Andries Hiskes: ‘Het gehandicapte lichaam wordt te vaak buiten beschouwing gelaten’
Lichamen zijn er in allerlei verschillende vormen en maten. Andries Hiskes deed voor zijn proefschrift onderzoek naar de relatie tussen kunst en het gehandicapte lichaam en de reacties die dit met zich mee kan brengen.
Zijn proefschrift, Disability and Its Affective Affordances, draait om het verlangen van mensen om lichamen te duiden, vertelt Hiskes. ‘We vinden het fijn om te weten wie of wat we voor ons hebben staan. Als dat duiden moeilijker gaat, bijvoorbeeld doordat het lichaam in kwestie gehandicapt is, kan dat ons op verschillende manieren raken, van angst tot verwondering en walging. Ik wilde weten hoe die emoties worden opgeroepen.’
Perceptie en representatie
Hiskes stelt dat er een taboe heerst op het stellen van vragen over gehandicapte lichamen of het bespreken ervan. Dit taboe kan een rol spelen in de manier waarop we reageren op mensen met een handicap: ‘Dit is bijvoorbeeld goed te zien bij kinderen, die die sociale remming nog niet ervaren. Ook zij willen lichamen kunnen duiden en dus wijzen en vragen ze naar dingen die ze niet begrijpen. Vaak zijn het de ouders die de kinderen corrigeren, en tot stilte manen. De ouders worden ongemakkelijk omdat ze niet weten hoe ze met het gehandicapte lichaam om moeten te gaan’.
Een andere reactie die beperkingen teweeg kan brengen, is de ongevraagde hulp. ‘Zo zijn er mensen die meteen naar de rolstoel van een ander grijpen, omdat ze ervan overtuigd zijn dat de gebruiker hulp nodig heeft, zonder dat deze daarnaar gevraagd heeft’.
Ook worden mensen met een beperking op een bepaalde manier neergezet in film en literatuur, vertelt Hiskes. ‘Een van de kunstwerken die ik analyseer is de film Elephant Man van David Lynch, waarin een man met een misvormd lichaam continu tentoongesteld wordt. De film gaat uit van de overtuiging dat een gehandicapt lichaam niet op een neutrale manier kan verschijnen. Dit is geen unicum binnen de kunsten. Personages die in een gehandicapt lichaam zitten zijn vaak ook heel goed of wijs, zoals te zien is bij Tiny Tim in A Christmas Carol. Het gehandicapte lichaam rechtvaardigt het goede en het wijze van deze personages. Maar ook dat werkt beperkend, omdat ze dan niet dezelfde complexiteit van karakter hebben als de niet-gehandicapte personages.’
In beweging
Hoewel Hiskes in zijn proefschrift in eerste instantie kunstwerken analyseert, is deze analyse niet alleen bedoeld om bewustzijn te creëren: ‘Ik ben zelf heel kritisch op het idee van “alleen maar bewustzijn creëren”. Daarmee krijg je mensen niet in beweging, mensen komen in beweging als ze worden geraakt’, legt Hiskes uit. ‘Gehandicapte lichamen weten mensen te raken, ze wekken immers een reactie op. Maar het is nog niet gelukt om ze dan ook in beweging te krijgen. Dat is ook het punt dat ik wil maken met dit proefschrift.’
‘Als je kijkt naar een protestbeweging zoals Black Lives Matter, zie je ook dat er veel mensen zijn gemobiliseerd die zelf niet van kleur zijn. Iets vergelijkbaars zie je voor de rechten van gehandicapten maar nauwelijks. Het gehandicapte lichaam wordt vaak buiten beschouwing gelaten in maatschappelijke discussies omtrent sociale rechtvaardigheid. Ik vind dat er juist meer aandacht naar de plek van het gehandicapte lichaam in de maatschappij moet’.