Conservator Ruurd Halbertsma: ‘We kunnen toch niet zomaar de oudheid wegpoetsen?'
Het was een roerig jaar voor de museumwereld. De musea moesten lange tijd dicht vanwege de lockdowns en de discussie over roofkunst laaide verder op. In zijn roman 'Roofkunst' waarschuwt RMO-conservator en onderzoeker Ruurd Halbertsma wat er kan gebeuren als het debat escaleert.
Net als voor vele anderen verliep ook voor Ruurd Halbertsma het jaar als een achtbaan. Zijn museum, het Rijksmuseum van Oudheden (RMO), moest lange tijd dicht vanwege de gedwongen sluitingen. De bezoekersaantallen veerden vanaf september weer op, maar de komende weken worden spannend nu de ziekenhuizen wederom vol liggen. Halbertsma: ‘Het was een heftig jaar. Door de coronamaatregelen gingen tentoonstellingen en congressen niet door, maar daardoor had ik wel de tijd om ‘Roofkunst’ te schrijven.’ Het boek kwam deze zomer uit.
Sleutelroman
De hoofdpersoon in het boek – Tjalling Kingma – doet sterk aan Halbertsma zelf denken. Kingma studeerde ook Archeologie en Klassieke Talen in Leiden, is conservator van het RMO en geeft college aan Leidse studenten. ‘Ik putte natuurlijk inspiratie uit mijn eigen werk en leven, maar ook uit dat van anderen. Kingma is geen volledige kopie van mij. Het boek is een sleutelroman en de personages zijn geïnspireerd op mensen die ik in mijn carrière ben tegengekomen.’
‘We hebben steeds vaker boze bezoekers die hun beklag doen bij de kassa.’
Het plot in het kort: het is 2025 en de Leidse musea liggen onder vuur. De roep om teruggave van objecten uit de collecties wordt steeds sterker. Woke studenten en jongeren protesteren en in het RMO wordt een prominent beeld beklad. Halbertsma: ‘Het debat zal in de nabije toekomst waarschijnlijk feller worden en met mijn boek waarschuw ik dat we daarop voorbereid moeten zijn. We hebben nu ook steeds vaker boze bezoekers die hun beklag doen bij de kassa. Ze zeggen: “Wat jullie hier hebben, is allemaal geroofd”.’
Meer nuance nodig
Halbertsma pleit voor meer nuance in het debat. ‘De term roofkunst wordt heel snel gebruikt. Er zijn veel manieren waarop kunst verzameld is in het verleden en één daarvan is roofkunst. Natuurlijk moet roofkunst weer terug naar het land van herkomst. Alleen zijn voorwerpen uit voormalige gekoloniseerde landen niet per definitie geroofd. Kunst werd vroeger én nu ook voor de markt geproduceerd. Verwervingen in het verleden kunnen verkregen zijn via schenkingen, handel en legaten of via wegen die niet deugen zoals illegale opgravingen, illegale handel, of door dwang. In die laatste drie gevallen gaat het om roofkunst.’
Herkomstonderzoek
Dankzij de digitalisering van bronnen is herkomstonderzoek de afgelopen decennia eenvoudiger en belangrijker geworden. Ook het RMO onderzoekt de eigen verzamelingen. Halbertsma: ‘De grote collecties die in de 19e eeuw zijn aangekocht komen voort uit legale aankopen en zijn geen koloniale kunst. Het gaat bij teruggave voor wat betreft ons museum om enkele gevallen.' Eén daarvan betrof Halbertsma’s allereerste aankoop, in 1988, voor het RMO: een Griekse grafvaas (ca. 400-300 v.Chr.) die in Zuid-Italië was opgegraven. De Italiaanse autoriteiten kwamen vorig jaar met aanwijzingen dat de vaas voortkwam uit een illegale opgraving. Waarom had hij het destijds niet opgemerkt? ‘Noch antiquairs, noch musea deden toen veel aan herkomstonderzoek. Nu wordt dat wel gedaan en het bleek door onderzoek van de carabinieri dat de vaas vóór 1988 in het bezit was geweest van iemand die ook illegale opgravingen had gedaan. Daarom hebben we het zekere voor het onzekere genomen en de vaas dit jaar aan Italië teruggegeven.’
