Twee Leidse alumni tegelijk partner bij Grant Thornton
De Leidse rechtenalumni Linda van de Reep en Géraldine Grünberg-Otto werden beiden op 1 juli partner bij accountants- en adviesbureau Grant Thornton. ‘Onze Leidse achtergrond verbindt ons en we zijn er trots op.’
Linda van de Reep (1983) werkte negen jaar als fiscalist bij Grant Thornton toen ze in juli een van de jongste partners werd. Voor Géraldine Grünberg-Otto (1976) is haar partneraanstelling de basis om met de juridische dienstverlening van Grant Thornton een nieuwe weg in te slaan.
Van de Reep richt zich op de belastingadviespraktijk met als specialismen innovatie in het belastingadvies (innovatiebox) en de scheepvaart; Grünberg heeft als belangrijkste taak Grant Thornton Legal Services uit te breiden en als zelfstandige dienstverlener onder de aandacht te brengen van middelgrote bedrijven, en de middelgrote en grotere ondernemingen in de sector Midden- en Kleinbedrijf. Grünberg werkt voornamelijk vanuit de vestigingen in Arnhem en Amsterdam, Van de Reep vanuit die in Rotterdam. In totaal heeft Grant Thornton acht vestigingen in Nederland en ruim 130 wereldwijd.
Verbinding door Leidse achtergrond
De vrouwen weten elkaar altijd te vinden: als Grünberg fiscale expertise nodig heeft, belt ze Van de Reep. En ze voelen verbinding als Leidse alumni. ‘Dat voel je overal ter wereld als je mensen tegenkomt die in Leiden hebben gestudeerd, welke studie dan ook’, zegt Grünberg. ‘Altijd leuk. We zijn trots op onze Leidse achtergrond en het opent deuren.’ We spreken de net nieuwe partners als ze samen in Amsterdam lunchen om hun promotie te vieren.
Graag en veel studeren
Van de Reep was als jong meisje al leergierig. In Leiden kon ze haar honger naar kennis stillen. Ze begon in 2003 met de studie Rechtsgeleerdheid en ze maakte deel uit van de eerste lichting die zowel in de bachelor-masterstructuur studeerde, als college kreeg als in het verbouwde Kamerlingh Onnesgebouw. Van de Reep vond het geweldig dat ze in haar studie kon doen wat ze wilde. Ze koos in de bachelor voor Rechten met Bedrijfswetenschappen. ‘Dat vond ik interessant. De verdeling was 70% Rechten en 30% Bedrijfswetenschappen. Maar ik dacht: waarom geen 100% Rechten bij 30% Bedrijfswetenschappen? Dat was okay en dat heb ik toen gedaan. Ook haalde ik bij het Talencentrum een erkend certificaat Frans voor gevorderden van de Alliance Française.’ In de master Ondernemingsrecht ontdekte Van de Reep het belang van fiscaal recht voor bedrijven. ‘Er begon echt iets te kriebelen toen.’ Vandaar dat ze nog een master Fiscaal recht deed, in Amsterdam. Maar ook toen had ze er nog geen genoeg van: toen ze al werkte volgde ze nog een postmaster Internationaal en Europees belastingrecht (Executive LLM) in Leiden.
Goede reputatie van de Leidse rechtenfaculteit
De leergierige Van de Reep was geen ‘nerd’ die alleen maar studeerde. ‘Ik ging ook heel graag met vriendinnen op stap, had een bijbaantje en liep stage.’ Ze vertelt dat een groot deel van haar vriendenkring ook in Leiden ging studeren. ‘Dat zorgde voor een doorgaande lijn in het contact’, zegt ze daarover. ‘De bijzondere ervaring die je studietijd is, raakte zo verweven in die vriendschappen.’
Van de Reep koos voor Leiden vanwege de goede reputatie van de rechtenopleidingen en vanwege de veelheid aan heel andere opleidingen, voor het geval dat rechten het toch niet zou zijn voor haar. Maar het recht is haar grote liefde geworden en gebleven. ‘De dynamiek van het fiscale recht en de vele wetswijzigingen maken het vakgebied bijzonder interessant. In mijn belastingadviespraktijk bij Grant Thornton kom ik tot oplossingen waar je een ondernemer echt mee helpt.‘
Zo ongeveer in shock
Grünbergs pad liep anders. Ze sloeg op jonge leeftijd twee keer een klas over en kwam in 1994, nauwelijks droog achter de oren, op haar 17e, aan in Leiden voor het basisdoctoraal Nederlands recht. Ze twijfelde bij de keuze voor een stad tussen Maastricht en Leiden maar Leiden won op alle fronten: ‘De internationaal goed bekendstaande opleiding, de gezellige, mooie stad, en ook de (iets) kortere reistijd naar mijn ouders… Het speelde allemaal een rol in de beslissing.’
