Vice-voorzitter IOC: 'In Leiden leerde ik voor mezelf opkomen'
De openingsceremonie van de Olympische Spelen in München maakt in 1972 grote indruk op Nicole Hoevertsz. Dáár wil ik op een dag zijn, besluit de dan 8-jarige Nicole. Haar passie voor de sport en doorzettingsvermogen brengen haar verder dan de ooit zo introverte Arubaanse had durven hopen. De benoeming tot vice-voorzitter van het IOC is een voorlopige kroon op haar werk. Haar studietijd in Leiden droeg bij aan haar vorming.
Als er één rode draad aan te wijzen is in het levensverhaal van Nicole Hoevertsz, dan is het Aruba. Haar liefde voor het benedenwindse eiland spreekt uit alles: wanneer ze vertelt dat ze zich 100 procent Arubaanse voelt en er altijd zal blijven wonen, als ze uitlegt waarom ze zich bij het IOC juist voor de kleinere landen inzet, maar ook als ze aan het einde van het interview wat souvenirs van Aruba uit haar tas haalt en die enthousiast overhandigt. Toch is ze óók Nederlandse, voor de helft om precies te zijn. ‘Mijn vader kwam van Aruba en ging begin jaren ’60 naar Nederland om opgeleid te worden tot onderwijzer. Hij kwam in Limburg terecht. Daar ontmoette hij mijn moeder, ze werden verliefd en zij ging met hem mee naar Aruba. Heel dapper. Beeld je eens in hoe groot die stap was voor een meisje dat nog nooit buiten Limburg was geweest.’
'Een van mijn docenten zei: waarom ga je geen rechten studeren? Ik had geen idee wat het was.'
In 1964 wordt Nicole geboren. Een rustig meisje dat in synchroonzwemmen haar grote passie vindt. ‘In kon me aansluiten bij een groepje meisjes dat aan synchroonzwemmen deed. Een uitkomst voor mij, want ik was echt verlegen en geen denken aan dat ik samen met jongens zou gaan sporten. We trainden in zwembaden bij de hotels, want er was geen openbaar zwembad op Aruba. Ik vond het heerlijk. Al mijn vrije tijd lag ik in het water.’
Serieuze scholiere
Nicole was tegelijk een serieuze scholiere. Ze volgde het vwo op de enige havo-vwo-school op het eiland, waar haar vader het had geschopt tot rector. ‘Er kwam een moment dat ik moest gaan nadenken over wat ik daarna wilde. Ik wilde iets met sport, maar daar waren geen opleidingen voor. Een van mijn docenten zei: waarom ga je geen rechten studeren? Ik had geen idee wat het was. Maar het klonk als een brede studie, waar ik veel kanten mee op kon.’
‘Samen met wat schoolgenoten en vrienden, onder wie Mike Eman, maakten we plannen om in Leiden te gaan studeren. Zijn oudere broer Henny had ook in Leiden gestudeerd en was daar een bekende figuur: hij was de grondlegger van cafés als ’t Keizertje en de Bonte Koe. Zowel Henny als Mike werd later premier van Aruba. Om allerlei redenen ging het plan om met dat groepje naar Leiden te gaan niet door zoals we hadden gehoopt. En dus kwam ik op mijn achttiende helemaal alleen aan in Leiden, waar ik me inschreef voor Nederlands recht. Ik studeerde af in het Nederlands recht met de internationale afstudeerrichting.’
Nachtenlang discussiëren
Hoevertsz komt te wonen op de Pelikaanhof. ‘Ik herinner me dat ik het moeilijk had. Ik had eigenlijk maar één doel: zo snel mogelijk terug naar Aruba. Ik was geen doorsnee student die de kroeg opzocht of lid werd van een studentenvereniging. Ik studeerde en ik zwom bij DSZ in Den Haag. Natuurlijk maakte ik wel vrienden en met mijn huisgenoten had ik het leuk, maar daar groeide niets blijvends uit. Ik ging af en toe naar de jongste broer van mijn vader, die aan de VU studeerde en in de studentenwijk Uilenstede woonde. Daar zaten we nachtenlang te discussiëren.
In die tijd heb ik het introverte definitief van me afgeschud. Dat is wat ik mooi vind aan Nederland, en iets wat Leiden me gebracht heeft: je leert hier voor jezelf en je mening opkomen. Daar heb ik tot de dag van vandaag heel veel aan.’
Het volledige interview is te lezen in Leidraad het magazine voor alumni van de Universiteit Leiden. Lees in het magazine ook vijf voordelen van ICT-hulpmiddelen in het onderwijs en welke leerstrategie masterstudent Journalistiek Vera Brouwer gebruikt.
Tekst: Nienke Ledegang
Foto’s: Manon van der Zwaal