zelf weet ontwikkelingspsycholoog Lina van Drunen als geen ander hoeveel oefening het vergt, een muziekinstrument leren bespelen. ‘Ik speel gitaar en ik zing, daarom vond ik het extra boeiend te leren welk effect het heeft op hoe het brein zich ontwikkelt.’ Al ploegend door de literatuur kwam ze er ook achter: ‘Er is al veel onderzoek verricht naar de gevolgen van een zogenoemd benadeelde omgeving op de hersenen, zoals opgroeien in een omgeving met veel stressoren. Maar niet naar cognitief verrijkende omstandigheden, zoals een muzikale omgeving.’ Daarom onderzocht ze de invloed van een muzikale omgeving en van de coronapandemie op de hersenontwikkeling van vijfhonderd tweelingen tussen de 7 en 14 jaar.
Op 18 juni van 12:30 tot 13:15 verdedigt Lina van Drunen haar proefschrift Rhythms of resilience: Individual differences in genetic and environmental effects on brain development. Volg de livestream.
Unieke kans
‘De dataverzameling van mijn onderzoek begon al acht jaar geleden, maar mijn promotietraject duurde vier jaar,’ vertelt Van Drunen. Toen in 2020 de dataverzameling van het derde MRI-onderzoek was gestart, hadden ruim honderd tweelingen al meegedaan voordat de coronapandemie begon. ‘Hierna lag het onderzoek drie maanden stil. Dat was even schrikken, maar gelukkig konden we de metingen na die tijd weer oppakken.’ Deze periode bood ook een unieke kans. ‘Nu konden we meten welke invloed deze benadeelde omgeving had op de hersenontwikkeling. We hadden immers al data van een groep jongeren die de pandemie niet had meegemaakt; nu vergeleken we die gegevens met die van de tieners midden in de pandemie.’ In zes jaar tijd werden de tweelingen in totaal drie keer in de MRI-scanner gemeten. Daarnaast deden ze cognitieve taken, sociale gedragstaken en een sensorimotor-synchronisatietaak, om muzikaliteit te meten.
'We vermoeden dat de hersenen van muzikale jongeren zich langer doorontwikkelen'
Muziek spelen vertraagt breinontwikkeling
Bij de muzikaliteit-taak bekeken de onderzoekers hoe goed de jongeren hun vinger konden meebewegen op de beat van een metronoom en muziek. Vervolgens keken ze op welke manier de hersenontwikkeling voorspelde hoe goed jongeren waren in die taak. 'We zagen dat sommige hersengebieden langzamer ontwikkelden bij jongeren die goed in de muziektaak waren en veel op een instrument oefenden, zoals gebieden die te maken hadden met motorfuncties en emotie-regulatie.’ Dat klinkt negatief, maar Van Drunen en haar collega’s interpreteren deze uitkomst juist als een teken dat het brein zich rustiger ontwikkelt. ‘Onze suggestie is dat de hersenen van muzikale jongeren zich langer doorontwikkelen en de zogenaamde window of learning breder is. Dit effect zagen we al bij jongeren die af en toe op amateurniveau muziek spelen.' Dat een muzikale omgeving verrijkend is voor de hersenontwikkeling, strookt met eerder onderzoek. Daaruit blijkt dat muziek spelen stress verlaagt, zorgt voor een betere emotieregulatie en goed is voor de sociale interactie, omdat je met anderen speelt.
'De coronapandemie vereiste van jongeren dat ze op bepaalde gebieden sneller volwassen werden.'
Effect van de coronapandemie
Een tegengesteld effect zagen de onderzoekers juist toen ze naar de impact van de coronapandemie keken. ‘Daar zagen we een versnelde ontwikkeling van bepaalde hersengebieden. Met name de mediale prefrontale cortex en de hippocampus, die in verband worden gebracht met sociale interacties en het reguleren van stress. Zo’n versnelde ontwikkeling is niet per se slecht. Hersenen lijken zich zo aan te passen zodat je het beste kan overleven in de omgeving waar je in opgroeit. De coronapandemie vereiste van jongeren dat ze op bepaalde gebieden sneller volwassen werden.’ Bovendien ontwikkelde het hersengebied dat betrokken is bij het perspectief innemen van een ander zich na een tijdje weer op het tempo zoals voor de pandemie. ‘Blijkbaar vonden kinderen manieren om op een nieuwe manier sociale contacten te onderhouden. Dat duidt op weerbaarheid.’
Welzijn van tieners
Van Drunen benadrukt dat haar resultaten niets zeggen over hoe slecht of wenselijk het is als de hersenen zich in een bepaald tempo ontwikkelen. ‘We weten nu dat de omgeving een grote rol speelt in hoe dat gebeurt in de tienerjaren, maar het is nog niet duidelijk welke invloed dit heeft op het welzijn van jongeren.’ Dat gaat ze de komende jaren verder onderzoeken als postdoc van het ActiveMinds-project aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. ‘Samen met jongeren gaan we uitpluizen hoe zij denken over mentaal en fysiek welzijn en hoe we die het beste kunnen meten. Zo leren we samen met hen wat ze kunnen doen om hun eigen welzijn op te krikken.’
Het onderzoeksteam van het Leiden Consortium Individual Development staat onder leiding van Eveline Crone; Lina van Drunen voerde het onderzoek uit als onderdeel van haar AIO-project. De betrokken onderzoeksgroep bestaat verder uit Lara Wierenga (co-promotor), Michelle Achterberg, Simone Dobbelaar, en Mara van der Meulen. Voor meer informatie:
developmentmatters.nl | brainanddevelopment.nl