Pedagogische Wetenschappen en Jeugdrecht zetten succesvolle interdisciplinaire samenwerking voort
Onderzoekers van het Instituut Pedagogische Wetenschappen en de afdeling Jeugdrecht gaan samenwerken in 2 nieuwe onderzoeken. Het gaat om onderzoek naar het terugplaatsen van kinderen na uithuisplaatsing en draagmoederschappen in Nederland. Voor dit onderzoek ontvingen zij grote subsidies en hiermee zetten ze ook komend jaar een succesvolle interdisciplinaire samenwerking voort.
Het belang van interdisciplinaire samenwerking
Zowel bij de afdeling Jeugdrecht als het Instituut Pedagogische Wetenschappen wordt onderzoek gedaan naar kinderen die te maken krijgen met juridische maatregelen. Denk aan situaties waarbij de thuissituatie voor een kind niet veilig is - bijvoorbeeld vanwege mishandeling of verwaarlozing. Via een uitspraak van de rechter kan een kind dan in het uiterste geval uit huis geplaatst worden en bijvoorbeeld terecht komen in een pleeggezin.
Zulke zaken worden vaak vanuit ofwel een juridisch ofwel een pedagogisch perspectief bekeken, terwijl beide invalshoeken elkaar juist aanvullen en versterken. Bij een uithuisplaatsing kan er vanuit juridisch perspectief bijvoorbeeld gekeken worden naar de rechtsbescherming van ouders en kinderen: niet in alle situaties toetst een rechter of een over- of terugplaatsing in het belang van het kind is. Als een kind dan toch overgeplaatst wordt naar een ander pleeggezin, is dit een ernstige breuk in de stabiliteit voor een kind.
Vanuit pedagogisch perspectief staat de ontwikkeling van kinderen, inclusief risico- en beschermende factoren, centraal. Omdat beide perspectieven onderdelen van een gezamenlijke puzzel bevatten, besloten de betrokken onderzoekers enkele jaren geleden hun krachten te bundelen.
Gezamenlijk onderzoek met impact
Het is dan ook niet de eerste keer dat onderzoekers van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en Sociale Wetenschappen de handen ineen slaan en zich samen buigen over maatschappelijk relevante onderwerpen, waarbij zij met hun onderzoek impact maken op politiek en praktijk.
Zo ontstond er een aantal jaar geleden een maatschappelijke en politieke discussie over de participatie van minderjarigen tijdens juridische procedures. Krijgen minderjarigen wel voldoende gelegenheid om hun stem te laten horen in familie- en kinderbeschermingszaken en is het wenselijk om hun rechtspositie uit te breiden? Denk bijvoorbeeld aan kinderen die vanaf 12 jaar hun mening aan de rechter mogen geven bij bijvoorbeeld een scheiding van ouders, terwijl jongere kinderen hiervoor niet standaard worden uitgenodigd.
Ook voor dit vraagstuk is multidisciplinaire samenwerking relevant en noodzakelijk: niet alleen is het cruciaal om te kijken naar juridische mogelijkheden van minderjarigen in verschillende procedures, maar ook is het belangrijk om te onderzoeken of jongere kinderen wel in staat zijn te participeren in procedures. Deze gezamenlijke benadering leidde tot een uitgebreid onderzoek, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), waarna door de onderzoeksgroep werd aanbevolen om de leeftijdsgrens van dit hoorrecht te verlagen naar 8 jaar.
Hoewel de overheid deze aanbeveling niet heeft overgenomen, heeft deze studie in de praktijk veel impact gehad. Veel kinderrechters zien nu in hoe belangrijk het is voor jonge kinderen om hun stem te laten horen en geven aan dat ze deze groep vaker op eigen initiatief zullen uitnodigen voor een gesprek.
Bij rechtbank Zeeland - West-Brabant is verder een pilot gestart om kinderen vanaf 8 jaar te horen en de uitspraak op kindvriendelijke wijze terug te koppelen. De bevindingen van het onderzoek worden bovendien gebruikt in het wetsvoorstel over passend onderwijs bij de vraag hoe minderjarigen effectiever kunnen participeren in onderwijskwesties.
