‘Het dansende lichaam belichaamt een eigen vorm van kennis’
Suzan Tunca promoveerde als eerste danseres bij PhDArts aan de Universiteit Leiden. In haar werk staat de relatie tussen het fysieke en metafysieke centraal. ‘Het duurde een tijd om de goede toon en taal hiervoor te vinden.’
Promoveren bij ACPA betekent niet alleen een traditioneel proefschrift schrijven, maar ook een artistiek werk maken dat dezelfde vraag onderzoekt. In het geval van Suzan Tunca kwam naast haar wetenschappelijk werk een dansvoorstelling tot stand waarin ze de relatie tussen het fysieke en het metafysieke onderzoekt. ‘Ik wilde een alternatief formuleren op het dualisme tussen geest en lichaam’, legt ze uit. ‘Dat doe ik door het fysieke te beschouwen als intrinsiek verbonden met het metafysieke. Dat laatste kun je ook wel mind, spirit of ziel noemen, afhankelijk van het kennisdomein waar je vanuit de danservaring mee in dialoog gaat.’
Dit ‘metafysieke’ is met name intuïtief te ervaren, wat dans een interessant medium maakt om het te onderzoeken. ‘Het dansende lichaam kan nieuwe perspectieven op de verhouding tussen het lichaam en de mind of ziel ontginnen’, vertelt Tunca. ‘In mijn voorstelling SEI stond daarom de vraag centraal hoe het dansende lichaam een creatieve interface kan zijn tussen deze twee domeinen.’
‘Mediator tussen geest en materie’
Voor de wetenschappelijke reflectie op deze vraag baseerde Tunca zich op een hypothese van Wolfgang Pauli en Carl Jung. ‘Zij stellen dat er een soort ‘achtergrondrealiteit’ zou bestaan, die noch fysiek noch mentaal is’, vertelt ze. ‘Deze wereld maakt zich de ene keer kenbaar via de geest, de andere keer via materie, maar kan ook een mediator zijn tussen het mentale en het fysieke, terwijl het dat tegelijkertijd overstijgt.’
Lichaam en geest zijn in die theorie niet meer volledig gescheiden, maar vormen eerder een continuüm van kennis. ‘Je kunt bijvoorbeeld gedachtes opvatten als een heel subtiele vorm van materialiteit, terwijl het lichaam een heel dichte materialiteit vertegenwoordigt. Ik heb onderzocht welke voorwaarden er zijn om het dansende lichaam af te stemmen op die achterliggende wereld.’ Dans vormt zo een middel om tot een vorm van kennis te komen die op andere manieren niet te bereiken is.
Artistiek onderzoek doorontwikkelen en doorgeven aan dansers in opleiding
Nu haar onderzoek is afgerond, focust Tunca zich op haar banen als hoofd van de Academy van ICK Dans Amsterdam en docente aan Codarts. ‘Mijn promotie was een persoonlijke zoektocht, maar een onderzoek moet natuurlijk altijd tot meer mensen kunnen spreken. Ik hoop dat ik een ontmoetingsruimte heb kunnen scheppen om met de praktijken en het gedachtegoed van andere kunstenaars en academici verder in dialoog te kunnen gaan en om kunstenaars te stimuleren diepgaand onderzoek in en door een artistieke praktijk uit te voeren. Hiermee wil ik bijdragen om het onmisbare belang van de kunsten voor de maatschappij vanuit verschillende perspectieven duidelijk te maken.’
‘Met jonge dansers ga ik door om hun bij het ontwikkelen van artistiek onderzoek in en door het dansende lichaam op weg te helpen naar een betekenisvol belichaamde visie op dans, als voorbereiding op de professionele praktijk. Ook wil ik graag een fundament leggen in de dansopleiding om jongeren hun eigen lichaam niet slechts als dansend lijf te zien, maar ook als een drager van een epistemologisch potentieel dat eigen vormen van kennis belichaamt.’