‘Wiskunde is gewoon hartstikke leuk’
Gianne Derks is per 1 mei de nieuwe wetenschappelijk directeur van het MI. Ze heeft langer in het buitenland gewerkt dan in Nederland en na meer dan 27 jaar Surrey droomt ze in het Engels. Wie is deze nieuwe bestuurder en wie of wat heeft haar tot de overstap naar Leiden kunnen verleiden?
Je carrière loopt van Eindhoven naar Twente, naar Californië, Vancouver en uiteindelijk Surrey in het Verenigd Koninkrijk. Waarom nu Leiden?
‘De vacature sprak me meteen heel erg aan. Wat me overtuigde was de nadruk op teamwork. Dat is iets wat ik heel belangrijk vind in mijn werk, ik hou ervan om samen te werken met andere mensen. En verder vind ik het leuk dat dit zo’n brede faculteit is, alle richtingen van de natuurwetenschappen zijn vertegenwoordigd. Voor mijn onderzoek werk ik ook samen met andere disciplines en dat kan hier in Leiden heel makkelijk. En ik kende Leiden al een beetje, ik werk al langere tijd samen met wetenschappers van het MI en het LACDR. In 2014 ben ik drie maanden te gast geweest bij het MI.’
Wat zijn je plannen?
‘Stap één is met mensen praten. Ik wil eerst het instituut en de nieuwe collega’s leren kennen. En ik kijk ook uit naar de samenwerking met de andere wetenschappelijk directeuren. Wat leeft er in de faculteit en hoe kunnen we daar vanuit het MI bij aanhaken?’
Met welke discipline is het als MI logisch samenwerken?
‘Traditioneel werken wiskundigen veel samen met collega’s van natuurkunde en informatica. Tegenwoordig is dat aardig uitgebreid, zoals naar biologie en scheikunde. Voor mijn eigen onderzoek werk ik bijvoorbeeld samen met mensen uit de biofarmaceutische wetenschappen. Maar je kunt ook buiten de natuurwetenschappen denken, bijvoorbeeld aan criminologie of kunst. Wiskunde kun je overal gebruiken.’
Waarom ben je ooit wiskunde gaan studeren?
‘Ik ben als zeventienjarige bij natuurkunde en scheikunde gaan kijken, maar ik wist het niet goed. Gelukkig hadden we een goede decaan op onze middelbare school. Hij vroeg me wat ik leuk vond aan natuurkunde en scheikunde en legde me toen uit dat ik feitelijk aan het zeggen was dat ik wiskunde leuk vond. En dat pakte inderdaad heel goed uit tijdens de studie.’
Wat voor soort bestuurder ben je?
‘Ik ben van het overleggen, van met mensen praten en kijken of we samen tot een consensus kunnen komen. Ik vind het belangrijk dat iedereen gehoord is voor ik een beslissing neem. En misschien maak ik uiteindelijk keuzes die niet direct voor de hand liggen, maar dan hoop ik wel dat ik duidelijk kan maken waarom het die kant op gaat.’
Hoe is het als vrouw in de wiskunde?
‘Toen ik wiskunde ging studeren waren er maar weinig andere vrouwen. Het was destijds ook geen logische keuze voor meisjes. Gelukkig ben ik een beetje eigenwijs en heb ik mijn eigen pad durven volgen. Ik dacht toen: over dertig jaar is dat anders, daar draag ik aan bij. Maar als ik nu om me heen kijk op een conferentie, dan loop ik nog steeds als een van de weinige vrouwen rond.
Het is niet zo dat we per se veel vrouwen of mannen moeten hebben. Maar ik vind diversiteit belangrijk. Daardoor krijg je een bredere manier van denken. Dat is goed voor de wetenschap.’
En mogen we wat privé-dingen van je weten? Heb je hobby’s?
‘Ik hou heel erg van mijn tuin. Mijn partner en ik zijn nu een huis aan het zoeken in Leiden en omgeving en dat huis moet wel een tuin hebben. In Engeland had ik een tuin met wat groente en fruit. Ik weet niet of dat hier lukt, de ruimte is beperkt. Maar het hoeft niet groot. Gewoon wat planten en bloemen dan ben ik blij.
En ik hou erg van wandelen. In Engeland kon je fantastisch wandelen, dus die heuvels ga ik wel missen. Maar ik krijg er hier de zee en duinen voor terug.’
Wat vind je partner ervan?
‘Hij vindt mijn overstap prima. Hij blijft voorlopig in Londen werken. Dat is suboptimaal, zullen we maar zeggen. Komend jaar heeft hij een sabbatical zodat we hier samen kunnen landen. Mijn partner is ook Nederlands en we vinden het fijn om Nederland weer als basis te hebben. We kijken samen hoe we het straks inrichten. Met remote working is er natuurlijk meer mogelijk dan vroeger en hij heeft meer collega’s die in het buitenland wonen. ‘
Hoe Engels ben je na al die jaren?
‘Ik heb er 27 jaar gewoond. Ik denk dat als je me hier op de gang tegenkomt, ik onbewust eerst in het Engels ga praten. Dat is inmiddels standaard geworden.’
27 jaar. Dan is dit wel een stap.
‘Dat is het zeker. Ik ga natuurlijk mijn collega’s en vrienden in Surrey missen. Maar ik krijg er nieuwe voor terug. En na 27 jaar ben ik toe aan verandering. Op een gegeven moment raakt alles zo ingesleten en dan is het goed om wat anders te gaan doen. Nieuwe prikkels, nieuwe uitdagingen.’
Wat vind je leuk aan je baan?
‘Alle aspecten aan mijn baan bevallen me: besturen, onderzoek én onderwijs. Natuurlijk moet ik wel keuzes maken. Dus ik zal in het begin nog geen onderwijs geven en focus eerst op het bestuurlijke aspect van mijn baan. Maar ik vind met studenten werken ontzettend leuk, dus ik wil op den duur zeker weer meedraaien. Ik draag graag mijn enthousiasme voor de wiskunde over en vind het mooi om studenten het vertrouwen te geven dat ze het kunnen. Wiskunde is gewoon hartstikke leuk!’
Tekst: Christi Waanders - Foto: Pim Rusch