Universiteit Leiden

nl en

O nee, een fout! Onderzoek naar de voortdurende prestatiemonitoring in ons hoofd

Psycholoog Myrthe Jansen deed onderzoek naar de prestatiemonitoring die voortdurend plaatsvindt in ons hoofd. Als mensen met dwangsymptomen een fout maken die anderen benadeelt, vinden ze dat erger dan wanneer ze een fout maken waarmee ze alleen zichzelf benadelen. Jansen promoveert op 16 november.

Als je autorijdt, let je ongemerkt op of je netjes op je weghelft blijft en je stuurt bij als het mis dreigt te gaan. Als je met iemand praat, let je voortdurend op of je gesprekspartner je woorden niet verkeerd opvat, of je niets verkeerds zegt.

Strak afgesteld

Tenzij er iets mis is met de prestatiemonitoring in je brein, legt Myrthe Jansen (Klinische psychologie) uit. ‘Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben bijvoorbeeld minder prestatiemonitoring of ze reageren er minder op. Bij mensen met een depressie of een angst- of dwangstoornis staat de prestatiemonitoring juist strak afgesteld, wat we terugzien in verhoogde hersenactiviteit na het maken van fouten.’ Dat laatste geldt ook bij mensen zonder stoornis, maar die wel wat meer rigide of voorzichtig zijn.

Dwangsymptomen

Jansen deed gedragsexperimenten met gezonde mensen met meer of minder dwangsymptomen. ‘We lieten ze computertaken doen waarbij het onvermijdelijk was dat je fouten maakte, doordat je heel snel moet reageren.’ Ze konden een geldbonus verdienen, waarbij elke gemaakte fout de geldbonus verminderde. Soms kostte een fout niet de proefpersoon, maar een andere deelnemer geld. Terwijl ze bezig waren, werd een EEG (elektro-encefalogram) gemaakt die de hersenactiviteit weergaf.

‘Opvallend aan onze bevindingen was dat de EEG’s van mensen die wat meer rigide waren en meer dwangsymptomen hadden, verhoogde foutgerelateerde activiteit in hun hersenen lieten zien als de gevolgen van de fout voor een ander waren. Deze proefpersonen zeiden zelf ook dat ze banger zijn voor een fout die een ander benadeelt, een sociale fout, dan voor een fout die henzelf benadeelt.’

Drie rondjes om een rotonde

Jansen kan dit wel verklaren uit de praktijk: ‘Mensen met een dwangstoornis rijden bijvoorbeeld drie rondjes om een rotonde om de gedachte te bezweren dat een dierbaar iemand anders iets overkomt. Veel mensen met een dwangstoornis worden gekenmerkt door verhoogde verantwoordelijkheidsgevoelens en zijn bang om fouten te maken die anderen kunnen schaden. Onze gezonde deelnemers met meer dwangsymptomen benoemden deze gevoelens ook; ze kunnen mogelijk de verhoogde foutgerelateerde hersenactiviteit, die je op EEG kunt waarnemen als iemand zichzelf betrapt op een fout, na sociale fouten verklaren.’

Op zoek naar biomarkers en goede therapie

‘We zijn op zoek naar biomarkers, dingen die je kunt meten in het lichaam en die een duidelijke aanwijzing zijn voor OCD, obsessieve compulsieve stoornis’, zegt Jansen. Daarmee kun je zulke dwangstoornissen helpen vaststellen. Maar de resultaten geven ook richting aan verder onderzoek naar mogelijke behandelingen ervan. ‘We identificeren situaties die de foutgerelateerde activiteit in de hersenen versterken of verminderen. Hierop kan mogelijk exposure therapy worden toegepast: therapie waarmee je mensen blootstelt aan situaties die ze moeilijk vinden, om er beter mee te leren omgaan.’

Vrouwelijke hormonen spelen ook een rol

Jansen werkt nu als onderzoeker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ze promoveert op een hele serie experimenten naar prestatiemonitoring. Ze keek ook naar de effecten van hormonale fluctuaties bij vrouwen. ‘Ik vergeleek de foutgerelateerde activiteit tussen vrouwen die wel of niet aan de anticonceptiepil zijn. Ook vergeleek ik die activiteit in twee stadia in de menstruatiecyclus.’ Hier kwamen geen resultaten uit die helpen verklaren waarom menstruerende vrouwen echt veel chocolade nodig hebben. ‘Er is zeker vervolgonderzoek nodig, dit was alleen een verkenning met een kleine onderzoeksgroep. Maar we vonden wel voorzichtige aanwijzingen dat hormonen de verwerking van fouten in de hersenen beïnvloeden.’ Dat vervolgonderzoek komt er van Jansens promotor Ellen de Bruijn die in januari een ERC-subsidie kreeg. 

Tekst: Rianne Lindhout

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.