Europa Lezing: ode aan hen die Europese regelgeving verbinden met nationale niveau
De tiende Europa Lezing werd gegeven door mr. Corinna Wissels, staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, raadsheer-plaatsvervanger College van Beroep voor het Bedrijfsleven en lid van het arbitragepanel Terugtrekkingsakkoord EU-VK.
Op 21 juni 2022 hield het Europa Instituut van de Universiteit Leiden de Europa Lezing. Deze lezingen, waarvan de eerste werd georganiseerd in 2013, bieden een mogelijkheid voor leiders uit de Europese politiek om hun visie te geven op de kansen en uitdagingen waar Europa voor staat.
Wissels opende haar verhaal door de huidige situatie in de Europese Unie te schetsen. Er wordt nog steeds stap voor stap gebouwd aan de Unie, met zeker nu een oog op solidariteit tussen de lidstaten. Op het moment zijn er zowel binnen als buiten de EU veel conflicten. Toch wordt, volgens Wissels, de EU hier ook steviger van: er zijn namelijk altijd leiders die in conflicten het compromis zoeken.
Ode
Wissels vervolgde haar lezing door de volgende vragen te stellen: Wie verbindt de besluiten van de Europese Commissie? Hoe werken besluiten op Europees niveau samen met nationale invullingen? Er kan op nationaal en regionaal gebied veel fout gaan, als het gaat om Europese regelgeving. Elke leider kan namelijk een eigen uitleg geven aan wat er op Europees niveau besloten wordt.
Daarom wilde Wissels in haar lezing een ode brengen aan de mensen die de Europese regelgeving verbinden met het nationale niveau: alle ambtenaren en rechters die de regelgeving moeten implementeren in eigen land en tegelijkertijd ook rekening moeten houden met alle nationale en regionale belangen. De wisselwerking en verstrengeling tussen Europese regelgeving en het nationale niveau komt vooral samen in het werk van de nationale rechter. De Europese en nationale rechtssystemen zijn vervlochten, maar dit kan soms complex zijn. Wanneer er bijvoorbeeld een conflict is tussen het Unierecht en het nationaal recht, is het Unierecht geldend. Dit kan leiden tot kritiek en frustratie op nationaal niveau.
Vertrouwen tussen de lidstaten
Zonder het Unierecht zou de EU niet meer zijn dan een internationale organisatie. Wissels stelde dat vertrouwen tussen de lidstaten en in de unie cruciaal is om het Unierecht goed te laten functioneren. Als er wordt gekeken naar de afgelopen jaren, zitten er scheuren in dit vertrouwen. Denk aan Brexit of de sancties tegen Polen en Hongarije. Het Unierecht is bedoeld voor lidstaten om de waardes van de EU te respecteren en te waarborgen. Wanneer lidstaten dit niet doen, komen we terug bij de nationale rechter. Wissels onderstreepte hier vooral dat de samenwerking tussen de nationale rechter en het Europese Hof zeer belangrijk is, maar ook moeilijk. Het Europese Hof moet een goed beeld krijgen van de doorvoering en effecten van Europese regelgeving in alle lidstaten, wat soms kan leiden tot een herformulering van deze regelgeving. De nationale rechter moet op zijn beurt de uitspraak van het Hof volgen.
Wissels concludeerde in haar lezing dat de samenwerking tussen de nationale rechter en het Hof de Europese Unie complex maakt, maar wel uniek. Het is een fascinerend, alsmaar ontwikkelend bouwwerk. Ze vergeleek het met het werk van M.C. Escher ‘Relativiteit Deel 1’. Of de trap nou naar beneden of naar boven leidt maakt niet uit, als de trap maar genomen wordt. Zo ligt de verhouding volgens Wissels ook tussen de nationale rechter en het Hof. Het gaat niet om wie de baas is en wie niet. De samenwerking tussen hen is het belangrijkst.
De Europa Lezing van Corinna Wissels is in de zevende aflevering van het Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht van 2022 gepubliceerd. Het artikel is hier te vinden.
Tekst en foto's: Catherine Vroon