Op naar een diverser diversiteitsbeleid: NWA-subsidie voor project ‘Dilemmas of diversity’
Het onderzoeksproject ‘Dilemmas of diversity’ krijgt een beurs van 1,8 miljoen euro van de Nationale Wetenschapsagenda. Penvoerder Marlou Schrover gaat samen met 37 maatschappelijke en wetenschappelijke partners het diversiteitsbeleid van Nederlandse steden in het heden, verleden en de toekomst onderzoeken.
Urenlang heeft Schrover de afgelopen maanden aan de telefoon gezeten met mogelijke partners voor het project. ‘Ik heb heel veel gepraat met mensen om te kijken wat er nou eigenlijk speelt’, vertelt de hoogleraar economische en sociale geschiedenis. ‘Diversiteit gaat namelijk niet alleen over gender of etniciteit, maar ook over seksualiteit en handicap en religie en opleiding. Zowel wij als de partners vinden het heel belangrijk om die dingen in verband met elkaar te zien.’
In de praktijk blijkt het echter regelmatig lastig om recht te doen aan al die verschillende vormen van diversiteit. ‘Als beleidsmaker krijg je een waslijst van twaalf factoren of meer om rekening mee te houden, maar veel beleidsmakers hebben geen geld, geen mensen en geen tijd om dat te doen.’ Dat komt onder meer doordat verschillende groepen regelmatig sterk verschillende belangen hebben, legt Schrover uit: ‘Als je een park gaat inrichten, zie je dat jongeren een skatebaan willen, terwijl ouderen de jongeren het park uit willen. Beleidsmakers gaan dan logischerwijs toch prioriteren, ondanks dat ze weten dat ze eigenlijk alle ballen in de lucht zouden moeten houden. Vaak gaat het diversiteitsbeleid dan toch ineens heel erg over etniciteit.’
Recht doen aan diversiteit
In het NWA-onderzoek staat daarom de vraag centraal hoe beter recht kan worden gedaan aan diversiteit in een stedelijke omgeving, waarmee de onderzoekers zowel de Randstad als steden daarbuiten bedoelen. ‘In gedeïndustrialiseerde steden als Venlo, Tilburg en Almelo wordt ook heel veel diversiteitsbeleid gevoerd, maar die hebben een heel andere setting en geschiedenis dan bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam’, licht Schrover toe. ‘Vandaar dat wij nadrukkelijk zeggen: Nederland is meer dan de Randstad.’
Verleden, heden en maatschappelijke partners
Om dat hele gebied in kaart te brengen, maakt het wetenschappelijke team gebruik van de kennis van zijn maatschappelijke partners, van het COC en het Sociaal Cultureel Planbureau tot verschillende gemeentes. ‘Zij hebben heel veel materiaal geproduceerd, ook in het verleden’, vertelt Schrover. ‘Daar is alleen niets mee gebeurd.’ Het onderzoeksteam gaat het nu gebruiken in een analyse van de inmiddels zeventig jaar aan diversiteitsbeleid die we in Nederland hebben. ‘Er wordt wel gezegd dat het beleid gefaald heeft, maar er wordt nooit gekeken wat er dan precies is gebeurd.’ En dat terwijl beleidsmatige keuzes lang doorwerken. ‘De keuzes die in het verleden zijn gemaakt, bepalen heel erg sterk welke keuzeruimte je nu nog hebt. Dat zie je bijvoorbeeld bij de inrichting van wijken. Als eenmaal is besloten waar het park of de bibliotheek komt, kun je niet ineens meer terug.’
Er wordt wel gezegd dat het beleid gefaald heeft, maar er wordt nooit gekeken wat er dan precies is gebeurd.
Tegelijkertijd wordt de maatschappelijke partners soms gevraagd om informatie te verzamelen op basis waarvan verschillende wetenschappelijke partners, zoals de Hogeschool Utrecht, Leiden Academy of Vitality and Ageing en de TU Delft meer praktisch aan de slag kunnen. ‘Delft heeft ‘spellen’ waarin studenten kunnen schuiven en zo kunnen kijken wanneer vrouwen ’s nachts niet over straat durven. Een bankje is leuk, maar niet als er een alcoholist op zit. Zij kunnen zo nadenken over hoe je inclusie bewerkstelligt binnen financiële kaders.’
Wisselwerking
De oplossingen die op deze manier worden gevonden, worden gedurende het onderzoek al getest. ‘Ik heb dat een beetje afgekeken van justitie’, bekent Schrover. ‘Daar worden wij als wetenschappers al tijdens een project uitgenodigd om onze ideeën te presenteren, zodat justitie meteen kan aangeven of er maatschappelijk of politiek draagvlak voor is. In dit plan is die wisselwerking ook heel belangrijk. We hebben al tijdens het onderzoeken bijeenkomsten gepland met onze partners, waar we proberen ideeën van hen te krijgen en onze ideeën los te laten op wat zij doen.’