Mensenrechten overal anders geïnterpreteerd. Hoe kan dat?
Hoe kan het dat universele mensenrechten wereldwijd niet hetzelfde in de praktijk worden gebracht? Over deze vraag wordt al lang gedebatteerd. Obiora Okafor, hoogleraar International Law and Institutions, wil tijdens het symposium van de Owada-leerstoel op 16 en 17 januari een frisse kijk geven op dit debat.
Universele mensenrechten worden wereldwijd verschillend geïnterpreteerd. Sommige landen leggen meer de nadruk op individuele rechten, andere op groepen. En voor het ene land zijn civiele en politieke rechten belangrijk, terwijl voor het andere land economische of sociale rechten belangrijker zijn.
Obiora Okafor
De Nigeriaanse Obiora Okafor is hoogleraar International Law and Institutions aan de Johns Hopkins Universiteit in Washington. Eerder werkte hij onder andere als de onafhankelijk deskundige op het gebied van mensenrechten en internationale solidariteit bij de Verenigde Naties (VN). In deze rol gaf hij jaarlijks advies aan de Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering van de VN.
Verschillende ervaringen
Volgens Okafor wordt een deel van de verschillen bepaald door de ervaringen die mensen uit verschillende landen hebben. Hij geeft een voorbeeld: ‘Een mensenrechtenwetenschapper uit de Verenigde Staten schreef eens dat de antikoloniale strijd geen mensenrechtenstrijd was. Bijna elke wetenschapper uit de Global South die ik ken, was daardoor diep beledigd. Het is alsof je zegt dat de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog geen vrijheidsstrijd was. In mijn ogen miste de wetenschapper de ervaring om volledig te begrijpen waarom mensen dit zien als een strijd om mensenrechten.’
Veranderingen in mensenrechteninstellingen
Mensenrechteninstellingen veranderen ook over tijd door gebeurtenissen in de wereld. ‘Wat veel mensen niet weten’, zegt Okafor, ‘is dat de Mensenrechtenraad van de VN maar maximaal vier procent van het totale budget van de VN krijgt. Dat is een hele kleine fractie van een organisatie die al niet veel geld heeft. Hierdoor is de organisatie sterk afhankelijk van donaties. Vroeger waren dat vooral Europese landen en de VS, maar nu zijn daar bijvoorbeeld ook China en Qatar bijgekomen.’ Okafor kan nog niet zeggen wat het effect hiervan precies is, maar hij denkt dat er meer verdeeldheid zal zijn. ‘Deze landen hebben niet meer te zeggen, maar hebben wel meer invloed om aan te dringen op meer acties. Of kunnen misschien voorkomen dat bepaalde resoluties worden aangenomen.'
Diversiteit niet per se een probleem
Okafor wil benadrukken dat diversiteit in mensenrechten niet per se een probleem is. ‘Soms kan het juist een kracht zijn om mensenrechten te verankeren met lokale ervaringen waarmee mensen zich kunnen identificeren. Als ik tegen mijn oma in Nigeria zou zeggen dat zij er recht op heeft dat mijn ouders of ik voor haar zorgen, zou ze niet begrijpen waar ik het over heb. Maar als ik zeg dat mijn ouders en ik de plicht hebben om voor haar te zorgen, begrijpt ze het wel. Dat is de taal die onze mensen al eeuwenlang spreken.’
Over de Owada-leerstoel
De universiteiten van Tokio en Leiden stelden in 2021 samen een leerstoel in die is vernoemd naar professor Hisashi Owada. De leerstoel is gericht op de interactie tussen internationaal recht en internationale betrekkingen in interdisciplinair perspectief en krijgt vorm door een serie lezingen door prominente keynote sprekers, gevolgd door een symposium waaraan een nieuwe generatie wetenschappers van beide universiteiten deelneemt. Meld je aan om bij (delen van) het programma aanwezig te zijn.
Tekst: Dagmar Aarts
Foto: ANP