Dekolonisatie in kunst: ‘Die duisternis zegt: tot hier en niet verder’
Niet het licht, maar de afwezigheid ervan ving een paar jaar geleden de aandacht van Stephanie Noach. Met haar onderzoek naar darkness in kunst, wil ze laten zien hoe duisternis koloniale beeldvorming kan bevragen en soms zelfs ondermijnen.
Noach deed haar onderzoek naar zes Latijns-Amerikaanse materieel donkere kunstwerken. ‘Veel van deze landen zijn gekoloniseerd door mensen die aankwamen met het idee om er alles in kaart te brengen’, legt Noach uit. ‘Ze wilden alles wat ze vonden in schema’s onderbrengen, eigen maken, mee terugnemen zelfs.’
Duisternis brengen in het licht
Aan die koloniale toe-eigening lag een gedachtewereld ten grondslag waarin veel gebruik werd gemaakt van begrippen als ‘licht, donker, zwart en wit’. Noach: ‘De gekoloniseerde volkeren werden gekenschetst als ongeciviliseerd, maar ook als ‘duister’ in hun gebruiken. Ook hun donkerdere huid droeg eraan bij dat Europa zichzelf als (ver)licht kon verheffen en zo de verovering van overzeese gebieden en de onderwerping van volkeren kon rechtvaardigen. Europa zou er goed aan doen om haar eigen licht, en zodoende rede en vooruitgang, naar de rest van de wereld te brengen.’
‘Die denkwijze is raciaal’, zegt Noach, ‘maar suggereert ook dat duisternis een zekere vorm van vrijheid kan bieden. Als je de duisternis beschermt, voorkom je dat ideeën of denkbeelden gekend worden en daarmee ook dat zij worden toegeëigend. Dat zie je terug in de kunst. De duisternis in de kunstwerken zegt eigenlijk: tot hier en niet verder.’
Bewuste weigering
Die weigering om de kijker helemaal deel te maken van het kunstwerk, is bijvoorbeeld merkbaar in het werk van de Cubaanse kunstenaar Belkis Ayón die Noach onderzocht. ‘Zij werkt met de scheppingsmythe van een Afro-Cubaanse geheime broederschap. Als vrouw mocht zij daar niet in worden ingewijd. Door toch met die gemeenschap aan de slag te gaan en selecte beelden te creëren, biedt ze aan de ene kant inzicht, terwijl tegelijkertijd duidelijk is dat niet alles mag worden gekend.’
Focus op duisternis
Noach hoopt dat haar aandacht voor duisternis navolging krijgt van andere kunsthistorici. ‘Als academici zijn we altijd heel erg geïnteresseerd geweest in wat we kunnen onderscheiden. Dat kunnen we begrijpen, duiden, maar er is ook een gedeelte van de kunstwerken waarbij dat niet lukt. Wat zou er gebeuren als we daar onze focus op richten?’