De schaduwzijde van erfgoedbescherming
De status van erfgoed gaat ten koste van de mensenrechten van de lokale bevolking. Promovendus Sophie Starrenburg vertelt wat er mis is met mooie, poëtische termen als ‘erfgoed van de gehele mensheid’.
Werelderfgoed vormt een grote toeristische trekpleister. Neem de boeddhistische Angkor Wat-tempel in Cambodja, de Egyptische piramides van Giza of de Akropolis, de oude stadsburcht die boven de Griekse stad Athene uittorent. Veel vakantiegangers plannen hun vakantie om het bezoeken van dit soort schoonheden heen. Wat toeristen niet beseffen, is dat op sommige plekken in de wereld de lokale bevolking de prijs betaalt voor de status van erfgoed. Sommigen worden onder het mom van erfgoedbescherming zelfs uit huis geplaatst.
Wat is werelderfgoed? En wat is het verschil met immaterieel cultureel erfgoed?
UNESCO is de VN-organisatie die zich bezig houdt met de bescherming van erfgoed. Sinds 1978 kunnen staten een verzoek doen om monumenten en culturele landschappen op de Werelderfgoedlijst te laten plaatsen. In Nederland hebben onder andere werelderfgoed-status: Kinderdijk, het Eise Eisinga Planetarium in Franeker en de Grachtengordel van Amsterdam. Sinds 2003 bestaat er ook een lijst van ‘Immaterieel Cultureel Erfgoed’. Dit zijn culturele activiteiten zoals tradities en ambachten. Sindsdien zijn het maken van baguettes (Frankrijk), de stoffen-techniek van batik (Indonesië) en reggae-muziek (Jamaica) allemaal verklaard tot immaterieel cultureel erfgoed. Voor Nederland staat bijvoorbeeld het ambacht van de molenaar op de lijst. In dit artikel wordt met erfgoed zowel werelderfgoed als immaterieel cultureel erfgoed bedoeld.
Het probleem van krachtige taal
Volgens Starrenburg, die onderzoek deed naar de effecten van erfgoedbescherming voor de lokale bevolking, kunnen zogenoemde internationale belangen botsen met echte belangen van individuen en lokale gemeenschappen. En die botsing ontstaat door het gebruik van krachtige taal. Starrenburg legt uit: ‘Het klinkt prachtig: met mooie, poëtische termen zeggen we dat we erfgoed willen beschermen, omdat zij het ‘erfgoed van de gehele mensheid’ vormen. Maar dat soort termen zijn niet onschuldig.’ Er worden volgens haar schadelijke praktijken mee vergoelijkt.
Starrenburg: ‘Op bepaalde Werelderfgoedsites wonen of werken nog mensen. Het gaat soms om enorme gebieden. Mensen die daar op lokaal niveau de taak hebben om erfgoed te beschermen, kunnen denken dat het in het belang is van het erfgoed om schoon schip te maken. Wat gebeurt er dus? Zij verbieden de lokale bevolking om datgene te doen dat zij daar al eeuwenlang deden: wonen en werken. Als je het internationale belang afweegt tegen dat van een individu of lokale gemeenschap, zal het internationale belang altijd voorgaan, want dat is groter en ‘dus’ belangrijker.’
Uithuisplaatsingen in Hampi
De stad Hampi in India is een voorbeeld van een plek waar de status van erfgoed ten koste ging van de lokale bevolking. De Hampi-monumenten werden in 1986 op de Werelderfgoedlijst gezet. Sinds 2000 zijn honderden bewoners van de stad uit hun huis gezet in de naam van erfgoedbescherming: onder andere 300 in 2001 en 326 in 2011. Starrenburg: ‘De Hampi-tempel (zie foto bovenaan artikel) bestaat al honderden jaren. Al vanaf de bouw van de tempel was er een markt. In de loop der tijd gingen mensen wonen op het gebied van de tempel. Zij maakten van de winkels hun huis en verkochten vanuit daar eten en souvenirs aan bedevaartgangers. Dat was in eerste instantie geen probleem, maar vanaf het moment dat de tempel werelderfgoed is geworden, kwamen die activiteiten onder een vergrootglas te liggen. De activiteiten van de lokale mensen werden toen gezien als een inbreuk op het erfgoed en uithuisplaatsingen volgden.’
Voor wie beschermen we erfgoed en waarom?
Starrenburg constateert dat de Unesco-lijsten voor erfgoed een wedstrijd zijn geworden. ‘Ieder land wil zoveel mogelijk dingen op de lijst hebben staan, want dat brengt geld op en zorgt voor prestige. Maar als iets dan daadwerkelijk erfgoed is geworden, dan controleert niemand of het betreffende land ook voor het erfgoed zorgt op een manier die in lijn is met mensenrechtenstandaarden.’
De bescherming van erfgoed moet geen doel op zich worden, vindt Starrenburg, een fervent reiziger, die haar onderzoek begon vanuit de passie voor de schoonheid van erfgoed. ‘We moeten nadenken voor wie erfgoed wordt beschermd. Is dat voor de lokale bevolking? Zo ja, dan gaat er nu op sommige plekken in de wereld iets goed mis. En, waarom beschermen we erfgoed? Volgens mij vanwege de verbinding tussen het erfgoed en mensen. Dáár vloeit de waarde van het erfgoed uit voort.’
'Als we erfgoed beschermen voor de lokale bevolking, dan gaat er nu op sommige plekken in de wereld iets goed mis.'
Inspraak en mensenrechtenjuristen aan de bak
Juist vanwege de betekenis van erfgoed voor de mensheid, zou de lokale bevolking meer aandacht moeten krijgen bij erfgoedbescherming, vindt Starrenburg. Dat kan volgens haar door ze een groter recht op inspraak te geven. ‘Naar de belangen van de lokale bevolking moet al worden geluisterd tijdens de procedure waarin wordt bepaald of iets erfgoed wordt. Juist omdat de status van erfgoed zo bepalend kan zijn voor de lokale gemeenschap; zij ondervinden de gevolgen daarvan.’ Daarnaast roept Starrenburg mensenrechtenjuristen op zich te buigen over de mensenrechten in de context van erfgoedbescherming. ‘Voor hen liggen er veel kansen. Net zoals binnen het milieurecht aandacht is voor de effecten op de lokale bevolking wanneer er bijvoorbeeld fabrieken gebouwd worden, zou bij erfgoed de mensenrechten van de lokale bevolking een prioriteit moeten zijn.’
Sophie Starrenburg verdedigt haar proefschrift ‘Striking a Balance between Local and Global Interests’ op 2 mei om 15:00 uur in het Academiegebouw. De samenvatting van het proefschrift vind je hier.
Tekst: Helena Lysaght
Foto bovenaan: De Akropolis van Athene, Griekenland. Fotograaf: Constantinos Kollias via Unsplash+