‘Toen ik het in 2010 had over de materialen voor een energietransitie, werd er nog net niet gelachen’
Om windturbines en elektrische auto’s te bouwen, hebben we tonnen magneten nodig. Momenteel importeren we die voornamelijk uit China, waardoor Europa voor de energietransitie erg afhankelijk is van deze grootmacht. Daar moet verandering in komen, aldus Industrieel ecoloog René Kleijn. In het project REEsilience gaat hij samen met een internationaal team aan de slag om Europa hierin zelfvoorzienend te maken. ‘We gaan niet alleen analyses schrijven, maar ook echt infrastructuur bouwen.’
‘De naam REEsilience zegt het al: een resilient oftewel veerkrachtige levensketen van zeldzame aardmetalen in Europa,’ zegt Kleijn. ‘Dit project is specifiek gericht op de grondstoffen die nodig zijn voor de productie van magneten. Die magneten zijn namelijk een essentieel onderdeel van windturbines en elektrische auto’s. En daarmee dus ook een essentieel onderdeel van de energietransitie.’
Vervolg op een eerder magneetproject
REEsilience is de opvolger van het Europees gefinancierde project SUSMAGPRO dat staat voor: Sustainable Recovery, Reprocessing and Reuse of Rare Earth Magnets in a European Circular Economy. ‘SUSMAGPRO staat helemaal in het teken van het recyclen van magneten. Dat doen we door bijvoorbeeld technologieën te ontwikkelen om met het materiaal van oude magneten weer nieuwe te maken.’
We beloven ook echt om infrastructuur te bouwen waarmee we zelf materiaal kunnen verwerken.
Bij REEsilience gaan ze een stapje verder. Ze kijken niet alleen naar gerecyclede magneten, zogeheten secundaire stromen, maar onderzoeken ook primaire bronnen. ‘Waar zouden we in Europa materialen kunnen ontginnen? En hoe duurzaam is de ontginning en het verwerken van materialen in China tegenover in andere landen?’
Meer dan analyses en rapporten
Het project loopt sinds midden juli en krijgt een Europese Horizon subsidie voor vier jaar. ‘Ons doel is veel concreter dan alleen analyses en rapporten. We beloven ook echt om infrastructuur te bouwen waarmee we zelf materiaal kunnen verwerken.’
Ook in de voorloper SUSMAGPRO gaat het team praktisch aan de slag. Zo testen en gebruiken ze bijvoorbeeld de gerecycleerde magneten. ‘In beide consortia zitten bedrijven die de magneten daadwerkelijk gebruiken, bijvoorbeeld in speakers. En wat blijkt: de gerecycleerde magneten doen het even goed, of soms zelfs beter, dan nieuwe magneten. Met het oude materiaal kun je dus minstens even goede producten maken als met nieuw materiaal.’
Urban mining in de mensen hun la
Dat is goed nieuws, aangezien het betekent dat we geen constante toevoer van materialen nodig hebben om nieuwe producten te maken. ‘Dat is tenminste als we goed zorgen voor de materialen die we hebben. En dat we ze ook goed kunnen recycleren.’
Met het oude materiaal kun je minstens even goede producten maken als met nieuw materiaal.
Momenteel is dat lang niet altijd zo. Denk maar aan de hoeveelheid elektronica die mensen thuis in hun la hebben liggen: een oude telefoon, speakers of een laptop die niemand meer gebruikt. ‘We gaan op zoek naar manieren om al die materialen toch te herwinnen en hergebruiken. Dat concept heet urban mining: letterlijk een mijn van materialen in de stad.’
Spelen met materiaalketens
Ook de TU Delft is partner in het project. Oud-promovendus van Kleijn, Benjamin Sprecher, is nu werkzaam in Delft en heeft zich gespecialiseerd in de systeem-dynamische analyses van materiaalketens. ‘Sprecher kijkt naar de hele keten van het materiaal, van mijnbouw tot eindproduct. Vervolgens kijkt hij waar het allemaal mis kan gaan. Stel dat het Suezkanaal dicht is of er een geopolitiek conflict ontstaat, wat voor gevolgen heeft dat dan op die keten?’
Door alle stappen in kaart te brengen, kun je met de schakels spelen. ‘Wat als je een bepaald land uitzet? Wat is dan het gevolg op de prijs, waar gaan er andere mijnen open, hoelang duurt dat en waar zit er vertraging in? Die hele dynamiek kan je zo modelleren.’
Veel partners zorgen voor een groot resultaat
Kleijn zelf gaat vooral aan de slag met de duurzaamheidsanalyses van de mogelijke scenario’s. ‘We vergelijken de primaire- en secundaire bronnen, kijken naar materiaalstromen en vergelijken mogelijke scenario’s voor de toekomst. Hoe kan je op een zo duurzaam- en verantwoord mogelijke manier bendodigde de grondstoffen voor de energietransitie bekomen? Het leuke is dat we samenwerken met veel technische partners die dan ook echt de technologieën kunnen ontwikkelen die we nodig hebben.’
De energietransitie is gewoonweg een ontzettend belangrijk onderwerp. Daar komt de rest van de wereld nu ook achter.
Een kleine rol in de transitie
Kleijn is al jaren bezig met onderzoek naar de grondstoffen voor de energietransitie. ‘Maar na corona en de inval van Rusland in Oekraïne, beseffen overheden plotseling ook veel meer hoe afhankelijk we zijn van andere grootmachten. Daarom wordt op dit moment gewerkt aan beleid en visie op dit gebied.’
Kleijn heeft in elk geval veel zin om de komende vier jaar aan de slag te gaan met het project. ‘De energietransitie is gewoonweg een ontzettend belangrijk onderwerp. Daar komt de rest van de wereld nu ook achter. Toen ik op een conferentie in 2010 vertelde over de materialen voor een energietransitie, werd er nog net niet gelachen. Ondertussen schrijven alle overheden erover. En ik verbeeld me dan dat ik daarin een kleine rol heb gespeeld,’ sluit hij al lachend af.
Tekst: Inge van Dijck