Bestuurskundige op zee: ‘Werken bij de marine is een manier van leven’
Van hulp bij natuurrampen tot missies om de vrede te bewaren. Als communicatieadviseur vaart Leonoor van Poelgeest mee naar al die bestemmingen waar de Koninklijke Marine actief is. Waarom koos ze voor dit werk en wat heeft ze aan haar studie Bestuurskunde?
‘Geen dag is hetzelfde voor mij’, zegt Leonoor van Poelgeest vanaf haar marinebasis in Den Helder. Ze is luitenant-ter-zee 2e klasse der oudste categorie en werkt als communicatieadviseur bij de Koninklijke Marine. ‘Ik ga bijvoorbeeld op uitzending zoals onlangs naar Abu Dhabi. Als communicatieadviseur informeer ik lokale en internationale media over het waarom van missies, en niet alleen dat. Het kan ook gaan over veiligheid op zee, onderhoud van schepen of over publieksevenementen van de marine.’ Die communicatie verzorgt ze aan boord van een schip of vanaf haar basis in Den Helder.
'Onbekenden reageren weleens verbaasd als ze horen voor wie ik werk.'
De marine is voor veel academici geen vanzelfsprekende werkgever, zo merkt Van Poelgeest soms in reacties. ‘Onbekenden reageren weleens verbaasd als ze horen voor wie ik werk. Je ziet ze soms weleens denken: wat moet je als vrouw bij Defensie? Daarom wil ik graag meer bekendheid geven aan mijn werk. Ik zie mijn inspanningen direct terug in de media. Ik word er blij van als ik iets goeds kan doen en, iets heel persoonlijks, ik hou van de zeewind.’
Hoe ben je bij de marine terechtgekomen?
‘Tijdens mijn studie Bestuurskunde begon de marine een pilot – Defensity College – om studenten te interesseren voor het werk en de mogelijkheid om reservist te worden; burgers die opgeroepen kunnen worden in tijden van nood. Ik meldde me aan want het avontuur lonkte en ik wilde graag mijn bijdrage leveren aan de maatschappij. Na diverse cursussen en studiereizen werden we ingezet op werkplekken die pasten bij onze studies en interesses. Zo hield ik me met innovatie bezig op het ministerie van Defensie en met gezonde voeding van de bedrijfscateraar.’
Het werk beviel haar goed en daarom solliciteerde ze na haar afstuderen op de vacature van communicatieadviseur. En daar hoorde ook de specialistenopleiding bij van de Koninklijke Militaire Academie, een verkort traject voor mensen zonder een meerjarige defensie-opleiding.
'Soms krijg ik ineens te horen dat we de volgende dag vertrekken, naar Curaçao bijvooorbeeld. Mijn koffer staat altijd klaar.'
Wat drijft jou in het werk?
‘Hier krijg je verantwoordelijkheden die je nergens anders krijgt. Tijdens een uitzending kun je een verschil maken in een wereld ver van hier. Zo zijn we ingeschakeld om noodhulp te bieden aan Haïti dat geteisterd is door natuurrampen. Vanaf Curaçao zorgden we voor het vervoer van artsen en het transport van water en voedsel. En vorig jaar ging ik mee op een missie in de Straat van Hormuz bij de Perzische Golf waar de situatie onrustig is door spanningen met omringende landen in die regio. Samen met andere Europese marine-onderdelen werden we uitgezonden om een vrije doortocht van internationale schepen te garanderen.’
Je moet wel goed met onverwachte gebeurtenissen en gevaren kunnen omgaan.
‘Ja, het werk is inderdaad heel dynamisch. Tot nu toe draaide ik mee op relatief veilige missies. Het is wel spannend om elke keer weer in een nieuwe omgeving te komen, waarbij alle structuren, netwerken en collega’s nieuw zijn. Soms krijg ik ineens te horen dat we de volgende dag vertrekken, naar Curaçao bijvoorbeeld. Mijn koffer staat altijd klaar. Maar we zijn natuurlijk ook in Nederland actief. Zo werd ik tijdens de eerste coronagolf ingezet om mee te helpen in het Landelijk Operationeel Centrum Corona dat toen vliegensvlug moest worden opgericht. Defensie stuurde personeel zoals artsen, logistiek medewerkers en ik hielp mee met verzamelen van informatie van alle organisaties om de communicatie tussen alle partijen en de overheid beter te stroomlijnen.’
