Onderwijs verbeteren met video’s en humor
Om studenten beter voor te bereiden op de practica in het lab, maakt een team van de opleiding Bio-Farmaceutische Wetenschappen (BFW) interactieve video’s. Deze video’s gebruiken humor en voorbeelden om basisvaardigheden en veelgebruikte handelingen aan studenten te laten zien. ‘We willen onderwijs efficiënter en leuker maken.’
‘We moeten altijd blijven kijken hoe we onderwijs kunnen verbeteren,’ zegt projectleider Marjo de Graauw. ‘Studenten wegwijs maken in het lab kost veel tijd. Ze moeten de materialen en technieken nog leren kennen. Dat zorgt ervoor dat ze veel vragen stellen.’
Om studenten beter voor te bereiden op de practica maakt de Graauw video’s, samen met een team van het SURF project. ‘Met interactieve videoprotocollen krijgen studenten een visualisatie van wat ze moeten doen, met welke materialen en wat die materialen kunnen.’
Met humor blijft het hangen
De uitleg moet de studenten goed bijblijven. ‘Humor gebruiken werkt daarbij heel goed,’ zeggen promovendi Tahmina Fariaby en Majlen Dilweg, die zelf ook practica geven. ‘In de video’s willen we studenten laten nadenken over de handelingen die ze in het lab gaan uitvoeren. Ook willen we ze leren dat experimenten fout kunnen gaan en waarom.’
Schudden zonder dop op de scheitrechter
In de interactieve video’s moeten de studenten keuzes maken. Afhankelijk van die keuze, gaat er een video afspelen met een goede of foute handeling. ‘Er is een video waar de instructeur een vloeistof in een scheitrechter giet, een stuk laboratoriumglaswerk. Dan krijgen de studenten de vraag of alles klaar is om te beginnen schudden. Als ze ‘ja’ aanklikken, gaat de persoon schudden zonder dat er een dop op staat. De vloeistof vliegt dan overal rond.’
Met het team nadenken over alternatieve keuzes was dan ook heel grappig, zeggen de twee promovendi. ‘Al is het gebaseerd op echte momenten waar we het in het lab fout hebben zien gaan.’
Zonder ervaring een script schrijven
Van universitair docent naar videomaker is geen eenvoudige stap. Gelukkig heeft het team dankzij de SURF-subsidie van €100.000 ook een videospecialist. ‘Video’s maken is voor ons allemaal nieuw. Je moet goed nadenken over wat je wil vertellen en hoe je dat het best overbrengt,’ zegt de Graauw. ‘We zijn samen met videospecialist Amber Gerritsen aan de slag gegaan met het schrijven van scripts.’
In die scripts staat onder andere welke handelingen in beeld komen, vanuit welke hoek het gefilmd moet worden en welke tekst erbij moet komen. ‘De docenten zijn de inhoudelijke experts en Amber coacht het team om het samen visueel aantrekkelijk te maken.’
Van linkshandig naar rechtshandig
Het opnemen ging niet altijd vanzelf. Zo is er bij een opname bijvoorbeeld een video gemaakt met een linkshandige student-assistent en de dag daarna het vervolg met een rechtshandige. ‘Gaandeweg hebben we ontzettend veel geleerd.’
Om andere onderwijsinstellingen te helpen soortgelijke projecten op te zetten, ontwikkelt het team een instructie voor docenten. ‘Die komt openbaar te staan waardoor iedereen over het hele land aan de slag kan om interactieve video’s te maken. Dan hoeven zij de fouten die wij hebben gemaakt niet te maken.’
Van de daken schreeuwen
Ook alle video’s komen openbaar te staan. ‘We zien dat video in onderwijs nog veel te weinig ingezet wordt. Dat terwijl we tijdens corona wel gezien hebben dat het werkt! Het kost even energie om ze te maken, maar je krijgt er zoveel voor terug.’
Uit de eerste evaluaties blijkt in elk geval dat het concept goed werkt. Studenten geven aan de technieken beter te begrijpen voor ze de labzaal binnenkomen, zich meer zeker te voelen en zelfstandiger te kunnen werken. ‘Soms willen we van de daken schreeuwen: ga dit ook doen! Samen onderwijs verbeteren geeft zoveel energie!’
Tekst: Inge van Dijck