De dag van Jasper
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
Maandag 23 oktober
‘De eerste dag na een vakantieweek. Het is nog donker en mistig als ik naar het station fiets. Voor het eerst realiseer ik me dat het echt herfst is. De eerste trein is defect, dus wordt het iets later voor ik op kantoor ben. Gelukkig kan ik nog net een beloofd telefoontje afhandelen voor de eerste afspraak.
De dag ziet er verder gevarieerd uit. Ik start met een online overleg van de vier landelijke domeinvoorzitters (Bèta, Techniek, Sociale & Geesteswetenschappen en Medisch) met medewerkers van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om te praten over de ervaringen met de nieuwe sectorplannen. Ik vertegenwoordig het bèta-domein. Alle vier de sectoren blijken tevreden over de wijze waarop we de nieuwe sectorplannen zijn gestart, nieuwe posities werven en contact hebben met de monitoringcommissies. Wel delen we onze zorgen over de budgettaire druk die vrijwel alle faculteiten in het land voelen na de sterke stijgingen van de lonen en prijzen.
Na dit overleg neem ik deel aan een evaluatiegesprek met Saskia Vogelaar van Birch Consultants over de totstandkoming van ons facultair strategisch plan. We constateren dat het proces in het algemeen goed is verlopen, mede omdat we op veel momenten instituten, diensten en groepen medewerkers hebben betrokken. Natuurlijk zien we verbeterpunten, maar we concluderen blij dat het eindresultaat is goed ontvangen binnen en buiten de faculteit. De rol van Saskia en haar collega’s is daarbij belangrijk geweest.
Na een telefonisch overleg sluit ik de ochtend af met alweer een gesprek met de domeinvoorzitters, nu met een vertegenwoordiging van bestuurders van de Universiteiten van Nederland (UNL). We bespreken hoe de domeinen een rol kunnen spelen in de zelfregie die het ministerie van de universiteiten verlangt op het punt van de buitenlandse instroom in bacheloropleidingen. Een lastig en controversieel onderwerp, waarin politiek een belangrijkere rol lijkt te spelen dan de ratio. We spreken af binnen de domeinen verder overleg te voeren, gebruikmakend van de data die UNL verzamelt.
‘Dat kost tijd die er eigenlijk niet is, maar hopelijk helpt het me te begrijpen wat er allemaal speelt.’
In de middag volgen diverse interne besprekingen en sluit ik af met een vooroverleg voor een bijeenkomst van Una-Europa, een internationaal netwerk van Europese universiteiten. Eind november gaan we het in Brussel hebben over onderzoeksstrategie. Ik ben sinds een maand co-voorzitter van Una’s Research Strategy Group. Dat kost tijd die er eigenlijk niet is, maar hopelijk helpt het me beter te begrijpen wat er allemaal speelt en zo iets goeds te doen, voor de alliantie en voor onze universiteit.
In de avond hebben we met het faculteitsbestuur een afscheidsetentje met Ava Bauer, vorig jaar onze student-assessor. Het is een gezellige avond, goed om even relaxed samen te zitten en belangrijk om aandacht te besteden aan dit afscheid. Het is elk jaar weer geweldig om te zien hoe een van onze studenten zich in deze functie stort en vervolgens een steile leercurve doormaakt. Een prachtige ontwikkelingskans voor de student en essentieel voor de faculteit dat de studenten direct in het bestuur vertegenwoordigd zijn.
Thuis werk ik nog even aan mijn presentatie voor de facultaire bestuursconferentie over Erkennen & Waarderen die we morgen in Corpus hebben. Deze landelijke beweging richting een nieuwe wijze om talenten en prestaties van medewerkers te erkennen en stimuleren is een van eerste prioriteiten bij de uitvoering van ons strategisch plan. Ik kijk met plezier uit naar de discussies die we zullen voeren. Morgen gebeurt dat nog in een redelijk beperkte kring, maar later in het jaar zullen we ongetwijfeld meer medewerkers betrekken. Net als we met het opstellen van het strategisch plan hebben gedaan. Het zal tijd vergen, maar ik heb er vertrouwen in dat het eindresultaat net zo goed wordt.’