Honours Class maakt cultureel erfgoed tastbaar: ‘Je hebt met mensen te maken’
Een Bachelor Honours Class over de ogenschijnlijk onherkenbare werelden van Insulair Zuidoost-Azië leert studenten een fundamentele les: “Wij verschillen niet zoveel van de mensen aan de andere kant van de wereld.”
De betekenissen en functies van de rituele kunst van inheemse volkeren van Insulair Zuidoost-Azië – dat is waar de Bachelor Honours Class 'Ritual Art and Cultural Heritage of Insular Southeast Asia' over ging. Eén van de docenten is prof. dr. Pieter ter Keurs. Als cultureel antropoloog en conservator bij het Museum Volkenkunde in Leiden heeft hij vroeger veel tijd doorgebracht in die hoek van de wereld.
Tranen in de ogen
“Ik kon veel putten uit mijn eigen ervaring”, zegt Ter Keurs. “Dat maakte het vak volgens mij ook leuker. Het was niet alleen maar een theoretisch verhaal over hoe je dingen kunt interpreteren, maar ook over de mensen eromheen. Hoe reageer je als er verzoeken komen vanuit Insulair Zuidoost-Azië? Van: ‘Goh, jullie hebben die spullen. Waarom ligt dat nou bij jullie en niet bij ons?’ Dat soort vragen, daar heb ik heel veel mee te maken gehad.”
Zo stond Ter Keurs eens met afstammelingen van Molukse migranten te kijken naar Molukse beelden in een Leidse verzameling. “Die stonden met tranen in hun ogen. Ze hadden van hun grootouders gehoord dat die beelden bestonden, en dat ze nu ergens in een museum stonden. Ik heb ze die beelden toen dus kunnen laten zien. De emoties die dat met zich meebracht… dan zie je dat je niet bezig bent met een saai, stoffig museaal vak, maar dat je echt met mensen te maken hebt – en de relaties die zij hebben met die voorwerpen.”
'Wij hebben die band met voorwerpen ook'
Tranen in je ogen bij het zien van een beeld, het klinkt als iets waar wij als Westerlingen ons misschien maar moeilijk in kunnen verplaatsen. Maar Ter Keurs is het daar niet mee eens: “Nederlanders, Europeanen, hebben dat ook. Als je je eenzaam voelt in een ver land, en je komt een Nederlander tegen...”
Honoursstudent Andrés Madrid Ucha komt zelf uit Mexico, en is zich bewuster geworden van zijn cultuur sinds hij in Nederland woont. “Het is misschien een beetje stereotypisch”, geeft hij toe, “maar ik mis het om pittig eten te kunnen vinden. Ik heb potjes salsa gekocht die zogenaamd ‘Mexicaans’ waren en moest ze helemaal leeg kiepen om ook maar iets in mijn mond te voelen.”
“Ik denk dat we wat dat betreft niet zo erg verschillen van mensen aan de andere kant van de wereld”, vult Ter Keurs aan. “Materiële dingen, daar denken wij altijd van dat ze langer leven dan wij. Dat geeft de behoefte om ons te verbinden met die dingen. Denk bijvoorbeeld aan kleren – het zegt iets over je persoonlijkheid. Wij hebben die band met materiële dingen ook.”
De kracht van de voorwerpen
“Soms heb ik het gevoel”, zegt Andrés, “dat we in musea naar objecten kijken, en dan constateren: oké, dit ziet er tof uit – of juist niet. We zien alleen de buitenkant. Maar als iemand aan je uitlegt wat zo’n voorwerp betekent voel je opeens hoe krachtig het kan zijn. Dat was een erg gaaf aspect van deze cursus.”
Ter Keurs: “Dat is ook precies wat we hebben proberen mee te geven: dat het niet zomaar op zichzelf staande, materiële voorwerpen zijn, maar dat er mensen aan vast zitten. Zo’n voorouderbeeld, dat is niet zomaar een stukje hout. Dat oefent invloed uit op je leven.”
“Men zegt altijd: mensen komen naar het museum om iets te leren of mooie dingen te zien. Maar misschien is het nog veel belangrijker dat mensen onder de indruk willen zijn van iets.” Hij noemt een voorbeeld: “Als mensen bij het Rijksmuseum van Oudheden binnenkomen en ze zien in de hal die Egyptische tempel… dat blijft ze bij. Ook als ze niets van het Oude Egypte weten. De kracht van die voorwerpen zélf – volgens mij gaat het daarom.”
Tekst: Boukje van der Vos
Foto's: Buro JP