‘Homo sapiens is te arrogant: noem ons Homo faber, de gereedschapsmaker’
We moeten afrekenen met het arrogante idee dat de huidige moderne mens superieur is ten opzichte van vroegere mensensoorten. We zijn wie we zijn mede dankzij al die eerdere voorgangers zoals neanderthalers. Dat stelt Marie Soressi, hoogleraar Hominin Diversity Archaelogy, in haar oratie op 23 mei.
Het beeld van de simpele neanderthalers is de laatste decennia flink aan het kantelen. Lange tijd werd deze mensensoort, die zo’n 40.000 jaar geleden fysiek verdween, beschouwd als veel minder intelligent dan de huidige moderne mens: Homo sapiens, de wetende mens. Sinds de publicatie van het neanderthaler-genoom, in 2010, blijkt dat we allemaal nog een stukje neanderthaler-dna in ons hebben. Soressi merkt op dat we daar blij mee mogen zijn: sommige van die oude genen helpen onze immuniteit te versterken en ziektes te bestrijden. De hoogleraar heeft ook haar eigen dna laten onderzoeken: ‘Ik heb vier procent neanderthaler-dna, dat is het dubbele van de gemiddelde twee procent die de meeste Europeanen hebben!’
Classificatie van mensensoorten
Soressi publiceerde een paar jaar geleden samen met andere Leidse archeologen over een opzienbarende ontdekking in PNAS. Neanderthalers bleken over vernuftig gereedschap te beschikken: een handig benen mesje met een gepolijste kant om dierenhuid te bewerken. Zo’n soort mesje, lissoir geheten, wordt nog altijd gebruikt door huidige leerbewerkers. En het team van de Leidse hoogleraar Wil Roebroeks concludeerde onlangs dat neanderthalers in staat waren om met gebruik van vuur het landschap open te houden en naar hun hand te zetten. Soressi stelt: al die inzichten dwingen ons om fundamenteel anders te denken over de achterhaalde, hiërarchisch opgebouwde classificatie van mensensoorten.
'Nieuwe inzichten dwingen ons fundamenteel anders te denken over de achterhaalde en hiërarchische indeling van mensensoorten.'
Postkoloniaal
Daarom pleit de archeoloog voor een ‘postkoloniale’ benadering: ‘Onderzoek naar de wijze waarop Homo sapiens heeft geprofiteerd van verdwenen mensensoorten, maakt ons minder arrogant ten opzichte van vroegere mensen, omdat het ons niet meer in een superieure positie plaatst.’ Ook waarschuwt ze: het is heel onwenselijk om mensen te reduceren tot hun biologische identiteit. Met collega’s schreef ze eerder dit jaar een artikel in Nature over ethiek in dna-onderzoek op menselijke resten.
Menselijke identiteit is gelaagd
Hoe moeten wij ons dan verhouden tot vroegere menselijke soorten? Soressi gebruikt de metafoor van een tulpenbol: die bestaat uit verschillende lagen, en elke laag is nodig om de tulp tot bloei te laten komen. 'Onze menselijke identiteit is op dezelfde manier gelaagd. Het uiterlijk laat de individuele kenmerken zien en onze taal en omgangsvormen geven aan waar we vandaan komen. Dieper van binnen bevinden zich onze fysiologie en anatomie - waaronder enkele Neandertaler-genen - en bouwsten zoals dna - die we delen met alle andere levende wezens in heden en verleden.'
Daarom is het tijd om ons niet langer Homo sapiens te noemen, zo meent ze. ‘De wetende’ suggereert dat we veel slimmer zijn dan onze voorgangers. De Franse filosoof Henri Bergson (1859-1941) lanceerde al eerder de term Homo faber, de gereedschapsmaker en dat vindt Soressi een goed idee: de gereedschapsmaker dekt ook voor de huidige mens nog altijd de lading.
Maar er is er ook een belangrijk verschil. We gebruiken vandaag waarschijnlijk op één dag evenveel voorwerpen als een mens 5000 jaar geleden in zijn hele leven gebruikte en ze zijn vervaardigd uit grondstoffen die in beperkte hoeveelheid beschikbaar zijn. 'Onze hedendaagse extreme verstrengeling met voorwerpen is iets om rekening mee te houden bij de aanpak van klimaatverandering. Als we beseffen hoe verbonden we zijn met de natuur, begrijpen we beter wat we gemeen hebben met alle andere mensen en alle andere levende wezens op aarde.'
Tekst: Linda van Putten