Bijbaan op school: ‘Zo zien studenten hoe leuk onderwijs is’
Door het lerarentekort kunnen middelbare scholen alle extra handen goed gebruiken. Op het Alfrink College in Zoetermeer zijn ze dan ook blij dat studenten van de universiteit ondersteuning geven tijdens lessen. ‘We hopen dat studenten zien hoe leuk het is om in het onderwijs te werken.’
Marianne van Rheenen, student Culturele antropologie, is een van de studenten die lesgeeft op het Alfrink College, een school voor havo en vwo. ‘Ik geef een-op-een les aan leerlingen die Nederlands als tweede taal hebben. Hoewel de school tweetalig onderwijs geeft, is het belangrijk dat ze deze taal heel goed beheersen, want het eindexamen is helemaal in het Nederlands.’
Tijdens de lessen leest Van Rheenen met de leerlingen, helpt ze hen in de voorbereiding op toetsen en praat ze ook veel. 'Ik oefen hun spreekvaardigheid door ze te laten praten over onderwerpen die dichtbij hen staan, zoals wat ze in het weekend hebben gedaan of wat ze later willen worden. Hierbij let ik op de foutjes die zij maken in zinsopbouw en grammatica en daar gaan we dan mee aan de slag.'
Meekomen in de klas en maatschappij
Het werk op de middelbare school is voor de student Culturele antropologie een bijbaan. Via het ICLON (lerarenopleiding Universiteit Leiden) kreeg ze training en op de school zelf krijgt ze advies van een docent. ‘Eerder deed ik al vrijwilligerswerk op een basisschool, waar ik kinderen die thuis weinig Nederlands spreken, hielp met lezen. Het is fijn dat ik nu voor het werk betaald word, maar ik vind het ook leuk om meer te leren over het onderwijzen. Als ik nu vragen heb, kan ik die bij het ICLON stellen of kan ik bij een docent op school terecht.’
Van Rheenen is met deze bijbaan begonnen vanuit haar ideaal om problemen voor te zijn. ‘Naast het werk op school help ik voor vrijwilligersorganisatie Humanitas mensen met een migratieachtergrond die vastlopen met hun financiën. Dat komt vaak omdat ze de Nederlandse taal niet machtig zijn, ondanks dat ze soms al jaren in Nederland wonen. Hierdoor zie ik het belang van het leren van de Nederlandse taal om mee te komen in de klas en maatschappij.’
Enorme werkdruk voor docenten
Van Rheenen is niet de enige student op het Alfrink College, vertelt Jacqueline Kadri (docent Frans en CKV). ‘We hebben ook een student die helpt bij begrijpend lezen en komend schooljaar komt een student helpen bij rekenonderwijs. Iedereen op onze school leest elke dag twintig minuten, daarvoor gaat zelfs een speciale schoolbel. Wij doen dit om de taalachterstand van sommige leerlingen weg te werken en om leerlingen te stimuleren om meer te lezen.’
De school wil niet alles op het bord van de docenten Nederlands leggen, want zij hebben al een enorme werkdruk. Een student hielp dit schooljaar bij het lezen in de klas en hielp om te controleren of leerlingen genoeg lezen. Daarnaast liet ze leerlingen bijvoorbeeld via Booktokfilmpjes (filmpjes op TikTok over boeken) zien welke boeken ze hebben gelezen. Kadri: ‘Het is natuurlijk aantrekkelijker als een klasgenoot een boek aanraadt, dan als docenten dat doen.’
Studenten enthousiast maken voor het onderwijs
De school is heel blij met de hulp van studenten. Kadri: ‘Het is heel moeilijk om aan personeel te komen. Wij kunnen alle extra handen goed gebruiken. Daarnaast kunnen de studenten goed uitleggen waarom bijvoorbeeld een grote woordenschat belangrijk is als je gaat studeren. Wat wij ook hopen, is dat studenten zien hoe leuk het is om in het onderwijs te werken.’
Van Rheenen ziet zich in de toekomst nog niet voor een hele klas staan om een bepaald vak te geven, maar ze wil wel onderzoeken hoe ze later actief kan zijn in het onderwijs op een ondersteunende manier. ‘Dat zou ik heel interessant vinden.’
Persoonlijk Assistent van de Leraar
Als Persoonlijk Assistent van de Leraar (PAL) maken studenten kennis met het onderwijsvak door docenten te helpen met ondersteunende werkzaamheden en het geven van extra aandacht aan leerlingen die daar behoefte aan hebben. Meer informatie over werken als student in het onderwijs, vind je op de website van het ICLON.
Tekst: Dagmar Aarts
Foto: Rob Dorresteijn