Criminologiestudent Sara deed onderzoek naar slachtofferschap en raakte zelf zwaargewond
Terwijl ze midden in haar scriptie-onderzoek zit wordt criminologie-student Sara Kalf (24) aangereden en raakt ze zwaargewond. Na lang revalideren en hard werken, zette ze vorige week eindelijk haar handtekening in het Zweetkamertje.
‘Vanaf dag een voelde ik me thuis in Leiden. Ik had zin in de studie, maar wilde ook het studentenleven helemaal ervaren: ik ging roeien bij Njord, had bijbaantjes en werd ambassadeur voor de studie Criminologie.’
Onopgeloste levensdelicten
Nadat ze haar bachelor op zak heeft begint ze haar master Forensische Criminologie. Tijdens deze master loopt ze stage bij het team ‘Cold Case en Vermiste Personen’ van de Politie Eenheid Den Haag. Was Sara voorheen vooral geïnteresseerd in het doorgronden van daders, hier verschuift haar blik meer richting slachtoffers. ‘Hier komt gelukkig binnen de criminologie steeds meer oog voor. Maar er wordt nog lang niet genoeg onderzoek naar slachtofferschap gedaan. Daar is nog zoveel te winnen.’
'Vrijwel alle nabestaanden in cold cases voelen zich ongehoord en niet serieus genomen door politie en justitie' - Sara Kalf
Ze besluit dan ook haar scriptie over dit onderwerp te schrijven: ‘Ervaringen met de strafrechtketen van nabestaanden in cold cases'. ‘Ik interviewde hiervoor 24 nabestaanden in onopgeloste ‘levensdelicten’. Het gaat hierbij om onopgeloste zaken, dus je kunt de term moord of doodslag (nog) niet gebruiken.’ Sara kwam erachter dat er in Nederland nooit wetenschappelijk onderzoek naar deze groep is gedaan. ‘Vrijwel alle nabestaanden voelen zich ongehoord en niet serieus genomen door politie en justitie. Ze kregen te maken met vooroordelen, gebrekkige communicatie en hadden geen plek waar ze met hun vragen heen konden. Zonder uitzondering hadden ze behoefte aan betere communicatie en professionele steun.’
Deze nabestaanden kregen allemaal te maken met een heftige gebeurtenis, waar ze vaak jaren later nog dagelijks de gevolgen van ondervinden. Het heeft hun leven onherroepelijk veranderd. ‘Dit waren heftige interviews: het ging over de onopgeloste dood van een broer, vader of zoon. Maar ik vond het ook heel waardevol om te doen.’
‘Ik denk niet dat jij ooit nog kan lopen’
Nadat alle interviews zijn afgenomen en uitgewerkt is ze klaar om haar scriptie te schrijven. Maar eerst nog even vakantie. Het is augustus 2021. Corona is zeker nog niet weg. Dus dan maar met een vriendin op de racefiets door in Nederland. Ze besluit op 3 augustus een testrondje met fietsbepakking door de Wassenaarse Duinen te maken. Het is bijna 14.45 uur als het op de Haagse Schouwweg mis gaat. Bijna thuis.
‘Ik weet nog dat ik de auto vanuit mijn ooghoeken zag. Hij kwam zo ontzettend hard aangereden. Ik hoorde de gierende banden. En daarna lag ik op de grond. Ik had overal pijn. Behalve in mijn benen. Daar voelde ik helemaal niets. Toen werd het zwart.’
'De vrienden die ik de afgelopen jaren in Leiden heb gemaakt stonden klaar toen ik ze het hardst nodig had.' - Sara Kalf
Ze komt pas weer bij in de ambulance. ‘Een infuus in allebei mijn armen. Er zat een ambulance-medewerker naast me. Weet je wat hij tegen me zei? “Meisje, ik denk niet dat jij ooit nog kan lopen.” Ik trainde bijna dagelijks met mijn roeiploeg, wilde afstuderen en stond op het punt te starten met een opleiding tot rechercheur, mijn droombaan.” En door één gebeurtenis – waar ik zelf niets aan kon doen – zat ik opeens in een rolstoel Natuurlijk doet dat wat met je. Ik moest een nieuwe versie van mezelf leren kennen. En accepteren dat ik nooit meer terug kan naar de Sara van voor dat ene moment.’
Vrienden, familie en begeleiders
Uiteindelijk besluit ze haar scriptie af te ronden. ‘Het klinkt misschien gek, maar ik heb tijdens het schrijven van mijn scriptie een klein beetje ervaren hoe het is om slachtoffer van te zijn van iets waar je zelf totaal geen invloed op hebt gehad. Ik begreep de geïnterviewden van mijn onderzoek nu beter.’
Vrienden en familie hebben haar door deze heftige periode gesleept. ‘De jongens uit mijn roeiteam hebben mij in een rolstoel meegenomen naar de dierentuin. Dat was zo bijzonder. De vrienden die ik de afgelopen jaren in Leiden heb gemaakt stonden klaar toen ik ze het hardst nodig had. Dat zal ik nooit vergeten. Ook de begeleiding vanuit de universiteit – in het bijzonder van mijn scriptie- en studiebegeleiders – heb ik enorm gewaardeerd. Ik sluit met mijn afstuderen een bijzondere periode af. Ik hoop dat mijn onderzoek helpt bij het verbeteren van de positie van nabestaanden. Ik heb dit onderzoek voornamelijk voor hen gedaan.’
'Wetgever moet in actie komen voor deze groep nabestaanden'
Maarten Kunst, hoogleraar Criminologie: 'Voor nabestaanden van levensdelicten is het ontzettend belangrijk dat zij gehoord worden tijdens het strafproces en erkenning krijgen voor het leed dat hun is aangedaan. Dit weten we uit tal van studies die de afgelopen decennia zijn verschenen. Het is daarom goed dat de wetgever nabestaanden rechten heeft toegekend die hierin kunnen voorzien. Tijdens de terechtzitting kunnen ze bijvoorbeeld gebruikmaken van het spreekrecht om de rechter en andere toehoorders te vertellen welke impact de dood van hun geliefde op hen heeft gehad. Helaas geldt dit niet voor de nabestaanden in zaken die nooit zijn opgelost. Zulke ‘cold cases’ worden immers niet aan de rechter voorgelegd, waardoor gebruikmaking van het spreekrecht en allerlei andere processuele rechten simpelweg niet aan de orde is.'
'Het afstudeeronderzoek van Sara laat zien dat de wetgever in actie moet komen om ook deze groep nabestaanden een stem en erkenning te geven en hen te helpen in het complexe rouwproces dat zij doormaken. Momenteel gebeurt dit namelijk in onvoldoende mate en zijn er nabestaanden voor wie de contacten met politie en justitie ronduit frustrerend en zeer teleurstellend zijn, bijvoorbeeld omdat zij niet goed geïnformeerd worden over het onderzoek. Sara doet in haar scriptie enkele waardevolle aanbevelingen om hier verbetering in aan te brengen.'