Hoe ga je om met gevoelige onderwerpen in de collegezaal?
De oorlog tussen Rusland en Oekraïne, het conflict in Gaza of de wereldwijde opkomst van extreemrechts: onderwerpen die de gemoederen doen oplopen, maar ook regelmatig in de lessen bij Politicologie worden besproken. Met een diverse groep aan studenten is er bovendien sprake van een grote diversiteit aan levenservaringen, achtergronden en ook meningen. Dat kan interessante, maar ook verhitte discussies opleveren in de les. Hoe ga je daar als als onderwijsgemeenschap mee om?
Nieuws als lesstof
Bij zowel de bachelor- als de masteropleidingen van Politicologie worden regelmatig nieuwsonderwerpen als voorbeeld gebruikt tijdens de lessen om een bepaald thema uit te diepen. De studie behandelt immers onderwerpen als conflicten, migratie en verschuivingen in het politieke bestel, wat we direct kunnen koppelen aan nieuwsberichten in de media. Zo’n recent nieuwsonderwerp kan interessante discussies opleveren in de les, maar natuurlijk kan het ook bepaalde gevoelens oproepen, vooral als de onderwerpen persoonlijk raken. Iets wat, met een diverse én internationale groep studenten, regelmatig voor kan komen. Aan de docent en de studenten de taak om dit in goede banen te leiden. Maar hoe doe je dit? Drie docenten delen hun ervaringen.
Perspectieven op democratie
Een van deze docenten is Maria Spirova, die onder meer Vergelijkende Politiek en Internationale Betrekkingen doceert. Zij verzorgt het vak 'Great Debates', een cursus voor alle masterstudenten Politicologie. Wat haar opvalt tijdens deze lessen is dat studenten heel verschillende ervaringen hebben met democratie. ‘Dit varieert van ervaringen met het politieke systeem als geheel, democratie en corruptie, tot verschillende houdingen ten opzichte van politieke elites', legt ze uit.
‘Het levert regelmatig interessante discussies op', zegt Spirova. ‘Ik heb bijvoorbeeld studenten gehad uit Marokko, Iran, Hongarije, China, Oost-Europa, Rusland en Latijns-Amerika. Dus als er over democratisch bestuur wordt gesproken, hebben zij uiteenlopende meningen.' Als gevolg daarvan kunnen discussies soms verhit raken. Volgens Spirova hebben sommige studenten verschillende ideeën over de vraag of democratie een goede regeringsvorm is.
Hoe gaat zij met deze situaties om? ‘Allereerst vertel ik ze vanaf het begin dat we allemaal verschillende levenservaringen hebben,’ zegt Spirova. ‘Ik gebruik mezelf als voorbeeld: ik groeide op in Bulgarije onder een communistisch regime en moest hier in Nederland wennen aan democratie. Daarmee moedig ik mijn studenten aan om hun ook eigen verhaal te delen. Aan de andere kant vertel ik ze ook dat ze niet verantwoordelijk zijn voor hun regering en land. Zij vertegenwoordigen hun land niet; zij vertegenwoordigen zichzelf. En als je je ervaring niet wilt delen, dan hoef je dat nartuurlijk niet te doen.’
Oorlogskwesties
Natuurlijk komen oorlogskwesties ter sprake. Het meest recente voorbeeld voor Spirova was het Israëlisch-Palestijnse conflict, toen het nog in een vroeg stadium was, afgelopen herfst. ‘Ik wilde het bespreken,’ geeft Spirova aan, ‘maar ik wilde niet ingaan op wie er op dat moment "goed" of "fout" was. Dus het ging meer over hoe we het conflict zouden kunnen oplossen. Ik probeerde het abstractieniveau te verhogen, om het vanuit een theoretisch perspectief te benaderen. Zodat we het zien als een voorbeeld van politieke wetenschap in tegenstelling tot een benadering vanuit de twee verschillende kampen, iets waar we allemaal een mening over hebben.'
