Perspectief voor mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis
‘Meer bekendheid voor borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) is cruciaal omdat BPS nog steeds een aanzienlijk stigma heeft’, vertelt Anne Krause-Utz (Klinische Psychologie). Samen met een team internationale topwetenschappers geeft Krause-Utz in een artikel een update van de huidige kennis over deze stoornis, inclusief behandeling en richting voor nieuw onderzoek. Publicatie in The Lancet op 21 oktober 2021.
Coauteur Anne Krause-Utz: ‘Uitgenodigd worden door dit team was voor mij een grote eer. Dit teamwork heeft mij op nieuwe ideeën gebracht en mijn passie voor het bestuderen en behandelen van deze geestelijke stoornis versterkt.’
Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) vormt een grote belasting voor patiënten, familieleden en de gezondheidszorg, aldus Anne Krause-Utz. ‘BPS is lange tijd als onbehandelbaar beschouwd, en veel mensen denken nog steeds dat er niets aan te doen is. Maar verschillende evidence-based behandelingen hebben zich duurzaam bewezen, en bij ongeveer 60% van de patiënten is na een observatieperiode van 5 tot 14 jaar herstel vastgesteld. Personen met BPS zien zichzelf vaak als ontoereikend, slecht, schuldig, walgelijk en verachtelijk. Ze hebben het gevoel dat ze diepgaand anders zijn en hebben de neiging zich te isoleren. Deze ervaringen maken het voor hen nog moeilijker om hulp te zoeken.’
Graven in databanken en richtlijnen
De laatste jaren is er veel vooruitgang geboekt in het begrijpen en behandelen van de stoornis. Toch hebben de auteurs verschillende onbeantwoorde vragen geïdentificeerd die richting kunnen geven aan verder onderzoek. Daartoe doorzochten de wetenschappers de relevante databanken PubMed, PsycINFO, EMBASE en de Cochrane Library op vermeldingen met betrekking tot BPS. Ze keken ook naar relevante evidence-based praktijkrichtlijnen: de Britse NICE-richtlijnen en de Australische NHMRC-richtlijnen. Ze hebben zich hierbij gericht op publicaties van de afgelopen vijf jaar (januari 2015 tot augustus 2020), maar hebben ook oudere publicaties meegenomen.
Wat is BPS?
BPS komt voor bij ongeveer 1-3% van de adolescenten en volwassenen. Als gevolg van intense en snel veranderende emoties hebben personen met BPS de neiging om impulsief te handelen in stressvolle situaties. Verder ervaren ze hun identiteit als onstabiel. Gevoeligheid voor afwijzing en problemen met vertrouwen leiden tot problemen in interpersoonlijke relaties. Mensen met BPS weten niet goed hoe met deze problemen om te gaan en proberen die vaak met zelfbeschadiging of suïcidale gedraag op te lossen. Een complex samenspel van factoren, bijvoorbeeld van emotionele overgevoeligheid en traumatische stress, lijkt mensen kwetsbaar te maken voor de ontwikkeling van BPS.
Nieuwe behandeling
Specialistische behandelingen blijken niet altijd toegankelijk of betaalbaar voor patiënten, in het bijzonder voor patiënten met een lagere sociaal-economische status. Nu is er meer onderzoek naar "stapsgewijze behandeling" met korte, op zelfhulp gerichte programma's voor mildere gevallen en daarnaast langere complexe therapieën voor ernstigere gevallen. Zogenaamde “stepped care”-modellen kunnen helpen om de juiste ondersteuning te vinden, afhankelijk van de klinische ernst. Personen in een vroeg stadium van de stoornis kunnen baat hebben bij "psycho-educatie" voor het gezin of bij het trainen van probleemoplossende vaardigheden, terwijl personen met aanhoudende BPS-symptomen en ernstige psychosociale stoornissen een intensieve gespecialiseerde psychosociale behandeling moeten krijgen.
Het is ook van cruciaal belang om familieleden van personen met BPS erbij te betrekken, aangezien zij een aanzienlijke last ervaren. Interventies voor familieleden kunnen helpen om de last te verlichten en om te gaan met emoties zoals schaamte, schuldgevoelens of rouw.
Vroege waarschuwingssignalen
Aangezien de symptomen van BPS gewoonlijk in de vroege adolescentie beginnen rond de leeftijd van 14 jaar, is het van cruciaal belang om vroege waarschuwingssignalen te identificeren en vroegtijdige interventies te bieden, die het beloop van de stoornis kunnen verbeteren. De validiteit en betrouwbaarheid van BPS-diagnoses is vastgesteld voor adolescenten. Toch worden adolescenten nog steeds niet regelmatig gescreend op BPS in de klinische praktijk. Daarom is het belangrijk om het bewustzijn voor BPS in de adolescentie te vergroten en psychologische bijscholing en behandelingsmogelijkheden aan te bieden.
Toekomstig onderzoek kan zich ook richten op de ontwikkeling van mogelijke “add-on-interventions” gericht op problemen met emotieregulatie, existentiële eenzaamheid, ernstige isolatie, en identiteitsverwarring. Online E-health interventies kunnen in dit opzicht een veelbelovend hulpmiddel zijn, wanneer ze geïntegreerd worden in de behandeling of aangeboden worden aan mensen op de wachtlijst.
Eigen categorie
Een andere onopgeloste vraag betreft de grote overlapping van BPS met de diagnose van complexe post-traumatische stress-stoornis (PTSS) volgens de nieuwe International Classification of Diseases 11th Revision (ICD-11). Beide hebben symptomen gemeen, zoals emotionele dysregulatie, negatief zelfbeeld, en interpersoonlijke problemen. Deze symptomen kunnen het gevolg zijn van chronische stress en "complex trauma", bijvoorbeeld ernstig misbruik en verwaarlozing in de kindertijd en adolescentie of interpersoonlijke geweld in volwassenheid. Er wordt momenteel gediscussieerd over de vraag of BPS moet worden gecategoriseerd als een eigen diagnostische eenheid of als een subcategorie van stoornissen die specifiek geassocieerd worden met stress.