Veel partijen zijn de baas van internet. Dat is chaotisch, maar het werkt wel
De regie van het internet is volgens hoogleraar Jan Aart Scholte aanzienlijk chaotisch. ‘Maar het werkt wel.’ Zowel regeringen, lokale overheden, regionale en globale organisaties hebben wat te zeggen. Kunnen we wat leren van deze relatief nieuwe regievorm, waarbij geen duidelijke hiërarchie is?
Tijdens de conferentie GIG-ARTS op 3 en 4 juni gaan experts rondom internetbeheer (zowel onderzoekers als beleidsvoerders) het over de regie van het internet hebben. Voor wie geen expert is, legt hoogleraar Global Transformations and Governance Challenges Jan Aart Scholte uit wie de touwtjes in handen hebben bij het internet.
Wie is de baas van het internet?
Wie het internet regeert, is ingewikkeld. Op sommige gebieden hebben regeringen en intergouvernementele samenwerkingen zoals de EU invloed. Bijvoorbeeld als het gaat om wie welke data mag gebruiken en welke inhoud wordt geblokkeerd en welke niet. Maar op sommige gebieden hebben staten weinig te zeggen. Zo verdelen verschillende (internationale) non-profit organisaties IP-adressen, gaan zij over domeinnamen en over de technische protocollen die dataverkeer mogelijk maken. Dit zijn organisaties met namen als Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN), Regional Internet Registries (RIRs) en Internet Engineering Task Force (IETF). Namen die maar weinig mensen wel eens hebben gehoord.
Organisaties met bijzondere macht
Deze organisaties hebben bijzondere macht legt Scholte uit. ‘Toen Rusland Oekraïne binnenviel, heeft de Oekraïense regering bijvoorbeeld aan ICANN gevraagd om de Russische delen van het internet af te sluiten, zoals alles met de domeinnaam .ru. Dat zou Oekraïne helpen bij zijn oorlogsvoering. ICANN kan zoiets doen, maar heeft het verzoek afgewezen. De organisatie vindt dat het internet voor iedereen open moet blijven.’
Sommige organisaties hebben ook macht omdat ze kunnen bepalen wie een domeinnaam krijgt. Zo is er veel te doen geweest over de domeinnamen .africa en .islam. Wie krijgt die? Ook over .amazon is strijd geweest. Mensen in Latijns-Amerika vonden dat zij er recht op hadden omdat het hun erfgoed is. Maar uiteindelijk ging de domeinnaam naar het bedrijf Amazon.
Duidelijke hiërarchie ontbreekt
Veel landelijke, regionale en globale partijen uit de publieke, statelijke en private sector houden zich dus met internet bezig, een zogenaamde multistakeholderbenadering. Alle belanghebbenden die iets met internet te maken hebben, zijn vertegenwoordigd. Maar een vaste en duidelijke hiërarchie ontbreekt. Scholte: ‘Als er ruzie is, blijven partijen onenigheid hebben totdat er consensus is bereikt. Er is niemand die zegt dat het klaar is. Het is rommelig. Maar toch werkt het.’
Daarom vindt Scholte internetbeheer zo interessant. ‘Het is eigenlijk een voorbeeld voor nieuwe manieren van besturen. Kijk maar naar hoe we de coronapandemie aanpakten. Dat was ook een puinhoop. De WHO had iets te vertellen, net als de EU, nationale regeringen, steden, gemeenten en farmaceuten. Maar we kwamen eruit. Covid-19 is verslagen. Soms denken we dat regeren geordend moet zijn, maar dat is niet altijd zo. Misschien bereik je wel betere, snellere en efficiëntere resultaten als het niet zo netjes is.’
Plussen en minnen aan het systeem
Tijdens de GIG-ARTS-conferentie kijken experts terug op 35 jaar multistakeholderbenadering van het internet. Scholte is benieuwd naar de discussies. Hij weet al wel dat de meningen over dit systeem verschillen. ‘Een deel vindt het democratisch, omdat er vertegenwoordigers van heel veel verschillende groepen bij betrokken zijn, maar anderen vinden het juist onrechtvaardig omdat bijvoorbeeld ongekozen technische experts veel invloed uitoefenen.’
Zelf ziet Scholte plussen en minnen aan dit systeem. ‘Als wij 35 jaar geleden hadden besloten om het internet op te bouwen via intergouvernementele kanalen in de VN hadden we nu misschien 5,4 miljoen internetgebruikers gehad in plaats van 5,4 miljard. Ook wat er technisch allemaal is bereikt, is ongelooflijk. Tegelijkertijd zit de winst van deze opbouw bij een beperkt aantal bedrijven en individuen. Dus als je het hebt over grote ongelijkheden in de wereld, dan heeft dit stelsel daaraan bijgedragen.’
Twee conferenties: GIG-ARTS en Global Transformations and Governance Challenges
Jan Aart Scholte is trekker van het interdisciplinaire onderzoeksprogramma Global Transformations and Governance Challenges. Hierin onderzoeken onder meer bestuurskundigen, juristen, geesteswetenschappers en sociaalwetenschappers hoe we mondiale transformaties op een democratische, effectieve, eerlijke, vreedzame en duurzame manier kunnen aanpakken. Aansluitend op GIG-ARTS houdt GTGC van 5-7 juni haar jaarlijkse conferentie in Den Haag. Deze tweede conferentie richt zich op de vraag hoe mondiale veranderingen (op gebied van klimaat, economie, migratie, technologie) beter kunnen worden bestuurd. Wetenschappers en experts zijn aan beide conferenties van harte uitgenodigd.
Tekst: Dagmar Aarts
Foto: Unsplash