Hoe is dat allemaal te combineren met je privéleven?
‘Werken bij de marine is een manier van leven. Als ik niet in het buitenland ben, woon en werk ik doordeweeks op de basis in Den Helder. In het weekend ga ik naar mijn huis in Leiden. Mijn vriend werkt bij de Koninklijke Landmacht en woont doordeweeks op zijn basis in Apeldoorn. Het is wel lastig om mijn sociale leven op pijl houden zoals het vroeger was in Leiden. Er blijft weinig tijd over als je veel weg bent. Maar de meeste vrienden begrijpen het en zijn flexibeler door bijvoorbeeld een keer naar Den Helder te komen. Over een paar jaar zou ik misschien wel voor de marine in Den Haag willen werken zodat ik ’s avonds naar huis kan. Maar voor nu is het prima.’
Waarom ging je Bestuurskunde studeren in Leiden?
‘Mijn ouders zijn ambtenaar en ik was altijd geïnteresseerd in hun werk. Ze studeerden allebei Rechten in Leiden. Ik wilde weten hoe de overheid functioneert en dat leer je bij Bestuurskunde. Dat komt ook van pas als je bij de marine werkt. De organisatie is enerzijds heel operationeel, maar aan de andere kant natuurlijk ook heel politiek omdat daar de hogere besluiten worden genomen. Voor mij is het handig om die Haagse en bestuurskundige kant van de organisatie te begrijpen. Waarom een overheidsorganisatie door procedures log kan zijn en anderzijds door politieke besluiten ook wendbaar moet zijn.’
Wat voor student was jij?
‘Ik vond de studie interessant maar tegelijkertijd was het voor mij soms ook een beetje droog en nogal theoretisch. Daarom deed ik daarna een master Communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit. Want mede door veel commissiewerk tijdens mijn studie realiseerde ik me dat ik niet heel theoretisch bezig wilde zijn en liever hands on in de praktijk wilde werken.’
'Catena, Minerva of een spelletjesclub. Welke vereniging maakt niet uit. Het gaat erom dat je je verbonden voelt met anderen.'
Hoe was je studentenleven?
‘Ik was heel actief voor diverse verenigingen en commissies. Zoals bij de studievereniging van Bestuurskunde. Dat was minstens zo leerzaam als mijn studie. Voor onze evenementen sprak ik met ambtenaren en politici en ik leerde presenteren in de werkgroepen. Daarnaast was ik lid van Minerva. Ik had een fantastisch huis en een fijne club, maar ik wilde ook contacten hebben met andere studenten. Daarom trainde ik onder andere EL CID-mentoren en was zelf ook jarenlang mentor in de EL CID-week.
‘Daarnaast zat ik in het bestuur van de Plaatselijke Kamer van Verenigingen omdat ik verenigingen zo belangrijk vond en vind. Welke maakt echt niet uit – Catena, Minerva, een spelletjesclub of een christelijke studentenvereniging. Het gaat erom dat je je verbonden voelt met anderen en dat je een netwerk hebt dat jou kan opvangen als dat nodig is. Het geeft je ook de kans om studenten van andere studies en verschillende achtergronden te ontmoeten. Die gemeenschapszin zie ik ook terug bij de marine. Ik voel me er thuis door.’
Tekst: Linda van Putten
Leonoor van Poelgeest is Jonge Sleuteldrager van het Leids Universiteits Fonds. Jonge Sleuteldragers (onder de 40 jaar) dragen bij aan vernieuwende onderzoeks- en onderwijsprojecten. Ze krijgen daar ook iets voor terug, zoals lezingen, debatten en rondleidingen in collecties.