‘Ik kwam uit een klein dorpje in het uiterste puntje van Zuid-Holland en raakte in Leiden zo ongeveer in shock van de veelheid aan mogelijkheden op alle fronten’, vertelt Grünberg. ‘In het eerste jaar haalde ik maar elf studiepunten – maar dat heb ik later wel rap ingehaald.’ Ze vond alsnog haar draai en stortte zich in allerlei activiteiten.
Studietijd was ontdekkingsreis
‘Mijn studietijd was echt een ontdekkingsreis naar mezelf en de wereld om me heen. Zo heb ik een jaar in het faculteitsbestuur gezeten, waar Alex Brenninkmeijer – bekend geworden als Nationale Ombudsman, nu lid van de Europese Rekenkamer - voorzitter van was. Het lidmaatschap van de raad was toen voor studenten een betaalde, full time functie en ontzettend leerzaam.’ Ook was ze actief bij het IfSo, ab-actis van de studievereniging en, last but not least, eerste fluittist bij Sempre Crescendo, het Leidse studentenkoor en -orkest. Dit is een subvereniging van Minerva, wat de mogelijkheid bood de sociëteit aan de Breestraat veelvuldig en enthousiast te frequenteren. Mooie en soms wat wilde tijden, zo valt tussen de regels door te beluisteren. Grünberg werkte zelf als barkeeper in Annie’s, studeerde af in het civiel recht en studeerde ruim een jaar in Ierland. Zij maakte veel nieuwe vrienden-voor-het-leven in haar studietijd.
Het buitenland trok
De advocatuur trok Grünberg niet. Ierland had het buitenlandvirus bij haar wakker gemaakt en dus zocht ze haar weg in de internationale zakelijke wereld. Ze was onder meer general counsel bij een groot scheepvaartbedrijf en in de private equity-sector, waaronder in een Family Office. ‘De periode voor Grant Thornton was ik bij verschillende bedrijven werkzaam als zelfstandig werkend commercieel en strategisch juridisch adviseur.’
Gelukkig in en buiten het werk
De vrouwen hebben veel schik samen, er wordt voortdurend gelachen. En ze complimenteren elkaar. ‘Jij hebt lef en ballen’, zegt Grünberg ergens in het gesprek tegen Van de Reep. En, elders in het gesprek, Van de Reep tegen Grünberg: ‘Je hebt bij de partners een prachtig plan neergelegd.’ Ze hebben het duidelijk naar hun zin, en roemen de collegiale en prettige sfeer bij Grant Thornton. ‘Studenten ervaren dat ook, blijkt uit evaluaties’, vertelt Grünberg.
Beiden zijn getrouwd – ‘gelukkig getrouwd’, benadrukken ze. Van de Reep heeft een zoontje van 4 en kreeg vorig jaar een tweeling. ‘Diversiteit en inclusie is een van de speerpunten bij Grant Thornton, dus dan kun je hier tóch partner worden’, zegt ze tevreden. Grünberg heeft een zoontje van 7 met een zelfstandig ondernemer die rechten studeerde in Utrecht, en twee bonuskinderen uit een eerder huwelijk van haar man. ‘Als onze zoon ook jurist wil worden, gaan we vast allebei aan hem trekken’, zegt ze. ‘Mijn echtgenoot richting Utrecht, ik richting Leiden.’
Wat ik zo bijzonder vind’, zegt Grünberg, ‘is dat jullie gezien hebben dat wij beiden partner zijn geworden. Ik ben al 25 jaar uit Leiden weg en dat ik na al die tijd gevraagd ben voor dit gesprek… Ja, dat doet me wel wat.’
Partner in een kantoor, wat houdt dat eigenlijk in?
Zoveel kantoren, zoveel partnerconstructies, vertellen de kersverse partners. Het is in elk geval een promotie waarvoor je wordt gevraagd door de partners die er al zijn. Ze denken zelf dat er twee voorwaarden zijn om partner te worden. Je moet vanuit je specialisme iets toevoegen aan het bedrijf. Daarnaast word je geacht mee te kunnen praten over zaken op bedrijfsniveau, zoals over de kernwaarden en de strategische koers; je moet visie hebben, evenals ondernemerschapskwaliteiten. Over de weg naar het partnerschap zegt Van de Reep: ‘Je moet ambitieus zijn en die ambities ook durven laten zien. Grünberg voegt toe: ‘Voor studenten is het vaak de holy grail. En het is inderdaad een mooi doel om na te streven. Je kunt zelfstandiger opereren dan voorheen, het opent deuren en je kunt ondernemender zijn.‘ Van de Reep: ‘Maar je blijft natuurlijk samenwerken, in teamverband opereren hoort gelukkig onverbrekelijk bij dit type bedrijf.’
Tekst: Corine Hendriks
Beeld: Melissa Schriek