‘De faculteit moet voelen als een huiskamer’
Hoe ziet de toekomst van studentenwelzijn eruit? Sinds dit collegejaar wordt er op onze faculteit hard gewerkt aan een antwoord op die vraag. Studiecoördinator Ruben van Gaalen en student Nederlandse taal en cultuur Femke Weerdmeester blikken terug en vooruit.
Ruben en Femke deden eerder dit jaar mee aan een workshop over studentenwelzijn, waar de vraag “hoe ziet de ideale faculteit of studieplek eruit” centraal stond. ‘Bijna iedereen kwam uit op een soort huiskamergevoel’, vertelt Femke. ‘Dat is ook wel logisch’, vindt Ruben. ‘Een van de belangrijkste factoren voor welzijn is dat je je veilig en op je gemak voelt. Een huis is hopelijk een plek die dat bij je oproept.’
Betekent het dat voortaan colleges moet worden gegeven in zalen vol leunstoelen en salontafels? ‘Er moet in elk geval meer ruimte zijn voor zaken als planten en muziek’, zegt Femke. Ruben vindt ook rust belangrijk. ‘Ik heb ingebracht dat er meer fysieke ruimtes moeten zijn om je even terug te trekken, bijvoorbeeld om te mediteren.’
Hoe nu verder?
In het najaar wordt een volgende sessie over studentenwelzijn georganiseerd. Waar hopen Femke en Ruben op? ‘Ik ben in mei begonnen als studiecoördinator en mijn allereerste vraag was: waar kan ik studenten naartoe verwijzen?’ vertelt Ruben. ‘Het is fijn om te merken dat de faculteit daarmee bezig is, bijvoorbeeld in ‘routekaarten’. Verder zou ik het interessant vinden om te praten over de rol van beweging in het hoger onderwijs. Bij mentale gezondheid zeg je al snel: ga eens met iemand praten, maar je hoort niet zo snel: moet je niet naar de fysio of wat eet jij eigenlijk doordeweeks?’
Femke ziet graag dat haar medestudenten ook meedenken. ‘Ik werk naast mijn studie als psychiatrisch verpleegkundige, dus ik ben heel geïnteresseerd in gedrag en gevoel van mensen. Dat wil ik ook graag vertalen naar de praktijk op onze faculteit, maar bij de eerste sessie waren er maar een paar studenten. Dat zou wel wat meer mogen zijn, want iedereen denkt onbewust al na over het onderwerp. Meestal weet je of jij of je studiegenoten druk ervaren van alle microdeadlines die we hebben of dat er tussen de tentamens door wat meer ademruimte mag zijn. Het zou fijn zijn als daar iets mee kan worden gedaan, maar dan moet er wel ergens aan de bel worden getrokken.’