Gestrande kunst op Schiphol
Een paar keer per jaar krijgt Halbertsma een telefoontje van de Inspectie Erfgoed. Of hij naar Schiphol wil komen waar er twijfels zijn of de verscheepte kunst en artefacten in de haak zijn. Als deskundige van Griekse en Romeinse kunst uit de oudheid spoedt hij zich dan naar de luchthaven om beelden en voorwerpen uit landen als Griekenland, Italië en Turkije te bestuderen. ‘Soms zijn ze net opgegraven en zit de modder er nog aan. Er wordt veel illegaal opgegraven en verhandeld en daarmee gaat helaas veel archeologische informatie verloren. Want na de schoonmaakbeurt gaan de objecten bijvoorbeeld met valse informatie naar een veiling en kan het land van herkomst opeens veranderd zijn. Maar soms blijkt het gewoon om moderne Griekse tuinvazen te gaan die bij de douane stranden. De oudheid kun je meestal goed ruiken bij eeuwenoude voorwerpen; de aarde is dan tot diep in de poriën doorgedrongen.’
Discussie in herkomstlanden
Ook in de landen van herkomst is er dikwijls discussie of iets roofkunst is of niet. Critici kunnen kunst als roofkunst labelen voor politieke doeleinden in eigen land. Dat gegeven verwerkte Halbertsma in zijn boek waarin een grote rel ontstaat over Tunesische objecten in het RMO. ‘We hebben hier legaal verkregen objecten uit Tunesië. Vanwege politieke motieven kunnen bepaalde groeperingen in de landen van herkomst dat erfgoed gebruiken om bijvoorbeeld de regering onder druk te zetten. Daar is in het verleden voor gewaarschuwd en dat thema heb ik enigszins uitvergroot en gebruikt in mijn roman waarin de discussie erg uit de hand loopt.’
Meebewegen met de maatschappij
Het RMO snapt dat bezoekers meer informatie willen over de herkomst van de collectie. Halbertsma: ‘Op onze website en in het museum herzien we momenteel de informatie om beter uit te leggen hoe we aan de collectie komen en hoe we aankijken tegen objecten uit andere culturen. Ook mensen van buiten het museum beoordelen onze teksten. We willen meebewegen met de maatschappij, maar wel op een onderbouwde manier.’
Trajanus beklad
In zijn boek wordt uit protest het beeld van Trajanus beklad, omdat een keizer geen voetstuk verdient als hij aan het hoofd stond van een enorme slavenhuishouding. ‘Wat mij betreft is het een worst case-scenario. Ik beschrijf hoe in de nabije toekomst de roep om eeuwenoude beelden uit het museum te verwijderen luider wordt, bijvoorbeeld als de afgebeeldene tot slaaf gemaakten in hun bezit hadden. Natuurlijk moeten er kritische vragen over slavernij worden gesteld. Waar het mij om gaat is dat je niet het verleden moet wegpoetsen.’
Zo heeft het museum ook beelden van de goden Apollo en Pan die meisjes achterna zitten en een vaas van de godin Eos die jonge mannen tot seks dwingt. ‘Zouden die dan ook niet meer kunnen? In het museum kunnen we uitleggen dat er ongelijke relaties zijn tussen goden en stervelingen, zoals ook tussen mensen. Die lopen vaak fout.’
Discussies met studenten
Halbertsma geeft als gastdocent en onderzoeker college aan Leidse studenten klassieke talen. In hoeverre voert hij - net als Kingma in het boek - heftige discussies met zijn studenten? ‘Ik geef nu alleen colleges aan bachelorstudenten en daar spelen dit soort discussies nog niet zo. Ze stellen goede, kritische vragen, maar vinden niet dat bepaalde zaken niet meer besproken mogen worden. Bij mijn collega’s aan andere universiteiten speelt het wel meer, zeker als er veel internationale studenten zijn. Historische figuren zouden van sommige studenten niet meer behandeld mogen worden. We kunnen toch niet zomaar de oudheid cancelen omdat heel veel verhalen niet meer zouden kunnen tegenwoordig? We willen geen beeldenstorm hier.’
Tekst: Linda van Putten