Migratie bestuderen en vergelijken
Een andere ervaring wordt gedeeld door Katharina Natter, die onderzoek doet naar en les geeft over migratiepolitiek vanuit een vergelijkend perspectief. Zij verzorgt een seminar in het derde jaar van de bacheloropleiding International Relations and Organisations (IRO), genaamd 'Politics of Migration'. In dit seminar wordt het opvangbeleid voor vluchtelingen wereldwijd besproken. Natter en haar studenten vergelijken bijvoorbeeld de reactie van Colombia op Venezolaanse vluchtelingen met de reactie van de EU op Oekraïense en Syrische vluchtelingen en de reactie van Turkije op Syrische vluchtelingen in de afgelopen tien jaar. De klas houdt zich bezig met gevoelige onderwerpen als ras, religie, nationale identiteit en discriminatie. ‘Aangezien de studentenpopulatie van IRO zeer divers is, heb ik vaak studenten uit landen waar vluchtelingen vandaan komen in mijn klas, dus het bespreken van deze onderwerpen kan triggerend en zeer persoonlijk zijn,’ geeft Natter aan.
‘Om dit in goede banen te leiden,’ vervolgt Natter, ‘doe ik doorgaans drie dingen: voorafgaand aan de sessie vraag ik studenten uit Venezuela, Syrië en Oekraïne of ze het goed vinden dat we de vergelijkende analytische oefening doen. Als er zorgen zijn, pas ik het onderwerp van de geplande discussie aan. Tijdens de sessie zorg ik er dan voor dat deze studenten genoeg ruimte krijgen om zich te uiten en hun perspectief op de kwestie te geven. Ik zorg ook voor een veilige discussieplek door het belang van respectvol luisteren te benadrukken, zodat de discussie voor niemand in de klas vervreemdend of kwetsend wordt.’ Na de les checkt Natter bij de studenten of er gevoelens of reacties zijn waarover ze willen praten. ‘Hoewel dit alles natuurlijk geen garantie hoeft te zijn voor een constructieve, soepele discussie in de les, is open communicatie over de uitdagingen die gepaard gaan met het bespreken van zulke gevoelige onderwerpen zeker een eerste stap naar een productief en veiliger gesprek,’ concludeert ze.
Het respectvol en eerlijk met elkaar oneens zijn
Een veilige ruimte creëren om gevoelige onderwerpen op een zinvolle manier te bespreken, is ook het hoofddoel van Jonah Schulhofer-Wohl. Hij doet hij onderzoek naar de militaire en politieke dynamiek van burgeroorlogen en het Midden-Oosten.
Hij geeft een bachelorscriptieseminar over burgeroorlogen, waar regelmatig moeilijke en controversiële onderwerpen worden besproken: de oorzaken van geweld tegen burgers, de impact van buitenlandse interventies, waarom individuen deelnemen aan gewapende opstanden, waarom iemand geweld pleegt tegen een medemens. ‘Om deze gesprekken in goede banen te leiden,’ legt Schulhofer-Wohl uit, ‘is het belangrijk om een sfeer van respect en vertrouwen binnen de klas te creeëren. Ik werk samen met de studenten zodat we tot gedeelde verwachtingen komen die ons door de hele cursus heen leiden: het klaslokaal is een ruimte voor leren en ontdekken, ieder van ons begrijpt en onderschrijft dat het mogelijk is dat we het niet eens zijn met wat een ander zegt, zelfs dat we de woorden moeilijk en ongemakkelijk vinden om te horen en dat we zelfs in deze omstandigheden zullen luisteren en dat we zullen proberen ons ongemak en onze zorgen op het moment zelf openlijk met elkaar te delen. Respectvol en eerlijk van mening verschillen, open uitwisseling van persoonlijke perspectieven, gecombineerd met nieuwsgierigheid en een gevoel van mogelijkheid, bieden ons veel mogelijkheden. Het geeft ons de kans om onze bestaande meningen en overtuigingen in twijfel te trekken, ze te herzien of te versterken, en uiteindelijk, het mooiste van alles: om samen te leren.’