Mamadou Hébié vertegenwoordigt Letland en de Afrikaanse Unie in baanbrekende zaken
Mamadou Hébié, UHD Internationaal Recht aan het Grotius Centre for International Legal Studies, trad vorige week op als juridisch adviseur in 's werelds eerste adviesprocedure over klimaatverandering voor het Internationaal Zeerechttribunaal (ITLOS) enerzijds en in de zaak die Oekraïne aanspande tegen de Russische Federatie voor het Internationaal Gerechtshof (ICJ) met betrekking tot de oorlog van 2022 in Oekraïne anderzijds.
Voor het ICJ trad Dr Hébié op als raadsman voor Letland, dat tussenbeide kwam in het geschil tussen Oekraïne en Rusland. Letland voerde aan dat het Genocideverdrag van 1948 het mogelijk maakt geschillen voor het ICJ te beslechten wanneer een staat, op verdenking van het plegen van genocide op het grondgebied van een andere staat, geweld gebruikt tegen deze laatste onder het voorwendsel de vermeende genocide te voorkomen.
Het Hof zal uiterlijk op 6 februari 2024 uitspraak doen over zijn jurisdictie.
Voor ITLOS presenteerde Dr Hébié, optredend als raadsman en advocaat, de argumenten van de Afrikaanse Unie over de specifieke verplichtingen van staten om zich aan te passen aan de nadelige gevolgen van klimaatverandering op het mariene milieu onder het VN-Verdrag inzake het recht van de zee (UNCLOS).
Na de hoorzittingen zei Dr Hébié: 'Het was voor mij een eer om namens de Afrikaanse Unie deel te nemen aan deze baanbrekende zaak. In de zaak voor ITLOS heb ik betoogd dat het Verdrag staten verplicht om wetenschappelijk onderzoek te doen, de relevante technologie te ontwikkelen en praktische en wetgevende maatregelen te nemen om de klimaatverandering aan te pakken en dat ze ook specifieke verplichtingen hebben om de mariene biodiversiteit niet aan te tasten, maatregelen te nemen om de veerkracht ervan te garanderen, de biodiversiteit in staat te stellen zich te herstellen en haar volledige potentieel te bereiken.'
Hij verduidelijkte verder dat staten moeten samenwerken voor een doeltreffende bescherming en behoud van het mariene milieu, onder meer door met ontwikkelingslanden de wetenschappelijke kennis, technologie en financiering te delen die nodig zijn om ontwikkelingslanden in staat te stellen zich aan te passen aan de nadelige gevolgen van klimaatverandering. Meer nog, klimaatverandering vroeg om een rechtvaardige en billijke internationale economische wereldorde die ontwikkelingslanden in staat zou stellen hun eigen middelen te mobiliseren om deel te nemen aan de collectieve inspanning om het mariene milieu te beschermen en te behouden tegen de negatieve gevolgen van klimaatverandering.
Naar verwachting zal het Tribunaal begin 2024 advies uitbrengen.
Achtergrond van de procedures
Op 27 februari 2022 heeft Oekraïne, in de context van de militaire agressie door Rusland, een zaak tegen Rusland aanhangig gemaakt bij het Hof met betrekking tot beschuldigingen van genocide volgens het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide (Oekraïne tegen Russische Federatie: 32 staten in het geding). Rusland maakte bezwaar tegen de jurisdictie van het Hof met het argument dat kwesties over het gebruik van geweld niet binnen de reikwijdte van het Verdrag vallen. Tweeëndertig staten, waaronder Letland, werden op verzoek gemachtigd om deel te nemen aan de procedure. Klik hier voor meer informatie.
Op 12 december 2022 verzocht COSIS - een intergouvernementele organisatie bestaande uit kleine eilandstaten - het Tribunaal om een advies over de verplichtingen van staten onder het VN-Zeerechtverdrag. Vierendertig staten die partij zijn bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS), negen intergouvernementele organisaties, waaronder de Afrikaanse Unie, en vele niet-gouvernementele organisaties namen deel aan de procedure. Klik hier voor meer informatie.