Hoe chemicus Marc Tijhuis het bedrijfsleven verliet en een wereldverbeteraar werd
Halverwege zijn carrière gooide alumnus Marc Tijhuis het roer helemaal om. Hij verliet het bedrijfsleven en bindt met zijn International Solid Waste Association wereldwijd de strijd aan tegen vervuilend afval.
Hij wordt een beetje nostalgisch, zo zegt ie zelf, als hij door een gonzend Leiden fietst en een oneindige stroom eerstejaarsstudenten ziet die in groepjes elkaar en de stad leren kennen. Zijn eigen studentenleven kwam wat later op stoom, vertelt Tijhuis op een terrasje aan het Rapenburg. ‘Ik werd pas in mijn derde jaar lid van een vereniging, van Quintus. Want ik hing nog een tijd rond in het alternatieve circuit van mijn stad Rotterdam – met een zwart lijntje onder mijn ogen. Dat is er in Leiden wel afgegaan’, lacht hij.
Zijn ouders waren aanvankelijk een beetje sceptisch over zijn keuze voor een pittige universitaire studie. ‘Ik was een zesjesklant op het VWO. Aardiger gezegd: met minimale inspanningen hobbelde ik erdoorheen. Maar Scheikunde vond ik het leukste vak, met dank aan een geweldige docent, meneer Janssen, die fantastisch les kon geven. Na mijn afstuderen heb ik hem nog bedankt in een brief, dat hij me zo geïnspireerd had om Scheikunde te studeren.’
Hele nachten doorhalen
De studie was inderdaad pittig, maar na zijn eerste 9 voor een tentamen over alledaagse chemische processen, zoals het afstrijken van een lucifer, kreeg hij de smaak te pakken. Onder het motto: work hard, play hard. ‘Scheikunde is heel intensief, met soms wel 32 uur per week in het lab. ’s Avonds werkte ik bij Johnson-Wax in Mijdrecht achter de lopende band. Dan kwam ik rond 2 uur ’s nachts in Leiden aan en ging ik direct door naar Quintus tot zeven uur ’s ochtends en kort daarna zat ik weer in het lab of in de collegebanken.'
Zijn eerste baan was artsenbezoeker. ‘Het hielp dat ik als chemicus de informatie over medicijnen snel begreep en daardoor makkelijker het gesprek kon aangaan. Van mijn academische vorming heb ik mijn hele leven lang plezier. Ik neem niet alles voor waar aan en durf altijd een vervolgvraag te stellen.’ Daarna werkte de alumnus in de eerste helft van zijn carrière in marketing- en salesfuncties in de farmaceutische wereld en in de voedingsmiddelenindustrie. Totdat het, toen hij eind dertig was, begon te knagen. Hij voelde zich niet meer thuis in die commerciële wereld. ‘Het viel me op dat het aan de top vrijwel niet meer ging over de producten en de klanten, maar alleen nog maar over geld verdienen en de aandeelwaardes.’
‘Afvalbeheer was lange tijd geen sexy onderwerp. Je hebt vaak een grote crisis nodig om echt iets te veranderen.'
Weg uit de rat race
Zijn kritische houding werd niet gewaardeerd en op zijn 39e moest hij weg bij een grote levensmiddelenfabrikant. Hoog tijd voor bezinning: ‘Ik was de rat race in het bedrijfsleven zat en ging op sabbatical. Met mijn vrouw en drie jonge kinderen reisden we een half jaar rond door Midden-Amerika. Daar heb ik goed nagedacht: wat ga ik doen in tweede helft van mijn carrière? Ik wilde de wereld een stukje beter maken en besloot de switch te maken naar not-for-profit-organisaties.’ Tijhuis ging als manager aan de slag bij de Hartstichting en daarna werd hij directeur van Wereldkinderen, een organisatie die bemiddelt in adoptie en projecten ondersteunt om kinderen in hun land van oorsprong op te laten groeien. ‘Daar heb ik geleerd om als organisatie en als persoon in de schijnwerpers te staan. Ik moest vaak media te woord staan en omgaan met lastige cases omdat adoptie natuurlijk een gevoelig onderwerp is.’
Overstap naar afvalbeheer
Nu is hij algemeen directeur bij de International Solid Waste Association (ISWA). Deze internationale vereniging heeft een hoofdkantoor in Rotterdam en bevordert al meer dan vijftig jaar duurzaam afvalbeheer. Tijhuis: ‘Afvalbeheer was lange tijd geen sexy onderwerp en werd niet zo serieus genomen. Je hebt vaak een grote crisis nodig om echt iets te veranderen. We geloven in een aarde met zo min mogelijk afval.’ Met een klein internationaal team stimuleren ze kennisoverdracht onder de leden, zoals onderzoekers van universiteiten, overheden en ngo’s. ISWA organiseert wereldwijd bijeenkomsten over duurzaam afvalbeheer en neemt deel aan klimaatconferenties. Daarnaast coördineert het team werkgroepen, zoals die over het saneren van stortplaatsen.
Gevolgen klimaatverandering
De omslag begint nu te komen omdat de gevolgen van de klimaatverandering zo pijnlijk zichtbaar zijn. ‘Stortplaatsen bijvoorbeeld dragen enorm bij aan de toename van schadelijke gassen die leiden tot luchtvervuiling en opwarming. In veel landen werken en wonen er zelfs nog veel mensen op zo’n vuilnisbelt. Dat moet echt anders en de VN vraagt ons om mee te helpen.’ Ook in het afvalbeheer heeft hij voordeel van zijn studie. ‘Ik begrijp de vaak technische discussies zoals over het vrijkomen van schadelijke gassen. Maar je hoeft natuurlijk geen chemicus te zijn om je hiervoor in te spannen. Ik merk bij mijn drie studerende kinderen dat duurzaamheid voor hen al veel vanzelfsprekender is dan voor mijn studerende generatie destijds. Onze generatie is begonnen met de omslag, de generatie van onze kinderen zal voor de echte grote omwentelingen zorgen.’
Tekst: Linda van Putten