Hoe geven we AI een plek? Misschien heeft de islamitische wereld een antwoord
Het seculiere Westen worstelt met de komst van AI, maar moslims in Zuidoost-Azië óók. Wat kunnen we van elkaar leren? Bart Barendregt, hoogleraar Antropologie van digitale diversiteit, vertelt in zijn oratie op vrijdag 14 april over dit onderzoek. Iedereen is welkom.
Sluit je ogen en denk aan Zuidoost-Azië. Wat zie je voor je? Boeren, rijstvelden en primitieve apparaten? Of drukke steden met hypermoderne technologie? Beide beelden kloppen, schetst hoogleraar Culturele Antropologie Bart Barendregt. ‘Loop je in de metro van Singapore, dan kom je daar om de haverklap schoonmaakrobots tegen. In Maleisië vliegen de drones, zij het uit zicht. In Jakarta, Indonesië, maken miljoenen mensen gebruik van de app Gojek waarmee je zo’n beetje alles kunt bestellen. Van taxi’s tot masseurs. Maar vertrek je uit die stad, dan kom je al snel in rurale gebieden waar je geen signaal hebt en er regelmatig geen stroom is.’
Morele paniek
Het is deze diversiteit, deze veelheid aan soorten mensen en relaties met (digitale) technologie, waar een cultureel antropoloog als Barendregt van smult. ‘De komst van die nieuwe technologie heeft allerlei soorten invloed op de mens. Er ontstaat een soort morele paniek - hoe moeten we hiermee omgaan? - en enthousiasme. Dat heb ik altijd al heel spannend gevonden.’ Hij bestudeert al zijn hele carrière de islam, de komst van nieuwe technologie en de invloed op islam heeft hem altijd gefascineerd. Zo verzamelt hij al decennia populaire muziek op honderden cassettebandjes en 78-toerenplaten en onderzocht hij hoe islamitische thema’s werd bezongen in moderne liedjes.
De sprong naar zijn huidige onderzoek is snel gemaakt: AI en islam. Hoe beïnvloedt AI de levens van ontwikkelaars en gebruikers? Hoe denken ze over de rol van AI in de toekomst, waar hoopt men op? Met behulp van een grote NWO-subsidie kijkt hij mee over de schouders van mensen in drie samenlevingen in Zuidoost-Azië (Indonesië, Maleisië en Singapore). Die regio kiest hij bewust, want juist hier zijn allerlei varianten van de islam, van conservatief tot modern, aanwezig. Bovendien richt het onderzoek zich op drie ‘sectoren’. Als eerste AI-onderwijs, opleidingen waar jonge mensen leren om zelf AI te ontwikkelen. Ten tweede: de edutainment-sector, waar Barendregt bijvoorbeeld kijkt naar het gedrag van gebruikers van streamingdiensten zoals Nurflix, de islamitische variant van Netflix. En ten slotte de ‘zelfdisciplinering’, waarbij apps en databases gebruikers helpen om een vroom moslim te zijn.
Je onderzoekt de wisselwerking tussen AI en de islam, en in je oratie zet je deze gemeenschap af tegen het ‘seculiere Westen’. Kunnen wij seculiere Westerlingen iets leren van de manier waarop moslims omgaan met de komst van AI-technologie?
‘Dat hoop ik wel. We hebben allemaal wezenlijk grote vragen als het aankomt op AI. Maar er zijn misschien op onverwachte plekjes alternatieve oplossingen, of worden er ergens op de wereld nog hele andere vragen gesteld over AI. Het is de antropoloog eigen om andermans probleem te lenen, daarmee te spelen en te kijken of we daar voor onze eigen problemen lering uit kunnen trekken.’
In drie sectoren in drie landen kijken naar hoe moslims AI in het dagelijks leven maken en gebruiken: hoe doe je dat?
‘Diverse PhD-studenten gaan een half jaar ter plaatse zitten. Eentje hoopt mee te lopen op het kantoor van de moefti in Singapore. En onderzoekt vragen als: wat drijft de medewerkers daar, hoe gebruiken zij big data in de dagelijkse praktijk, tegen welke ethische problemen lopen ze aan, hoe zou het volgens hen idealiter kunnen worden gebruikt? Een andere PhD zal in Singapore met mensen op zogeheten data walks gaan. Andere leden van het projectteam werken met een gevoelige microfoon die AI-frequenties oppikt. De vraag aan deelnemers is dan: wist jij dat op deze plek AI-technologie wordt gebruikt? Wat doet dat met je en kun je daar iets over vertellen? Kortom, op allerlei manieren gaan we de vraag stellen: wat betekent AI voor jou?’
Naast dit onderzoek bekleed je ook de UNESCO-leerstoel ‘Anthropology of Digital Diversity’. Wat is daar het doel?
‘We willen vanuit UNESCO vertegenwoordigers van startups die apps gaan uitrollen, samenbrengen met grote moslimgemeenschappen en antropologen. Om elkaars taal te leren spreken, om AI als onderwerp bespreekbaar te maken. En om aan gemeenschappen de kans te bieden om mee te praten over de ontwikkeling van AI.’
Hoe kijk je persoonlijk aan tegen de opkomst van AI?
‘Ik ben er niet zo bang voor. Natuurlijk heeft het z’n grimmige kanten en moeten we oppassen. AI technologie kan heel makkelijk bestaande ongelijkheden en vooroordelen versterken. Maar ik geloof ook heilig in de veerkracht van de mens. Toen de eerste stoomtrein van Amsterdam naar Haarlem begon te rijden, vonden mensen dat ook doodeng. Zwangere vrouwen mochten er niet in zitten. Dat bleek ook allemaal mee te vallen. Uiteindelijk is de mens gewoon zeer vernuftig en krijgt elke vernieuwing een plaatsje. Wat spannend is, is dat dat op allerlei plekken op de wereld op hele diverse manieren wordt gedaan.’
Beeld: Unsplash