Psalterium van Engelse prinses teruggevonden? Stukjes van een duizend jaar oud handschrift duiken op in Alkmaarse boekbanden
In het Regionaal Archief Alkmaar is een bijzondere vondst gedaan: in een aantal zeventiende-eeuwse boekbanden zaten stukjes perkament van een handschrift uit de elfde eeuw. Het handschrift behoorde mogelijk toe aan een prinses die Engeland ontvluchtte na de Normandische verovering van 1066.
Recycling van middeleeuwse handschriften in vroegmoderne boekbanden
In de zestiende en zeventiende eeuw werden veel boeken gedrukt en gebonden, waarbij de boekbanden werden verstevigd met perkament. Om de kosten voor dit dure materiaal te drukken, kozen boekbinders er vaak voor om oude, middeleeuwse handschriften in stukken te snijden. Het ging hierbij veelal om handschriften die hun waarde hadden verloren: boeken die te katholiek waren of in een taal geschreven waren die men niet meer kon lezen.
Inmiddels worden deze boekbanden weer regelmatig bestudeerd als op zichzelf staande bron. In een aantal boekbanden in het Regionaal Archief Alkmaar werd daarbij iets heel bijzonders gevonden: 21 fragmenten van een handschrift uit de elfde eeuw: een bijna duizend jaar oud Latijns psalterium met Oudengelse glossen. Thijs Porck, universitair hoofddocent middeleeuws Engels in Leiden, was bij de vondst betrokken en analyseerde de tekst en herkomst van de fragmenten.
Tussen de regels lezen: Oudengelse glossen in een Latijns psalterium
Het Oudengels werd gesproken tussen ca. 500 en 1100 en lijkt veel op het Duits, Fries en Nederlands. Dat blijkt wel uit de ontdekte Alkmaarse fragmenten, waarin boven elk Latijns woord een Oudengelse vertaling geschreven staat: “ælce dæg” boven tota die; “utgang wætera” boven exitus aquarum; en “halig” boven sanctus. Deze Oudengelse glossen hadden waarschijnlijk een didactisch doel: met deze vertaalhulp tussen de regels kon de gebruiker van dit psalterium Latijn leren.
Voor wetenschappers is de vondst van in totaal meer dan vijfhonderd Oudengelse glossen in Alkmaar belangrijk omdat ze ons meer leren over de taal van vroegmiddeleeuws Engeland – de fragmenten bevatten bijvoorbeeld een aantal woordvormen die nergens anders voorkomen, waaronder het woord “gewændunga” voor het Latijnse commotionem ‘beweging’ - daar kun je het Nederlandse woord wending in herkennen.
Oorspronkelijke eigenaar van het handschrift: Een gevluchte prinses?
Uit Porcks onderzoek blijkt dat de Alkmaarse boeken rond 1600 in Leiden gebonden waren, maar hoe kwam een Leidse boekbinder aan een Engels handschrift uit de elfde eeuw? Het is bekend dat rond het midden van de zestiende eeuw handschriften uit Engeland met bootladingen tegelijkertijd naar het continent werden verscheept, zodat ze hergebruikt konden worden door boekbinders en zeepmakers.
Het is goed mogelijk dat het handschrift met de Oudengelse glossen daarbij zat, maar er is ook een tweede theorie. Het zou zomaar het verloren gewaande psalterium met Oudengelse glossen kunnen zijn dat toebehoorde aan Gunhilde, een Engelse prinses die na de Normandische Verovering van 1066 naar het continent vluchtte en haar psalterium met Oudengelse glossen meenam. Gunhilde overleed in 1087 in Brugge en doneerde haar psalterium en andere schatten aan de St. Donaaskerk. Daar werd haar psalterium voor het laatst gezien in het jaar 1561 en beschreven als een psalter met Engelse glossen 'die men hier niet goed kan begrijpen'.
Sindsdien ontbreekt elk spoor van het psalterium, maar Porck wist wel te achterhalen dat de boeken van de Donaaskerk in het jaar 1580 werden geconfisqueerd door calvinisten: met de bruikbare boeken stichtten ze een publieke bibliotheek, maar andere, overbodige boeken werden verkocht. Een psalterium met onbegrijpelijke glossen zal wel tot de laatste categorie hebben behoord – kwam het psalterium zo uiteindelijk terecht bij een Leidse boekbinder? Het zou zomaar kunnen. Misschien was het psalterium waarvan fragmenten in de Alkmaarse boekbanden zijn gevonden dus een vorstelijk exemplaar!
Porcks artikel, met analyse, editie en afbeeldingen van de Alkmaarse fragmenten, verscheen deze week in het toonaangevende tijdschrift Anglo-Saxon England (Cambridge University Press) en is online gratis te raadplegen. Afbeeldingen van de fragmenten zijn te zien op het platform Fragmentarium.