Klimaatverandering aanpakken met de grond onder onze voeten
Bodemecoloog Emilia Hannula gaat onderzoeken hoe de bodem ons kan helpen in de strijd tegen klimaatverandering en bij het verbeteren van de biodiversiteit. Ze ontvangt daarvoor een Vidi-subsidie van NWO. 'Bodemdiertjes zijn misschien onzichtbaar', zegt ze, 'maar ze spelen een enorme rol in het creëren van een gezonde omgeving.'
Wereldwijd zit er in onze bodem meer koolstof dan in de lucht of de vegetatie. Dat wil zeggen dat de grond onder onze voeten een enorme rol speelt in het behoud van het milieu en het afremmen van klimaatverandering. De bodem kan zowel een koolstofbron als een koolstofput zijn, afhankelijk van de manier waarop we ermee omgaan, aldus Vidi-laureaat Hannula.
'Toch is er nog heel veel onbekend over de bodem', zegt Hannula, universitair docent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML). 'Het is niet zoals bij vogels en dieren die onderzoekers over de hele wereld telkens opnieuw bestuderen. De beestjes in onze bodem zijn onzichtbaar waardoor ze grotendeels onopgemerkt blijven.'
Gefascineerd door de onzichtbare wereld
Hannula is gefascineerd door die onzichtbare wereld. Na vijftien jaar onderzoek naar bodemschimmels, heeft ze nu een Vidi-subsidie van 800.000 euro gekregen om haar onderzoek verder te verdiepen. Daarmee kan ze vijf jaar onderzoek doen en ook een promovendus en postdoc aanstellen.
Met de nieuwe financiering gaat de Finse Hannula bestuderen hoe bodemdieren en schimmels zich gedragen en hoe ze samenwerken. 'Om beter te begrijpen hoe we de bodem in ons voordeel kunnen gebruiken, moeten we eerst weten hoe de gemeenschappen die erin leven zijn samengesteld', zegt ze. 'We willen erachter komen hoe deze bodemdieren en schimmels functioneren en hoe dit varieert tussen verschillende bodemsoorten, van een stedelijke tot een landbouw- en bosomgeving.'
Hoe verschillende bodemculturen elkaar beïnvloeden
Hannula gaat specifiek kijken naar de Nederlandse bodem, zowel in een natuurlijke omgeving als in gecontroleerde omstandigheden. 'In het lab kunnen we observeren hoe snel de schimmels in de bodem groeien en hoeveel biomassa ze winnen', zegt ze. Ze is vooral geïnteresseerd hoe verschillende bodemculturen elkaar beïnvloeden. 'We gaan met verschillende experimenten kijken hoe stukjes van de ene kweek inwerken op een andere cultuur als we ze samenvoegen.'
Om te monitoren hoe de bodem CO2 vastlegt, heeft de onderzoeker zelf een baanbrekende techniek ontwikkeld. 'Door een stabiele isotoop te gebruiken, wordt de koolstof een soort marker', zegt Hannula. Dat kan je vergelijken met de contrastvloeistof die ze bij MRI-scans gebruiken om delen van het menselijk lichaam beter zichtbaar te maken. Met deze techniek kan Hannula precies nagaan waar de koolstof in de bodem terechtkomt.
Een bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering
Wat deze nieuwe ontdekkingen zo interessant maakt, is het feit dat de bodem een veelbelovende bondgenoot kan zijn in de strijd tegen klimaatverandering en het verbeteren van de biodiversiteit. 'Uiteindelijk zullen we de bodem kunnen inzetten om het natuurlijke systeem te 'sturen', zegt Hannula. 'Niet alleen door gebieden te herstellen die door menselijke activiteiten zijn beschadigd, maar ook door sommige bodems te transformeren van een koolstofbron in een koolstofput.'
En daarvoor hoeven we de bestaande natuurlijke systemen niet volledig te herzien, verzekert Hannula. 'Het kunnen heel eenvoudige maatregelen zijn, zoals het toevoegen van houtsnippers aan landbouwgrond of het vergroten van de biodiversiteit van bomen in een bos.'
Tekst: Samuel Hanegreefs