Eén op de vijf gevangenen ontvangt geen hulpverlening
Gevangenen verdienen een betere begeleiding bij hun terugkeer naar de samenleving. Promovendus Amanda Pasma: ‘Je kunt niet iedereen levenslang vastzetten. De maatschappij zal daders toch een tweede kans moeten gunnen.’
De casemanager en Pasma zitten klaar. De gevangene kan ieder moment binnenkomen. ‘Doe jij de intake maar.’ Pasma is verrast. Ze loopt juist mee met de casemanager om een beeld te krijgen van de begeleiding die zij geeft aan mensen in deze gevangenis in Leeuwarden. Maar even later hoort ze zichzelf de vragen stellen: ‘Heb je een stabiele woonplek? En is dat jouw eigen woning of verblijf je bij vrienden? Heb je werk? En hoe tevreden ben je daarmee? Verwacht je terug te kunnen keren naar jouw werk? Heb je schulden? En hoe zit het met betalingsachterstanden?’
Professionele ondersteuning tijdens detentie
Dit intakegesprek, dat Pasma zelf mocht voeren, is een belangrijk aspect van de hulp die gevangenen krijgen in Nederland. Pasma: ‘Het is belangrijk en moet snel gebeuren, zodat duidelijk is welke problemen er spelen. Veel gedetineerden zitten maar kort in de gevangenis: gemiddeld drie tot vier maanden. Wacht je te lang met het intakegesprek, dan zit een straf er alweer op.’
40 procent van de gedetineerden had geen contact met de casemanagers en mentoren.
In Nederland worden gevangenen niet aan hun lot over gelaten. Tenminste, op papier niet. Iedere gevangene zou binnen twee weken na start van detentie een intake moeten hebben. En iedere twee weken moet een mentor inchecken om te zien hoe het met de gevangene gaat. De praktijk is weerbarstiger, blijkt uit Pasma’s onderzoek: 40 procent van de gedetineerden had geen contact met de casemanagers en mentoren. Casemanagers bepalen soms op gevoel wie zij wel en niet hoeven te spreken. Dit kan ten koste gaan van de concrete ondersteuning, die broodnodig is, zegt Pasma. ‘Professionele ondersteuning tijdens detentie is erg belangrijk. Dat is hét moment dat je mensen in beeld hebt en met ze aan de slag kunt.’
Een ongemakkelijke waarheid
Voor haar onderzoek liep Pasma mee in gevangenissen in binnen- en buitenland, en nam zij vragenlijsten af bij 4000 gedetineerden en 1000 zorgprofessionals, externe ketenpartners, gemeenten, reclassering en vrijwilligers. Haar onderzoek toont een ongemakkelijke waarheid: mensen die al problemen hadden voordat ze in de gevangenis terechtkwamen, worden over het hoofd gezien. Pasma: ‘Een op de vijf gedetineerden had met géén van de professionals contact. En dat zijn juist mensen met meerdere problemen. Zij die de hulp het hardst nodig hebben.’
Mensen die al problemen hadden voordat ze in de gevangenis terechtkwamen, worden over het hoofd gezien.
Casemanagers en mentoren moeten gevangenen helpen bij hun re-integratie. Daarnaast is het ook de bedoeling dat organisaties ‘van buiten’ gevangenen ondersteunen. Zo hebben de reclassering, gemeenten, zorginstellingen, en vrijwilligersorganisaties allemaal hun taak. Voornamelijk deze ‘externe’ partijen blijken uit Pasma’s onderzoek nog te weinig betrokken bij het re-integratieproces.
Hoe kan het dan dat deze gevangenen toch over het hoofd worden gezien? Pasma geeft aan dat de gevangenen zelf ook in staat moeten zijn hun eigen problemen te herkennen, verwoorden en daarnaast ook hulpbehoevend zijn: ‘Sommige mensen schamen zich en geven dan tijdens het intakegesprek niet aan of ze schulden hebben. Of ze weten niet bij wie ze moeten zijn voor welk probleem, waardoor het moeilijk is om uit eigen initiatief hulp te vragen. Een actieve benadering vanuit professionals is voor deze groep meer nodig.’
Spanningsveld
De maatschappij is niet altijd voorstander van het helpen van gevangenen; het kan in het bijzonder leiden tot weerstand bij slachtoffers of nabestaanden van slachtoffers, zegt Pasma. Ze heeft begrip voor die gevoelens, maar spoort mensen aan om de onderbuikgevoelens opzij te zetten. ‘Voor de veiligheid van de samenleving is het juist belangrijk om mensen te helpen een stabiel leven op te bouwen. Je kunt niet iedereen levenslang vastzetten. De maatschappij zal daders toch een tweede kans moeten gunnen. Hulp voorkomt dat er toekomstige slachtoffers vallen.’
Noorwegen: de maatschappij heeft gefaald
Voor haar onderzoek sprak Pasma met experts in Noorwegen. Daar lijkt de weerstand om gevangenen te helpen veel kleiner. ‘Scandinavische landen staan bekend om hun focus op re-integratie. Ook gaan mensen daar minder de fout in nadat ze een straf hebben uitgezeten. In Nederland maakt 40-50% van de gedetineerden zich opnieuw schuldig aan crimineel gedrag – in Noorwegen is dat 20%. Het sentiment van de Noren is ook anders; er is meer begrip voor gevangenen. Als iemand een delict heeft gepleegd, dan zien zij dat als een falen van de maatschappij. En dus zetten zij alles op alles om iemand weer mee te laten draaien.’
Daarnaast is er in Noorwegen geen harde grens tussen de gevangenis en daarbuiten. Hulp loopt door. Pasma geeft de zorg als voorbeeld: ‘Als een gevangene in Noorwegen psychische ondersteuning nodig heeft, dan krijgt hij na vrijlating dezelfde zorg van dezelfde hulpverleners. In Nederland loopt een zorgtraject niet door. Gaat iemand in de gevangenis naar de psycholoog, dan moet die persoon na vrijlating weer een nieuwe psycholoog zoeken.’
Eerdere problemen
Toch konden de Noren ook van Pasma leren. ‘Ze vonden het opvallend dat ik onderzocht of gevangenen al voor hun gevangenisstraf problemen hadden. Het was voor mij vanzelfsprekend om de leefsituatie van gevangenen voor detentie mee te nemen in mijn onderzoek; niet alle problemen komen uitsluitend voort uit de gevangenisstraf.’
Als het aan Pasma ligt, wordt dat bewustzijn nog meer vergroot, door professionals vroegtijdiger en actiever te betrekken bij het leven van gevangenen.
Pasma zal haar proefschrift ‘Re-entry support from prison-based and community-based professionals’ verdedigen op 11 oktober 2023 om 11:15 uur in het Academiegebouw. Je leest de samenvatting van het proefschrift hier en volgt de livestream van de promotie hier.
Tekst: Helena Lysaght en Mireille van der Stoep
Foto bovenaan het artikel: Tim Mossholder via Unsplash.