'Vraag wetenschappers hoe je de circulaire economie realiseert'
Regeringen en bedrijven streven steeds vaker naar een circulaire economie, maar wat is de beste manier daar te komen? Een internationale groep industriële ecologen schreef een rapport dat het belang van wetenschappelijke onderbouwing in praktijk en beleid benadrukt. ‘Als wetenschappers willen we op een verantwoorde manier bijdragen aan de weg naar een circulaire economie’, zegt universitair docent Tomer Fishman van het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML).
In een circulaire economie blijven alle producten en materialen in gebruik. Van de productie tot aan de consumptie. Alle vormen van afval, waaronder textiel, oude elektronica en schroot, komen de economie weer in of worden op een efficiëntere manier gebruikt. Dat zorgt ervoor dat de levenscyclus van producten toeneemt en de impact op het milieu afneemt. Dit economisch model staat in contrast met de huidige 'lineaire' economie waarin we grondstoffen ontginnen, er producten van maken, ze gebruiken en vervolgens weggooien.
De principes van industriële ecologie toepassen
Om tot een circulaire economie te komen, kunnen de uitgangspunten van industriële ecologie heel nuttig zijn, stelt deze groep onderzoekers. Dat vakgebied richt zich al tientallen jaren op het minimaliseren van afval, het voorspellen van de impact van nieuwe producten en het ontwerpen van milieuvriendelijke systemen. Samen met collega's van over de hele wereld schreef de Leidse industrieel ecoloog Tomer Fishman het whitepaper 10 inzichten uit de industriële ecologie voor de circulaire economie. ‘Het doel is om de wetenschap achter de circulaire economie toegankelijk te maken voor beleidsmakers, het publiek, bedrijven en iedereen die geïnteresseerd is.’
De International Society for Industrial Ecology (ISIE) promoot uitgangspunten van industriële ecologie om duurzaamheidsuitdagingen aan te pakken en een circulaire economie te realiseren. De vereniging bevordert de communicatie tussen wetenschappers, ingenieurs, beleidsmakers, managers en belangengroepen die geïnteresseerd zijn in een betere integratie van milieukwesties in economische activiteiten. Tomer Fishman was een van de onderzoekers die er bij het wetenschappelijk comité op aandrong om zich proactiever bezig te houden met de concepten van de circulaire economie. Deze whitepaper is een van de initiatieven die daaruit voortkomen.
Het probleem verschuiven
Een van de belangrijkste inzichten van het rapport is de aanbeveling voor een levenscyclusperspectief. Daarin worden alle effecten meegenomen, van de winning van grondstoffen tot afval aan het einde. Op die manier willen de onderzoekers voorkomen dat een potentieel antwoord op het ene probleem verschuift naar een ander probleem of zelfs iets erger veroorzaakt.
Zo kwamen fastfoodbedrijven met herbruikbare bekers als antwoord op een teveel aan wegwerpbekers. Hoofdauteur van het whitepaper Stijn van Ewijk: ‘Hergebruik is vaak beter, maar het hangt af van het type beker en hoe vaak je hem gebruikt. Mensen hebben nu vaak meerdere herbruikbare bekers thuis die ze niet regelmatig herbruiken. Daardoor neemt de totale uitstoot alleen maar toe.’
Zijn elektrische auto's echt de oplossing?
Een van de andere belangrijke inzichten is het vroegtijdig ingrijpen in het hele systeem, om zo afval te voorkomen. In plaats van binnen de huidige systemen oplossingen te zoeken om de impact te minimaliseren, moeten we systemen ontwerpen die efficiënter en duurzamer zijn, stelt het rapport.
Denk bijvoorbeeld aan elektrische auto's. Die zijn een mogelijke oplossing voor de vervuiling door fossiele brandstoffen, maar versterken ook het bestaande probleem dat er steeds meer auto's op de weg zijn. En dat in plaats van te werken aan een beter en efficiënter openbaar vervoer. ‘We moeten mobiliteit opnieuw bekijken vanuit een systeemperspectief’ , zegt Van Ewijk. ‘Elektrische auto's lossen het probleem van auto's op fossiele brandstof op, maar niet het probleem van auto's.’
‘Met onze methoden kijken we vooruit om zo te anticiperen op de milieuvoordelen van nieuwe technologieën en praktijken’
Industriële ecologie kan de toekomst niet voorspellen
Hoewel de groep onderzoekers ook zegt dat ze niet overal een oplossing voor hebben, benadrukken ze de noodzaak van een wetenschappelijke benadering van de circulaire economie. ‘Op een puur praktisch niveau, willen we politieke leiders en bedrijven aansporen om samen te werken met industriële ecologen voor het ontwikkelen van beleid’, zegt Van Ewijk. ‘We kunnen helpen bij het interpreteren van bestaande bewijs of nieuwe inzichten verwerven met behulp van de tools in ons vakgebied. Industriële ecologie kan de toekomst niet voorspellen, maar met onze methoden kijken we wel vooruit om zo te anticiperen op de milieuvoordelen van nieuwe technologieën en praktijken.'
Circulaire economie misbruiken voor greenwashing
Een circulaire economie is een geweldig concept, maar we moeten in gedachten houden dat het slechts een hulpmiddel is om onze duurzaamheidsdoelen te bereiken, zegt Fishman. ‘Het mag dus niet het einddoel zijn.’ Met dit rapport willen Fishman en zijn collega's een realistisch beeld schetsen. ‘We willen helpen om het waar te maken, maar tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat het niet wordt misbruikt voor greenwashing of dat het wordt overhyped. Ons werk laat zowel de mogelijkheden als de beperkingen van dit concept zien.’
Het is niet altijd eenvoudig om een win-winsituatie te vinden, zegt Fishman. ‘Dat komt door de complexiteit van de vraagstukken rondom een circulaire economie. We moeten altijd compromissen sluiten, maar we willen dat iedereen weet dat het wetenschappelijk onderzoeksveld Industriële Ecologie er is om te helpen.'
Een whitepaper is een informatief document dat oplossingen en soms zelfs een dienstverlening aanbiedt voor een bepaald probleem. In dit geval biedt het inzichten, oplossingen en suggesties om tot een circulaire economie te komen. De hoofdauteur van de whitepaper is Dr. Stijn van Ewijk van University College London (UCL). De andere auteurs zijn onderzoekers van de Universiteit Leiden, het Illinois Institute of Technology, de Technische Universiteit Berlijn, de Universiteit Antwerpen, Yale University, City University of Hong Kong, University of Limerick, Newcastle University, Helmholtz Centre for Environmental Research & University of Jena, Metabolic Institute, de Technische Universiteit Delft en Imperial College London.