Promoveren, iets voor jou? Wiskundestudenten betwijfelen het te vaak
Ik ben niet goed genoeg. Die gedachte laat te veel studenten betwijfelen of een promotietraject iets voor hen is. En is het niet eenzaam? Wiskundestudenten leerden 4 februari van − vooral vrouwelijke − ervaringsdeskundigen hoe de vork écht in de steel zit. Inclusief sollicitatietips.
Het bedrijfsleven trekt hard aan wiskundestudenten. Een mooi vooruitzicht met een aantrekkelijk salaris. De wetenschappelijke wereld is in hun ogen veel te competitief. Toch lijkt promotieonderzoek oftewel een PhD-traject veel studenten interessant. Maar waarom zou je daaraan beginnen als je daarna toch niet verder gaat in de wetenschap?
Wat je leert, is overal handig
Heb je weleens van transferable skills gehoord? Tijdens promotieonderzoek leer je niet alleen over dat ene onderwerp waarnaar je onderzoek doet. Je leert ook je zaakjes goed regelen en plannen. Je moet doorzettingsvermogen hebben, schrijven, presenteren enzovoort. Als je na je promotie niet in de academische wereld doorgaat, zoals de meeste gepromoveerden tegenwoordig, heb je in elk ander werkveld veel aan die vaardigheden. Transferable skills dus.
Dat zegt wiskundepromovenda Mia Jukić. Ze vindt het jammer dat wiskundestudenten die heel geschikt zijn om promotieonderzoek te doen, er toch niet voor kiezen. 'Vooral vrouwen zijn ondervertegenwoordigd. Is nog zo'n 28 procent van de masterstudenten vrouw, onder promovendi nog geen 20 procent.
'Anderen zijn veel slimmer'
Sanne Willems, die na haar promotie in Leiden nu universitair docent Toegepaste statistiek bij de sociale faculteit is, zou nooit zijn gepromoveerd als haar begeleider haar niet had gevraagd. 'Ik vond het heel leuk om mijn masterscriptie te maken. Toch dacht ik er niet aan om verder te gaan met onderzoek. Ik dacht: ik ben wel goed in statistiek, maar anderen zijn veel slimmer.'
Om voortaan niet meer aan het toeval over te laten dat de juiste studenten een promotieplek bemachtigen, organiseerden Jukić en Willems samen met de Utrechtse promovenda Mar Curcó Iranzo de bijeenkomst A PhD, is that for me? Bijna vijftig wiskundestudenten kwamen 4 februari bijeen in Utrecht, daarnaast waren enkele tientallen studenten online aanwezig.
Het oplichterssyndroom heb je niet alleen
Nelly Litvak van de Universiteit Twente vroeg de aanwezigen naar hun twijfels. Zoals de organisatoren al vermoedden, zaait de gedachte dat ze niet goed genoeg zijn, de meeste twijfel. Jukić: 'Daarom was er een workshop over het impostor syndrome of oplichterssymdroom, het gevoel dat je op een dag door de mand zult vallen omdat je niet zo goed bent als iedereen dacht.' Als je weet dat veel mensen dat hebben, wordt het meteen minder.
Verschillende promovendi vertelden waarom ze zelf voor een PhD hadden gekozen. Jukić startte zelf aanvankelijk in het Kroatische Zagreb met promotieonderzoek. 'Maar het ging helemaal niet lekker. Ik bleef maar denken dat het aan mij lag, maar het klikte gewoon niet goed met mijn begeleider. Ik wilde opnieuw beginnen in het buitenland, maar wist niet hoe ik dat moest aanpakken.'
Práát met je begeleiders!
Vandaar een workshop over do's en don'ts bij het solliciteren naar een wiskundepromotieplaats, door de Leidse wiskundigen Martina Chirilus-Bruckner and David Holmes, een van de weinige mannelijke sprekers. Over hoe je kunt netwerken − práát met je begeleiders! − en een goede sollicitatiebrief schrijven. Jukić: 'Ook is het belangrijk dat het sollicitatiegesprek niet alleen over het onderzoek gaat, en dat het er niet alleen om gaat dat zij jóú zien zitten. Het is tweerichtingsverkeer, jij moet er ook achter komen of jij hén wel ziet zitten.'
Jukić en Willems hadden deze kennis maar wat graag gehad toen zij zelf voor de keuze stonden. Ze willen voortaan elke twee jaar een bijeenkomst als deze organiseren, zodat elke masterstudent Wiskunde de gelegenheid heeft de juiste afweging te maken over promoveren of niet.
Tekst: Rianne Lindhout