Alumnus Emma Govaart strijdt voor gelijke kansen voor de jeugd
Maatschappelijke impact maken met een baan in de non-profit sector. Dat was het doel van alumnus Emma Govaart (24) na haar studie. Nu draagt zij bij aan meer kansengelijkheid onder jongeren, omdat waar je wieg staat niet je toekomst mag bepalen.
Emma Govaart studeerde Film- en literatuurwetenschappen en deed de minors Islam: Religion and Society en Sociologie. Tijdens haar studie in Leiden wist ze het zeker: ze wilde werken bij een organisatie die maatschappelijk impact maakt. Al snel na haar afstuderen wordt ze aangenomen als projectmedewerker bij JINC in Amsterdam. Dat bleek een goede match. Govaart: ‘Ik voelde me meteen verbonden met deze organisatie. Mijn eigen achtergrond speelt hierbij zeker mee.’
Ieder kind verdient een kans op een goede toekomst
JINC is een non-profit organisatie die strijdt voor een maatschappij waarin je achtergrond niet je toekomst bepaalt. Kinderen tussen de 8 en 16 jaar uit wijken met een lage sociaal-economische status doen mee aan projecten om een goede start op de arbeidsmarkt te kunnen maken. Via JINC maken de kinderen kennis met beroepen, ontdekken ze welk werk bij hun talenten past en leren ze solliciteren. ‘Als mensen mij zien, zien ze een hoogopgeleide witte vrouw uit een welvarend milieu. Dat beeld klopt nu, maar mijn wieg stond in een eenoudergezin met weinig geld in een wijk met maatschappelijke en economische achterstand.’
Een wijk waarin JINC - als dat destijds had bestaan - ook actief zou zijn. ‘Door mijn achtergrond heb ik zicht op het belang van hulpbronnen waar veel kinderen en jongeren geen toegang toe hebben. Ik heb deze kansen uiteindelijk wél gekregen, maar ik realiseer mij steeds meer dat dit voor veel kinderen niet vanzelfsprekend is.’
Veel motivatie om iets van studie te maken
Dat Govaart in Leiden ging studeren was voor haar een logische keuze. Haar opa, iemand naar wie ze opkeek, werd er geboren en studeerde er kort na de Tweede Wereldoorlog. Opa was Neerlandicus en ook Govaart heeft een voorliefde voor taal. Film- en literatuurwetenschappen werd het, met de literatuurtrack als uiteindelijke afstudeerrichting. De universiteit ervaarde ze als een fijne plek. De focus ligt op haar studie, niet op het studentenleven. ‘Ik heb door mijn achtergrond studeren altijd als een privilége gezien. Mijn motivatie om er wat van te maken is er altijd geweest.’
Na haar eerste jaar beheerst de coronapandemie de studietijd van Govaart en wordt er veel gevraagd qua zelfstandigheid en discipline. ‘Het was natuurlijk een hele gekke tijd. Eindeloos op je kamer zitten, colleges kijken vanuit bed, uren achter mijn bureau zitten en werken aan mijn scriptie. Ik miste de bevlogen docenten, zoals Peter Verstraten van de filmtrack, waar ik uren naar kon luisteren. Dat was online toch een hele andere beleving.’
Gelukkig voor Govaart vindt ze in studievriendin Simone Scholte iemand met wie ze in de coronatijd samen op kan trekken. ‘We schreven papers samen, studeerden samen. Het was zo fijn om een klankbord te hebben en niet geïsoleerd te zijn.’
De belangrijkste les uit haar studietijd die ze nu nog dagelijks toepast in haar werk, is om taal als instrument in te zetten. ‘Tijdens literatuurwetenschappen heb ik geleerd om met een kritische blik naar teksten te kijken. Alles wordt vanuit een bepaald perspectief geschreven. Dat geldt ook voor welke taal je gebruikt. Op welke manier benader je iemand? Hoe speelt taal een rol in de toon en het verloop van een gesprek? Dat zijn waardevolle lessen.’
Tekst: Margriet van der Zee