Interview met Alumnus Jolien Schukking: het werk als rechter voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens
Alumnus Jolien Schukking is sinds 2017 rechter bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Een bijzondere baan waarin zij rechtsbescherming biedt op internationaal niveau in grote en uiteenlopende zaken. Hoe ziet haar werk eruit en wat drijft haar in deze functie?
Schukking is een voorbeeld van ‘wie waagt die wint’. Na haar middelbare school vertrok zij voor een studiejaar naar de Verenigde Staten en liep zij stage bij de Verenigde Naties in New York. ‘Ik kwam uit Zeist en was vrij beschermd opgegroeid. Ik wilde de wijde wereld in.’ In een tijd zonder e-mail of internet lijken je opties beperkt. Schukking besloot naar een aantal ambassades briefjes te sturen. ‘In mijn middelbare schoolengels heb ik gevraagd: ‘Wat kan ik doen in jullie land? En de Amerikaanse ambassade gaf mij toen informatie over studiebeurzen… Zo ben ik in de Verenigde Staten terecht gekomen.’
Wat doet het EHRM?
Het EHRM houdt toezicht op de naleving van de mensenrechten en fundamentele vrijheden die zijn opgesomd in het Europees Mensenrechtenverdrag (EVRM). Iedereen dit meent slachtoffer te zijn van een schending van zo’n recht kan een klacht tegen dat land indienen bij het EHRM. ‘Je moet je zaak wel eerst tot aan de hoogste rechter in je eigen land hebben voorgelegd.’ Zo’n klacht kan over van alles gaan: een vermeend oneerlijk proces, een arbitraire opsluiting, het afluisteren van telefoongesprekken, discriminatie. Maar ook over familierechtelijke kwesties, zoals uithuisplaatsingen of huiselijk geweld, persvrijheid en eigendomsrechten. ‘De klacht kan zijn dat je vindt dat er disproportioneel inbreuk is gemaakt op jouw recht of omdat je vindt dat de overheid iets heeft nagelaten. In dat laatste geval gaat het om schending van een positieve verplichting: de overheid moet het systeem immers zo inrichten dat de rechten van iedereen worden gewaarborgd. Het EHRM behandelt ook interstatelijke klachten, dat zijn klachten die door de ene verdragsstaat tegen de andere worden ingediend, zoals bijvoorbeeld de klacht van Nederland tegen Rusland over het neerhalen van de MH17.'
Het EHRM bestaat uit 46 rechters – één voor elke verdragsstaat. Deze rechters zijn niet rechters namens hun land; zij zijn onafhankelijk. ‘Maar wanneer er een klacht is tegen Nederland is het wel mijn taak om – als de ‘nationale rechter’ – het Nederlands recht en de context toe te lichten aan mijn collega’s zodat zij de zaak goed kunnen begrijpen.’
De rode draad: internationale betrekkingen en recht
Rechter worden bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) was voor haar geen doel; ‘wellicht een droom’. Na haar studie werkte zij als jurist bij de Raad van State en bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en daarna als advocaat en als rechter. Vanuit Buitenlandse Zaken vertegenwoordigde ze destijds de Koninkrijksregering voor het EHRM in Straatsburg en was ze betrokken bij projecten in Midden- en Oost Europese landen om hun rechtssystemen te versterken.
Het was geen doel, maar aandacht voor mensenrechtelijke aspecten was wel terug te vinden in haar professionele leven. ‘Het is altijd al mijn overtuiging geweest dat het recht kan bijdragen aan een rechtvaardiger en beter georganiseerde samenleving. Dit was ook mijn drijfveer om mij kandidaat te stellen voor de verkiezing tot rechter bij het EHRM.’
60.000 zaken per jaar
Er komen per jaar zo’n 60.000 zaken binnen bij het EHRM. Deze worden zo goed mogelijk verdeeld via allerlei mechanismen. Sommige zaken worden behandeld door één rechter, andere door drie of zeven rechters. Niet iedere zaak krijgt dus evenveel aandacht, ‘maar iedere zaak krijgt wel de aandacht die het verdient. We maken per zaak een afweging. De klacht van Nederland tegen Rusland over MH17 werd bijvoorbeeld door de grootste kamer van zeventien rechters behandeld.’
Veel zaken worden ongegrond verklaard, bijvoorbeeld omdat de nationale rechter geen steken heeft laten vallen.’ Daarnaast heb je ook zogenaamde repetitive cases: zaken van hetzelfde kaliber, zoals de gevangenisomstandigheden in Roemenië. ‘Wanneer het Hof eenmaal heeft geoordeeld dat in een bepaalde gevangenis de cellen overbevolkt zijn, dan hoeft dat niet nogmaals in een uitvoerige uitspraak te worden vastgesteld en is de zaak snel afgehandeld.’
Helaas lukt het alsnog niet om alle zaken tijdig te behandelen. ‘Jaarlijks komen er zo’n 60.000 zaken binnen. Dit zou veel lager moeten en kunnen zijn als nationale autoriteiten van aangesloten landen zelf de mensenrechten beter beschermen en het EHRM daadwerkelijk het laatste redmiddel is. Het Hof organiseert daarom geregeld bezoeken, lezingen, colleges en ontvangsten. Op deze manier proberen we handvaten te geven aan nationale autoriteiten om hun taak te vervullen.’
Het EHRM: ‘A House of Stories’
Met zoveel zaken die iedere dag voorbijvliegen is het van belang om actief stil te staan dat achter iedere zaak een persoon zit. ‘Vaak wordt verwezen naar een gerecht als a Palace of Justice. Eigenlijk is het ‘a House of Stories’, stories of people. Die verhalen zijn begonnen al lang voordat ze bij jou als rechter kwamen, en zullen daarna verder gaan. Als rechter is het van belang voor ogen te houden, dat die paar zinnen die jij aan dat verhaal toevoegt, ertoe doen. Dat die bepalend kunnen zijn voor het verdere verloop van dat verhaal.’
Toekomstambities: Post-mandate beleid en betere faciliteiten
Schukking houdt zich nog niet bezig met haar toekomst na het EHRM. Ze zit nu in haar zesde jaar als rechter bij het EHRM – een aanstelling geldt voor negen jaar. Ze heeft nog wel voldoende ambities binnen het EHRM zelf. ‘Betere faciliteiten voor meeverhuizende familieleden van toekomstige rechters, bijvoorbeeld. Mijn gezin kon niet meeverhuizen naar Straatsburg, omdat er geen plek was voor de kinderen op de scholen. Zoiets kan goede kandidaten afschrikken om zich kandidaat te stellen voor het EHRM.’ Daarnaast ziet ze dat sommige collega’s moeite hebben om na hun aanstelling weer een baan te vinden in hun eigen land. ‘Zij hebben uitspraken gedaan die door hun regering niet op prijs worden gesteld; daardoor hebben ze soms moeite om in eigen land in een passende functie terug te keren.’ Het EHRM vraagt daarom aandacht voor een post-mandate beleid. ‘Het vastleggen in nationale wetten van een garantie dat rechters na afloop kunnen terugkeren naar hun oude baan, zou een mogelijkheid zijn.’
Zoek de balans tussen wet en geweten
‘Naast 'geniet van je studietijd' en 'blijf je dromen najagen', zou ik graag een les die mijn Leidse leermeester, Professor Schermers, me gaf, willen doorgeven. Hij zei tegen zijn rechtenstudenten: 'Ken de regels en verlies bij de uitleg en toepassing daarvan het menselijk aspect niet uit het oog. Zoek de balans tussen wet en geweten. Tussen hoofd en hart. Die les is toepasbaar op alle terreinen van het recht.’