In gesprek met Ben Smulders: van Leidse rechtenstudent tot topambtenaar bij de Europese Commissie
Onze alumnus werkt inmiddels al 33 jaar bij de Europese Commissie. ‘De discipline en diepgang die ik in mijn studie heb ervaren, hebben me door verschillende fasen in mijn professionele leven geleid.’
Wat heb je gestudeerd in Leiden?
'Ik heb rechten gestudeerd, met de nadruk op het civiele recht. Mijn scriptie ging weliswaar over een Europeesrechtelijk onderwerp, maar ik combineerde dat met het civiele recht (de intellectuele eigendom), wat later heel bepalend werd voor mijn carrière.’
Waarom ging je rechten studeren?
‘Ik heb er nooit enige twijfel over gehad eigenlijk. Ik wilde rechten studeren en advocaat worden. Het leek mij een heel mooi beroep om onrecht mee te bestrijden. En dat beroep heb ik ook bijna tien jaar mogen uitoefenen.’
Wat is je mooiste herinnering uit je studententijd?
‘Ik denk dat dat antwoord vaak hetzelfde is, wie je ook spreekt over hun studententijd. Het mooiste is toch de vrijheid die het, mede ook door de studentenvereniging waarvan ik onmiddellijk lid werd, bracht. Vrijheid en een zekere onbezonnenheid; dat is echt uniek voor die periode in je leven. Dat blijft altijd een groot contrast met het leven dat ik daarvoor heb geleid, en het leven erna.’
Je werkt al 33 jaar voor de Europese Commissie. Kun je wat meer over deze loopbaan vertellen?
‘Gedurende die tijd heb ik verschillende rollen vervuld. Ik heb lang bij de Juridische Dienst gezeten, die als taak heeft de gehele Europese Commissie van juridisch advies te voorzien en de Commissie te vertegenwoordigen in zaken voor het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Ik was hier onder andere hoofd van het team Institutionele Relaties & Economische Monetaire Unie en hoofd van het team World Trade Organization & Handel. Daarnaast heb ik in 5 verschillende kabinetten van Europese Commissarissen gezeten, waarbij je nauw met hen samenwerkt. Van EU-Commissarissen Neelie Kroes en Frans Timmermans ben ik kabinetschef (rechterhand) geweest.'
‘Momenteel werk ik in het Directoraat-Generaal Mededinging als Plaatsvervangend Directeur-Generaal. Mijn focus ligt op Staatsteuncontrole, die bepaalt in hoeverre lidstaten geld of andere vormen van steun mogen geven aan bedrijven. Dit is nauw verweven met het industriebeleid van de EU, een onderwerp van groot actueel belang gezien de crises als Covid-19, de Russische inval in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis. Daarbovenop hebben we te maken met de huidige geopolitieke uitdagingen en de duurzame en digitale transitie.’
Hoe pas je de studie van toen op de dag van vandaag nog toe in de praktijk?
‘De denkstructuur, de systematiek van het recht en de toepassing van rechtsregels in concrete gevallen. Dit analytisch redeneren heb ik zowel uit werkgroepen als colleges meegekregen. Die discipline en diepgang is nodig voor mijn werk, of het nu daarbij gaat om beleidsvorming, het toezicht op de naleving van regels of het oplossen van geschillen.’
Wat vind je het mooiste aan jouw beroep?
‘Het leukste is de samenwerking met jonge collega's, de jonkies. Als 63-jarige werken tussen collega’s van 30-35 jaar, daar zit een mooi contrast in. Ik dacht in het begin dat als ik iets zei, dat zij dat zouden oppakken als instructie. Maar dat is helemaal niet zo. Het wordt opgepakt als een bijdrage aan de discussie die ze voeren. Zoveel gezag hebben we hier niet. A priori. Je moet het allemaal zelf waarmaken. Dat is één ding. Ook qua mode is het wel anders. Geen van mijn jongere collega’s draagt nog een das... Overigens ben ik altijd onder de indruk van hun intelligentie en scherpte. Ze zijn enthousiast en idealistisch, dat inspireert en houdt mij weer jong.’
Kun je iets delen over het alumni-evenement in Brussel op 29 februari?
‘Daar ben ik uiteraard bij! Ik zit in een panel dat zich bezighoudt met de Europese verkiezingen, een actueel onderwerp gezien de opkomst van het populisme. Ik vind het prachtig dat de faculteit daar ook dit jaar weer een focus op legt. Ook zal ik een pitch houden om studenten aan te moedigen bij de Europese instellingen te komen werken, want daar mogen wel wat meer Nederlanders naartoe komen!’
Wat zou je studenten nog willen meegeven?
‘Ik zou hen willen aanmoedigen om deel te nemen aan de Europese verkiezingen. Het is belangrijk om te stemmen, ongeacht je politieke voorkeur, want niet stemmen is indirect stemmen voor iets wat je eigenlijk zou willen vermijden.’
En tot slot de guilty pleasure vraag…?
‘Nou, ik houd veel te veel van lekker eten. In Brussel zijn de verleidingen groot en ik ben ook nog eens met een Italiaanse vrouw getrouwd…’
Banner foto: Guillaume Perigois via Unsplash
Thumbnail foto: Yellow Cactus via Unsplash