‘Klimaatschade en natuurverlies zijn oneerlijk verdeeld. De oplossingen ook’
Een eerlijker verdeling van welvaart en gelijke rechten voor iedereen op deze aardbol zijn broodnodig in de strijd voor een leefbare planeet, betoogt hoogleraar antropologie Marja Spierenburg. ‘Dat levert ook brede steun op voor verduurzaming.’
Dit artikel staat in de nieuwe white paper van Leiden Delft Erasmus Universities (LDE) en Naturalis: Verbind klimaat en biodiversiteit – Voor de samenleving, economie en natuur. Hierin lees je hoopvolle inzichten over de connectie tussen klimaat en biodiversiteit, in interviews met onder andere Koos Biesmeijer en Paul Behrens. De paper verschijnt 22 mei ook als PDF op de website van LDE.
Hoe hangen klimaatverandering en verlies van biodiversiteit samen met ongelijkheid?
‘Welgestelde mensen hebben door hun grotere consumptie een veel grotere ecologische voetafdruk dan minder rijke mensen. De rijkste één procent van de mensen op aarde stoot twee keer zoveel broeikasgassen uit als de armste helft van de wereldbevolking. Rijke mensen leggen een onevenredige druk op het gebruik van hulpbronnen. Ze vliegen meer en als ze overstappen op elektrische auto’s, met subsidie, kiezen ze vaak voor een knots van een SUV. Daar zit veel lithium in, waarvan de winning schadelijk is voor mens en milieu. Een kleiner autootje zou natuurlijk ook prima voldoen.’
En de zwakste schouders dragen de zwaarste lasten van ecologische schade?
‘Landen in het mondiale zuiden hebben al veel meer en al veel langer te maken met de gevolgen van klimaatverandering. Delen van Azië en Afrika worden onleefbaar door te hoge temperaturen, droogte en cyclonen. Ook in rijke landen wonen kwetsbare groepen vaker in gebieden waar overstromingsgevaar bestaat, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. In Nederland kunnen mensen met een koophuis investeren in het isoleren van hun huis, ook weer met subsidie. Huurders betalen de hoge energierekening en lijden energie-armoede. Dat contrast draagt niet bij aan vertrouwen in de overheid en steun voor verduurzaming. In arme wijken weten mensen vaak minder goed de weg om hun beklag te doen.’
Is biodiversiteit of natuur ook oneerlijk verdeeld?
‘In Nederland wonen mensen die minder te besteden hebben in wijken waar minder groen is. Zij profiteren niet van de voordelen van groen in een wijk, zoals een betere gezondheid, welzijn en recreatie. Mensen die het minder breed hebben, krijgen het gevoel dat zij de rekening gepresenteerd krijgen van maatregelen tegen klimaatverandering of voor natuurbescherming. Een deel van hen verliest daardoor nog meer het vertrouwen in de overheid. Sociale wetenschappers, zoals antropologen, kunnen helpen om beter te luisteren naar de verhalen van al deze mensen.’
Gaat minder armoede gepaard met meer consumeren, met alle ecologische gevolgen van dien?
‘Ik zie een dubbele houding ten opzichte van armoede in relatie tot duurzaamheid. Aan de ene kant de vrees dat mensen uit armoede de natuur over-exploiteren, en van de andere kant de vrees dat ze meer gaan consumeren als zij zich ontwikkelen. Ontwikkeling is goed, zo is de boodschap, mits duurzaam. Maar meer bestaanszekerheid zorgt ervoor dat mensen hun toekomst beter kunnen plannen, en bijvoorbeeld minder kinderen krijgen. De hoop is ook dat mensen in het mondiale zuiden een stap kunnen overslaan, en meteen kunnen overschakelen van helemaal geen elektriciteit naar elektriciteit uit duurzame bronnen. Zo leidt meer bestaanszekerheid dus tot minder druk op hulpbronnen. Maar die dubbele houding tref je niet aan bij rijkdom, die stellen we nooit ter discussie. Terwijl het toch echt de rijken zijn die onevenredig veel consumeren.’
Kunnen acties voor klimaat of biodiversiteit ongelijkheid ook versterken?
‘Zeker. De kolonisten in Zuid-Afrika hebben heel veel wild gejaagd. Toen ze er achter kwamen dat ze wel erg rigoureus te werk waren gegaan, begonnen ze natuurparken op te richten op het land dat van lokale boeren en veehouders was. Nog steeds worden er mensen simpelweg op een vrachtwagen geladen en ergens gedumpt, soms onder toeziend oog van internationale natuurorganisaties. Een klimaatvoorbeeld: Nederland, Duitsland en Noorwegen willen investeren in groene energie in Zuid-Afrika. Daar is veel water- en stroomtekort. Maar deze groene stroom wordt gebruikt om waterstof te maken om in Nederland de energietransitie te realiseren.’
Hoe voorkomen we dat Afrika nog steeds als wingewest wordt gezien?
‘We moeten mensenrechten centraal stellen en welvaart eerlijker verdelen. In Nederland dreigden in de Wieringermeer ook boeren onteigend te worden om ruimte te maken voor natuur. Maar die boeren wonen in een rechtsstaat en zijn goed vertegenwoordigd, waardoor ze aanspraak maakten op compensatie. In Afrika gebeurt dat veel minder.’
Hoe zou een eerlijke wereld in bijvoorbeeld 2100 eruitzien?
‘We zijn dan afgestapt van het idee dat de economie alsmaar moet groeien en dat dat op een duurzame manier kan. We stellen een grens aan hoeveel uitstoot en vervuiling rijke mensen mogen veroorzaken. Bedrijven leggen verantwoording af over de risico’s op misstanden in de hele productieketen. Denk aan mensenrechtenschendingen, landroof, milieuvervuiling en uitbuiting. Als dat lukt, dan zouden er ook minder vluchtelingen zijn, wat op dit moment een belangrijk thema is in de Nederlandse politiek. Er zullen minder mensen op de vlucht hoeven te slaan voor overstromingen en droogte, of voor conflicten die gaan over voedselschaarste.’
Tekst: Joris Tielens/LDE
Marja Spierenburg is hoogleraar Antropologie van duurzame ontwikkeling en bestaansmiddelen aan de Universiteit Leiden en Research Fellow aan de Stellenbosch Universiteit van Zuid-Afrika. Haar onderzoek richt zich op participatie, macht en ongelijkheid in relatie tot natuurbehoud, landrechten en klimaatverandering. Ze is kernlid van het interfacultair programma Liveable Planet.