Michaël Peyrot benoemd tot hoogleraar: ‘We gaan een mooie toekomst tegemoet’
Michaël Peyrot is met terugwerkende kracht per 1 januari benoemd tot hoogleraar Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap aan het Leiden University Centre for Linguistics. Hij kijkt ernaar uit om de liefde voor het vak door te geven aan een nieuwe generatie studenten.
Bijna alle Europese talen zijn terug te leiden naar een gemeenschappelijke voorouder die in de prehistorie gesproken werd. Deze zogenoemde ‘oertaal’ wordt het Proto-Indo-Europees genoemd. Door verwante talen met elkaar te vergelijken, proberen wetenschappers erachter te komen hoe de oertaal precies in elkaar zat. De leerstoel van Peyrot beslaat de hele studie van het Indo-Europees, en zelf specialiseert hij zich in het Tochaars. Deze uitgestorven taal werd oorspronkelijk gesproken in het huidige Noordwest-China. ‘De uitdaging van het Tochaars ligt in het feit dat veel teksten nog ontcijferd moeten worden. Er moet dus nog zwaar werk verricht worden voordat we echt weten wat de woorden betekenen,’ vertelt Peyrot.
Traditie en vooruitgang
Hij is meer dan enthousiast om die uitdaging aan te gaan. ‘De Universiteit Leiden kent een lange traditie in de studie van het Indo-Europees. Het is een heel breed vakgebied met verschillende talen en specialisaties. Gelukkig hoef ik niet alles zelf te kunnen. We hebben een heel sterk team uitstekende specialisten op verschillende gebieden: Lucien van Beek, Alwin Kloekhorst, Guus Kroonen en Tijmen Pronk voor onder andere Grieks, Anatolisch, Germaans en Slavisch' vertelt Peyrot. 'Ik voel me bevoorrecht om deel uit te maken van het Leidse team van Indo-Europeanisten. Ik kijk erg uit naar deze baan en ik denk dat we een mooie toekomst tegemoet gaan.'
Zo zorgen recente wetenschappelijke ontwikkelingen voor een extra impuls in het vakgebied. ‘Dankzij de enorme vooruitgang in de analyse van archeologisch DNA weten we steeds meer over de prehistorie en de mensen die toentertijd in Europa en Eurazië leefden. We kunnen daarom steeds nauwkeuriger zeggen hoe de leefwereld van die sprekers eruitzag en die inzichten toetsen aan de hypotheses uit de vergelijkende taalwetenschap,’ licht Peyrot toe. ‘Gelukkig worden veel ideeën over de verspreiding van de Indo-Europese talen nu bevestigd door bevindingen van het onderzoek naar archeologisch DNA.’
Liefde doorgeven
Die nieuwe inzichten deelt hij graag met zijn studenten. ‘Ik kijk ernaar uit om de liefde voor het vak door te geven aan een nieuwe generatie studenten,’ zegt Peyrot. Een goede vergelijkende taalwetenschapper moet volgens hem niet alleen de Indo-Europese talen goed kennen maar ook de historisch-vergelijkende methode goed beheersen. ‘Daarom zit de vergelijkende taalwetenschapper altijd in een spagaat. Je moet goed in een taal duiken om de benodigde kennis op te bouwen, maar tegelijkertijd moet je ook de grote lijnen tussen verschillende talen zien om tot reconstructies te komen. Het is belangrijk om dat goed over te kunnen brengen.’
ERC Consolidator Grant
Peyrot doet ook veel projectonderzoek. In april 2024 begint zijn nieuwe project “The Silk Road Language Web”. Hij onderzoekt hoe volkeren in het huidige Noordwest-China vijftienhonderd jaar geleden elkaars talen hebben beïnvloed. Hiervoor ontving hij onlangs een ERC-beurs van bijna twee miljoen euro. ‘Daarvoor kijk ik naar de contacten van het Tochaars met andere Indo-Europese talen in Noordwest-China,’ vertelt hij. ‘Door de invloeden tussen de talen onderling goed te analyseren kun je hun gemeenschappelijke prehistorie reconstrueren en de contacten tussen deze talen als het ware terugrollen in de tijd. Je kunt zien welke sprekers het eerst zijn aangekomen en welke sprekers juist later invloed moeten hebben gehad. Zo kunnen we reconstrueren van welke kant en wanneer mensen zijn gekomen,’ legt Peyrot uit in een eerder interview.