Concrete aanbevelingen
Afgelopen voorjaar debatteerde de Tweede Kamer over uithuisplaatsingen, aangezien er veel zorgen waren over de rechtspositie van ouders en kinderen in deze situatie. Ook in de media was veel aandacht voor dit thema: krijgen ouders wel voldoende hulp en kansen om hun situatie te verbeteren? In een systeem waarin wachtlijsten en tekorten centraal staan, valt dit te betwijfelen.
Voor de discussie in de Tweede Kamer stelden onderzoekers van de afdeling Jeugdrecht en het Instituut Pedagogische Wetenschappen op verzoek van de Tweede Kamer een factsheet op met actuele wetenschappelijke informatie over het onderwerp, waarin concrete aanbevelingen werden opgenomen.
Recent werden die aanbevelingen nog concreter en urgenter, nadat een interdisciplinair onderzoeksteam vanuit beide faculteiten een uitgebreid onderzoek afrondde naar de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen - de wet die maatregelen, zoals een uithuisplaatsing, regelt.
In september 2022 publiceerden de onderzoekers hun onderzoeksrapport waarin de actuele en urgente problemen omtrent de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen aan het licht kwamen. De onderzoekers roepen de overheid op tot noodgrepen en urgente acties, zoals zij ook op diverse plekken in de media benadrukten.
Terwijl de overheid nog officieel moet reageren op het onderzoeksrapport en de aanbevelingen van de onderzoekers, zijn de eerste toezeggingen tot verbetering al gedaan. Zo sprak minister Weerwind voor Rechtsbescherming bij Nieuwsuur uit de aanbeveling over te nemen dat het hele gezin juridische steun moet krijgen bij een uithuisplaatsing.
Nieuwe en lopende samenwerkingen
In afwachting van verdere stappen van de overheid naar aanleiding van eerder genoemd onderzoek, hebben de onderzoekers inmiddels een volgende subsidie verkregen van het WODC binnen het thema uithuisplaatsingen. Gezamenlijk gaan zij een onderzoek uitvoeren naar terugplaatsingen van kinderen na uithuisplaatsing, ofwel het herenigen van kinderen met hun ouders. Zij zullen het komende jaar in kaart gaan brengen welke factoren ten grondslag liggen aan een uithuisplaatsing en wat er vanaf het moment van uithuisplaatsing precies gebeurt met een kind en het gezin, waarbij een belangrijke vraag is in hoeverre er wordt gewerkt aan terugplaatsing.
Verder werken de onderzoekers samen in het begeleiden van een promotieonderzoek naar besluitvorming aan jeugdbeschermingstafels.
Ook bij andere vraagstukken omtrent kinderen die te maken krijgen met juridische procedures zijn de onderzoekers ervan overtuigd dat hun gecombineerde expertise van grote meerwaarde is. Met een tweede nieuwe onderzoekssubsidie in opdracht van het WODC vergroten zij hun bereik naar een nieuw onderwerp, namelijk draagmoederschappen in Nederland. Niet alleen het juridische perspectief vanuit het familierecht staat hier centraal- zoals het verkrijgen van juridisch ouderschap en gezag, maar ook pedagogische vragen komen aan bod. Denk aan gesprekken met kinderen over hoe zij geboren zijn.
De succesvolle samenwerking van de afdeling Jeugdrecht en het Instituut Pedagogische Wetenschappen zal in het komende jaar verder worden versterkt met de uitvoering van de beide onderzoeken.
Symposium over Culturele Aspecten van Kindermishandeling
De samenwerking tussen de afdeling Jeugdrecht en het Instituut Pedagoische Wetenschappen begon overigens in het onderwijs van de minor Kindermishandeling en verwaarlozing: een levensloopperspectief. Ook hier valt wat te vieren, want deze minor, waar ook andere faculteiten bij betrokken zijn, bestaat 10 jaar.
Op 28 november wordt om die reden een symposium georganiseerd over interculturele aspecten van kindermishandeling, waar iedereen van harte welkom is! Lees meer ››